Het Bureau voor de Staatsschuld heeft met klem ontkend, dat het heeft gemanipuleerd met de registratie van de recente voorschotten (in totaal 670 miljoen SRD) die aan de regering beschikbaar zijn gesteld door de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Onze redactie heeft naar aanleiding hiervan van een zeer betrouwbare bron vernomen, dat deze bewering van het Bureau voor de Staatsschuld niet klopt. De West verneemt voorts dat de Centrale Bank de gewraakte voorschotten niet in januari heeft verleend. Na het bestuderen van de weekbalansen die wel gepubliceerd zijn, is het duidelijk dat de voorschotten na 1 maart verleend zijn. De Centrale Bank zou verhelderend in deze zaak moeten optreden, want niet in januari, ook niet in de periode van 1 tot 15 februari heeft de Centrale Bank het voorschot, dat vermeld is, volgens onze welingelichte bron verstrekt. In de weekbalansen van januari, die van 8 februari en die van 1 maart, zijn geen voorschotten aan de staat volgens artikel 21 van de Bankwet vermeld. De weekbalans die governor Van Trikt beschikbaar gesteld heeft, verleent een goed en duidelijk overzicht en geeft de stand van 1 maart en die van 8 maart aan. Op 1 maart was er geen sprake van voorschotten op basis van artikel 21 van de Bankwet en ineens op 8 maart wél.