Na de aanstelling van Drs. Glenn Gersie, als de nieuwe governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), was er sprake van gemengde gevoelens binnen een bepaald deel van de Surinaamse samenleving. Gemengde gevoelens, omdat men enerzijds blij was dat het vraagstuk of Gillmore Hoefdraad nou tegelijkertijd de minister van Financiën en governor van de CBvS was, met deze aanstelling niet meer als mogelijk werd gezien. Anderzijds, heerste een curieus gevoel of de aanstelling van de heer Gersie de oplossing was waar de Surinaamse economie al een tijdje naar snakt. Het zou onterecht zijn om zijn aanstelling meteen de grond in te boren, aangezien een ieder de kans om te laten zien wat hij of zij in zijn mars heeft verdiend.
De eerste maatregel van de nieuwbakken governor betreft het loslaten van de koppeling van onze munteenheid, de Surinaamse dollar, aan de US dollar en de invoering van de valutaveiling. De valutaveiling heeft inmiddels drie keer plaatsgevonden, waarbij respectievelijk USD 10 miljoen, USD 7.5 miljoen en USD 1.5 miljoen geveild is. De dalende trend van de hoeveelheid van het te veilen bedrag is opvallend, voornamelijk het te veilen bedrag van de derde veiling. De vraag rijst of de USD 1.5 miljoen werkelijk het bedrag is dat de CBvS beschikbaar heeft om te veilen. Is dit het bedrag dat beschikbaar is of is dit het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld? Het verschil tussen deze twee vragen wordt hieronder toegelicht.
Het eerste gedeelte, namelijk of dit bedrag beschikbaar is, geeft een situatie weer waarbij alle alarmbellen zouden moeten rinkelen. Dit betekent namelijk dat de CBvS maar USD 1.5 miljoen beschikbaar heeft om aan de totale (wekelijkse) behoefte aan valuta te voldoen. Wekelijkse behoefte, omdat de valutaveiling toen nog één keer per week geschiedde. Meer valuta kan dus gewoonweg niet beschikbaar gemaakt worden door de CBvS.
Het tweede gedeelte, namelijk of USD 1.5 miljoen beschikbaar wordt gesteld, geeft aan dat dit bedrag bewust als te veilen bedrag wordt gebracht door de CBvS met als doel, het opstuwen van de wisselkoers. De achterliggende gedachte van de valutaveiling is immers het inspelen op vraag en aanbod. Voordat de veiling van dinsdag 5 april plaatsvond, was het te veilen bedrag al bekendgemaakt en kon iedereen, die een beetje weet hoe het economisch systeem van vraag en aanbod werkt, voorspellen dat de koers hierdoor omhoog zou schieten. Het bedrag van USD 1.5 miljoen komt immers helemaal niet in de buurt van de behoefte (lees: de vraag) aan valuta. De vervolgvraag hierbij is dus: waarom zou de CBvS een verdere verhoging van de wisselkoers bevorderen?
Het doel van de valutaveiling, zoals governor Gersie dat zelf heeft toegelicht, is om de kloof tussen de parallelmarktkoers en de eigen CBvS-koers te dichten. Op dit moment wordt getracht dit doel te behalen door de koers van de CBvS omhoog te duwen, terwijl juist het omgekeerde zou moeten gebeuren, namelijk het laten dalen van de koers van de parallelmarkt (lees: de koers van de cambio’s).
Verder gaf governor Gersie ook aan dat het resultaat van de valutaveiling(en) de te hanteren wisselkoers zou zijn voor desbetreffende week en dat deze koers door een ieder en iedere instantie gehanteerd zou moeten worden. Daaraan is geen gehoor gegeven. Na de afgelopen valutaveilingen is de straatkoers meegestegen met de zogenaamde ‘officiële wisselkoers’ van de CBvS. Hier kan (wettelijk) ook niets aan gedaan worden, omdat er simpelweg geen wet- en regelgeving over bestaat. Je kunt dan wel zeggen dat iedereen jouw koers moet hanteren, maar als degenen die dat niet doen niet strafbaar zijn, heb je geen stok achter de deur om hen hiertoe te verplichten.
Het is wellicht nog te vroeg om nu al te concluderen dat de valutaveiling heeft gefaald om haar doel te bereiken, maar er kan op basis van de drie tot nu toe gehouden veilingen wel gezegd worden dat dit geen voordeel heeft opgeleverd voor de Surinaamse gemeenschap. De valutaveiling heeft vanaf de eerste veiling geresulteerd in een wisselkoers van boven de SRD 5 (voor de US dollar), terwijl de wisselkoers hiervoor USD 1= SRD 4,04 was. Dit geeft aan dat de valutaveiling heeft geresulteerd in de zoveelste devaluatie van de SRD. Het wordt alleen geen devaluatie genoemd, maar ‘het resultaat van de valutaveiling’.
Als kers op de taart, wordt de maatregel om meerdere veilingen per week te houden, nu geïntroduceerd. Gedacht wordt aan een frequentie van misschien twee, misschien drie, misschien zelfs dagelijks. Echter wordt nergens en door niemand onderbouwd, waarom er ineens meerdere veilingen plaats moeten vinden. Wat is het plan hierachter? Wat is het doel dat wordt beoogd door meerdere veilingen per week te houden? Op basis waarvan wordt besloten of de frequentie nu naar twee- of driemaal of dagelijks zal worden opgevoerd? Dit duidt op paniekvoetbal, aangezien de eerste maatregel in haar huidige context, niet heeft gewerkt. Wat nu als ook deze maatregel, om meerdere veilingen per week te houden, niet werkt? Gaan we dan naar meerdere veilingen per dag?
De volgende valutaveiling zal morgen, donderdag 7 april, plaatsvinden. Wederom zal een bedrag van USD 1.5 miljoen geveild worden. Een simpel rekensommetje leert ons dat het totaal te veilen bedrag voor deze week dus op USD 3 miljoen zal komen te staan. Dit is nog niet eens de helft van wat er de vorige week is geveild. Om terug te komen op het vraag en aanbod mechanisme, kan de vraag worden gesteld of de veiling van morgen zal resulteren in een lagere koers. Ik denk dat u het antwoord hierop al weet. Daar heeft u geen begrip van een valutaveiling voor nodig.