Vicepresident en president geven afwijkende verklaring over komst Mennonieten

President Chandrikapersad Santokhi heeft onlangs in een interview gesteld dat er sinds februari een regeringsbesluit is genomen, dat het pilotproject over de komst van de Mennonieten is ingetrokken. “ De minister van BIBIS heeft de opdracht gehad om dit uit te voeren”, aldus Santokhi tegenover Sun Web TV. Afgelopen week heeft een grote groep belanghebbenden bestaande uit inheemsen, milieuorganisaties, in stamverband levenden, juristen en activisten, een kortgeding geïnitieerd. De gedaagden, diverse ministeries van de staat Suriname, evenals Terra Invest Group, vertegenwoordiger van de Mennonitische landbouworganisaties die zich willen vestigen in Suriname, hoorde de verzochte voorlopige voorziening aan met een gelegenheid zich te verweren. Volgens Antoon Karg, de advocaat van deze belanghebbenden, is de uitspraak van de president voor de lopende kortgedingprocedure een bijzondere ontwikkeling namelijk dat de hoogste uitvoerende functionaris voor een gedeelte bereid is af te zien van ingrijpende milieuveranderingen door grootschalige landbouw.

“Interessant is dat meer dan 80% van de bestemmingswijziging van bosgrond naar landbouw, niet ten behoeve van Terra Incognita en stichtingen plaatsvindt, maar ten behoeve van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij”, zegt Karg. Verder merkt hij op dat hieromtrent de vicepresident zich nog een week geleden heeft geuit alsof de plannen van de regering ongewijzigd zijn. “De door hem genoemde oppervlakte hield onmiskenbaar de grond, gereserveerd voor de door Terra Incognita vertegenwoordigde partijen in”.

Karg zegt dat gezien de spatie van enkele dagen en gezien het  feit dat de regering tussentijds niet bijeen is geweest voor breedvoerig overleg, informeren dat de president en de vicepresident het publiek afwijkend.

“Qua rechtszekerheid en qua vertrouwensbeginsel hebben de in stamverband levenden en de procespartijen die hen vertegenwoordigen er belang bij dat de staat als procespartij zo spoedig mogelijk instemt met de in kortgeding verzochte voorzieningen. Zodat niet het woord van de president of het afwijkend woord van de vicepresident leidend is, maar de formele bestuursrechtelijke besluitvorming”, benadrukt de jurist.

door Gladys Findlay

 

More
articles