Dreigingsniveau criminaliteit in Suriname hoog
Het dreigingsniveau van witwassen, corruptie en andere vormen van criminaliteit is in Suriname hoog. Suriname moet veel verbeteringen doorvoeren in het tegengaan ervan. Dat is de conclusie uit een geheim rapport over de Nationale Risico Analyse. De drugshandel vormt voor Suriname als doorvoerland de hoogste dreiging. De kans dat andere criminele activiteiten, zoals illegale winning en handel in goud en hout, hiermee kunnen worden gefinancierd is zeer reëel. De handel in drugs en het witwassen van de drugsgelden leiden volgens het rapport tot andere dreigingen, zoals afpersing, omkoping, bedreiging, moord, corruptie, fraude en oneerlijke concurrentie.
Belastingontduiking is ook een reële dreiging. Belastingplichtigen rapporteren dikwijls geen of te lage inkomsten en winsten. Smokkel wordt tevens als een belangrijke dreiging gezien. De Surinaamse grenzen zijn nauwelijks te bewaken en in de havens laat de controle te wensen over. Omkoopbaarheid en corruptie zijn diepgeworteld bij de overheid. Hierdoor kunnen criminelen handhaving en sancties omzeilen. Overheidsfunctionarissen maken ‘uitzonderingen’ bij controle en sanctionering in het voordeel van criminelen.
Alle sectoren in Suriname kennen volgens de onderzoekers enige mate van zwarte handel, die zich onttrekt aan overheidstoezicht en belastingheffing. Dit komt vooral voor in de exportsectoren goud, hout(kap), visserij en rijst. Volgens eerdere studies zou het aandeel van de ‘informele economie’ in de periode 1990 tot 2012 maar liefst 35 tot 45 procent van het bruto binnenlands product zijn. De onderzoekers schatten de omvang van de informele economie in 2020 op 54 procent en verwachten een toename tot maar liefst 75 procent in 2025.
Voor banken is corruptie de grootste dreiging, die zich manifesteert door pogingen tot witwassen. De risicobeheersing is niet altijd op orde en effectief. Het schort voorts aan voldoende handhaving van wet- en regelgeving. Bij geldtransactiekantoren en cambio’s is de voornaamste dreiging het ontvangen van gelden uit illegale activiteiten, omdat nauwelijks onderzoek wordt uitgevoerd naar de herkomst van deze gelden. De financiële sector is niet voldoende weerbaar en de compliance-programma’s ontberen een risicobenadering. De Centrale Bank van Suriname is onvoldoende in staat haar toezicht uit te voeren en de sector meer weerbaar te maken.
Door het inkoopbeleid zouden goudbedrijven kwetsbaar zijn voor smokkel. Ook corruptie en belastingontduiking vormen belangrijke dreigingen. Hoewel allerlei regels en procedures zijn ingevoerd om deze dreigingen te beperken, is het binnen de Surinaamse bedrijfscultuur en de verlokkingen van corruptie, erg moeizaam om deze regels en procedures effectief te laten werken. De zwakke nationale instituten dragen bij aan het verhoogde risicoprofiel. Bij de casino’s zijn witwassen van gelden, corruptie, belastingontduiking en drugshandel als belangrijkste dreigingen geïdentificeerd. Op instructie van de Centrale Bank van Suriname mogen de casino’s, hun personeel en familieleden geen bankrekeningen aanhouden. Hiermee wordt het risico juist vergroot omdat de geldstromen dan onzichtbaar zijn voor controlerende en toezichthoudende instanties.
Bij handelaren in nieuwe auto’s zijn witwassen, corruptie en drugshandel onderkend als dreigingen en bestaat het vermoeden dat belastingontduiking dat ook is. Bij niet-financiële bedrijven, advocaten, makelaars, accountants en notarissen, zijn witwassen, corruptie en belastingontduiking de dreigingen. Voor de nationale handhavings- en controlemechanismen zijn corruptie en omkoping een fundamentele ondermijning. Deze liggen aan de basis van verscheidene criminele activiteiten en vormen daardoor de grootste bedreiging voor de effectieve aanpak van witwassen en crimineel geld.
