OLIEVONDSTEN IN SURINAME, EEN GEBROKEN BELOFTE?

De recente meldingen van olievondsten in Suriname, met naar schatting 2,4 miljard vaten ruwe olie en 12,5 biljoen kubieke meter aardgas, klinken als een gouden kans voor ons land. Toch moeten we deze ontwikkelingen met een flinke dosis twijfel bekijken. Wood Mackenzie, een gerenommeerd adviesbureau, prijst de potentie van Surinaamse olievelden aan, vooral in samenwerking met giganten zoals Petronas en ExxonMobil. De productie in deze blokken zou kunnen beginnen met een dagelijkse verwerkingssnelheid van 100.000 vaten. Dat klinkt indrukwekkend, maar we moeten ons afvragen waarom we deze herhaalde beloften van olierijkdom blijven geloven, terwijl de werkelijkheid vaak een andere kant laat zien.

Trage vooruitgang en gebroken beloftes

Sinds 2019 zijn er negen diepwatervelden ontdekt, maar nog geen enkele heeft de commerciële ontwikkelingsfase bereikt. Ondertussen blijft de regering pronken met toekomstige rijkdom, terwijl het dagelijkse leven van de gemiddelde Surinamer nauwelijks verbetert. TotalEnergies en APA Corporation, die ook ontdekkingen hebben gedaan, staan wellicht op het punt om een definitieve investeringsbeslissing te nemen over Blok 58, met productie die pas in 2028 zou starten. Het lijkt wel alsof we continu naar een worst voor onze neus kijken die nooit binnen bereik komt.

Vergelijking met Guyana – een misleidende droom?

Suriname wordt vaak vergeleken met buurland Guyana, dat een olieboom meemaakt dankzij het succes van Exxon in het Stabroek-blok. Maar laten we eerlijk zijn: de situatie in Guyana is een unieke combinatie van gunstige omstandigheden en misschien ook wel geluk. Het is gevaarlijk om te denken dat Suriname simpelweg hetzelfde pad kan volgen. Petronas en ExxonMobil hebben eerder tegenslagen ervaren in Blok 52 en ondanks recente positieve geluiden, blijft de omvang en haalbaarheid van deze nieuwe vondsten onzeker. Moeten we echt juichen voor 400 miljoen vaten in een blok dat eerder teleurstelde?

Politieke en economische realiteit

De overheid lijkt vooral bezig met fiscale stimuleringsmaatregelen voor grote oliebedrijven, terwijl er weinig aandacht is voor de daadwerkelijke impact op de lokale economie en bevolking. Wie profiteert er uiteindelijk van deze olie-ontdekkingen? De gewone burgers, of de grote internationale bedrijven en een kleine politieke elite? Tot nu toe hebben deze beloften van olierijkdom weinig concreets opgeleverd voor de gemiddelde Surinamer. Terwijl de regering fiscale prikkels uitdeelt aan Petronas en ExxonMobil, blijven de structurele economische problemen onopgelost. De ontdekking van aanzienlijke olie- en gasreserves biedt een potentieel keerpunt voor Suriname, maar alleen als de beloftes worden waargemaakt en de voordelen eerlijk worden verdeeld. Tot dan moeten we voorzichtig blijven en niet blindelings vertrouwen op gouden bergen die ons keer op keer worden voorgespiegeld en niet waargemaakt. Suriname heeft al te vaak te maken gehad met gebroken beloften; laten we ervoor zorgen dat het deze keer anders is.

More
articles