KAPPEN OP GROTE SCHAAL

De bosbedekking van Suriname is in vier jaar tijd van 93 procent naar 92,88 procent gedaald. In 2018 is er 19.000 ha ontbost, wat gelijk is aan 1.4 miljoen bomen en het gaat steeds sneller. Het Matawai gebied heeft het grootste gemeenschapsbos in Suriname, namelijk 97.000 ha. Jammer is dat in twee jaar tijd, meer dan 1000 ha is ontbost. Door middel van Global Forest Watch is te zien binnen hoeveel tijd er hoeveel bos is verdwenen en waar de wegen zijn aangelegd. Ontbossing is op zich geen probleem, maar dan moet het wel op een verantwoorde manier gebeuren, er moeten bijvoorbeeld nieuwe bomen geplant worden. Ook kan het niet zo zijn, dat er 1000 ha is ontbost in het Matawai gebied en bij navraag blijkt, dat de gemeenschap er nauwelijks iets aan verdiend heeft. Er schort niet alleen iets aan het beleid, maar ook aan de capaciteit om het beleid te kunnen uitvoeren. Zo heeft de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht, SBB, 106 boswachters die toezicht moeten houden op 2017 miljoen ha aan bos. Met zo weinig personeel is dat een onmogelijke taak en dan kijken wij nog niet eens naar de schaarse middelen waarmee het werk uitgevoerd moet doen. Als het kappen in dit tempo doorgaat, zal Suriname zijn status van meest beboste land ter wereld, verliezen. Dit terwijl vicepresident Ashwin Adhin tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van de Verenigde Naties, gevraagd heeft naar meer toegang tot financiën om klimaatverandering tegen te gaan, onder andere door het behouden van ons deel van het Amazone regenwoud. Dit staat in schril contrast met wat wij zien gebeuren. Er wordt steeds meer ontbost, niet alleen voor commerciële doeleinden, maar ook voor de illegale goudwinning. Het vermoeden bestaat dat juist leden van de regering, hun familie en vrienden in de houtkap en goudwinning zitten. Dit is zeker wel een verontrustende zaak.

More
articles