Begin maart dit jaar heeft het Project Management Team onder leiding van mevrouw Jennifer van Dijk-Silos, het rapport over de Nationale Risico Analyse digitaal overhandigd aan de heer Maurice Roemer, governor van de Centrale Bank van Suriname. Hiermee werd een project afgerond dat medio 2019 is gestart. Het onderzoek diende als voorbereiding op de evaluatie door de Caribbean Financial Action Task Force van de implementatie en de effectiviteit van wet- en regelgeving en toepassing van aanbevelingen op het gebied van onder andere witwassen en terrorismefinanciering. De beoogde snelle afronding in juli 2020 bleek niet haalbaar.
Voor het lijvige rapport, dat ruim 500 pagina’s zou tellen, is informatie verzameld over de periode 2015 tot medio 2020. Vrijwel alle partijen hebben medewerking verleend aan het onderzoek, behalve kleine juweliers en handelaren in tweedehandsauto’s. Deze twee sectoren worden beschouwd als ‘hoog risico’, waar criminele activiteiten kunnen plaatsvinden. Er is ook een publieke versie van het rapport opgesteld, ontdaan van de meest gevoelige informatie, die tot op heden alleen aan een zeer beperkt aantal personen vertrouwelijk ter beschikking is gesteld. De bevindingen en conclusies in dit artikel zijn hieraan ontleend.
Begin mei dit jaar deelde president Chan Santokhi mede dat een speciaal instituut zal worden belast met de uitvoering van de aanbevelingen. Het is jammer dat het zeer grote overheidsapparaat met een enorm aantal ambtenaren en instituten hierin niet kan voorzien. Men zou verwachten dat de uitvoering kan worden ondergebracht bij al bestaande instituten, om te voorkomen dat de overheid nog meer uitdijt. Het staatshoofd beloofde dat het rapport, dat daarbij werd aangeduid als conceptrapport, na beoordeling door de regering zou worden aangeboden aan het parlement en het publiek. Dat is dus na ruim acht maanden nog niet gebeurd.
De publieke versie van het rapport, gedateerd 1 maart 2021, omvat 148 pagina’s. Dat is veel minder dan het volledige rapport, maar ook deze versie is niet geschikt voor het publiek. Het stuk is te omvangrijk en heeft een weinig toegankelijke structuur. Het rapport is voorts zeer juridisch van aard, wat verklaarbaar is gelet op de opdracht. Het ‘normatief en institutioneel raamwerk’ en sancties bij overtreding worden grotendeels met tabellen in 25 pagina’s beschreven. De ‘aanbevolen acties’, opgesomd in tabellen over 38 pagina’s, betreffen ook veelal wet- en regelgeving, beleid, procedures en toezicht.
Bij Surinaamse bedrijven met een verkeerde toon aan de top en een zwak controlebewustzijn, kan men naar mijn ervaring met enige morele souplesse formeel concluderen dat aan alle vereisten wordt voldaan, ook wanneer een leidinggevende handelingen of transacties goedkeurt die eerder door kritische medewerkers terecht zijn afgekeurd. Een meer diepgaande analyse van de zwakten in cultuur en gedrag bij Surinaamse bedrijven en instituten zou waardevol zijn geweest. Je kunt alles willen regelen met wet- en regelgeving en beleid, maar wanneer niemand zich eraan houdt en de handhaving en sanctionering hapert, is de effectiviteit beperkt.
Waarom is de publieke versie van het rapport nog niet openbaar gemaakt? Naar verluidt is de regering bevreesd voor de gevolgen hiervan. De bevindingen zijn zeer teleurstellend. Deze zouden nadelig kunnen zijn voor onderhandelingen met geldschieters of kunnen leiden tot sancties.
De regering moet echter het risico van niet-publiceren niet onderschatten. Het grote publiek is misschien de Nationale Risico Analyse vergeten, maar specialisten niet. Het uitblijven van publicatie kan leiden tot ongegronde speculaties over de bevindingen. Bovendien zijn de gerapporteerde bevindingen voor Suriname-kenners niet verrassend. Het is daarom beter om spoedig een publieke versie openbaar te maken en aan de slag te gaan met de realisatie van de vele aanbevelingen met hoge prioriteit.
Hans Moison