Financial Stability Report Centrale Bank van Suriname
De algemene banken in Suriname hebben hun reserves de afgelopen jaren flink versterkt, ondanks forse voorzieningen op leningen aan de staat Suriname. De Centrale Bank van Suriname (CBvS) betaalde hoge rente op deposito’s die banken bij de moederbank plaatsten, de zogenaamde openmarktoperaties of omo’s. Dat heeft de winsten van de banken flink opgekrikt en bijgedragen aan de toename van de reserves. Dit blijkt uit het Financial Stability Report, gedateerd oktober 2023, dat de Centrale Bank in februari 2024 publiceerde.
Financiële stabiliteit is van belang voor duurzame economische groei en ontwikkeling. Hiervoor is onder andere een robuuste financiële sector vereist met ondernemingen die tegen een stootje kunnen. Met een stevig eigen vermogen en voldoende liquiditeit moeten zij in staat zijn om macro-economische schokken en verliezen in hun portefeuilles op te vangen. Met het Financial Stability Report beoogt de CBvS beleidsmakers, marktpartijen, professionals en andere geïnteresseerde partijen te informeren over de prestaties en veerkracht van de Surinaamse financiële sector.
De CBvS meent dat zij met de nieuwe Centrale Bankwet 2022, nog beter in staat is om haar taken onafhankelijk uit te voeren. Door koersverliezen op de misbruikte kasreserves van banken en door de extreem hoge rente op omo’s, heeft de CBvS miljardenverliezen geleden en is het eigen vermogen fors negatief. De CBvS moet daarom worden geherkapitaliseerd. Dat wil zeggen dat de aandeelhouder, de staat Suriname, vele miljarden moet storten om het eigen vermogen van de CBvS naar een acceptabel niveau te brengen.
In de afgelopen jaren is wetgeving gemoderniseerd die kan bijdragen aan financiële stabiliteit in Suriname. Naast de eerdergenoemde Centrale Bankwet 2022, gaat het om de Wet op de Jaarrekening van 2017, de Wet Suriname Chartered Accountants Institute van 2018, de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 2023 en de Wet Herstel en Afwikkeling Kredietinstellingen van 2024. Het Surinaamse accountantsberoep is in zekere mate gereguleerd, waarbij sterk wordt geleund op internationale instituten en regelgeving. Voor de aanstelling van een accountant bij een bank, is het noodzakelijk dat de CBvS mededeelt daartegen geen bezwaar te hebben. De CBvS kan eisen dat een bank de overeenkomst met haar externe accountant beëindigt, wanneer de CBvS de accountant niet langer deskundig acht. Ongelukkigerwijs staat in de Centrale Bankwet dat de CBvS bij haar beslissing de ‘Wet Suriname Chartered Accountants Institute’ zal raadplegen. Dat moet natuurlijk zijn het Suriname Chartered Accountants Institute.
Suriname hanteert niet de actuele (en zeer complexe) normen van het Bazelse Comité voor het Toezicht op Banken, maar gebruikt rudimentaire en in feite achterhaalde regels voor de toetsing van de solvabiliteit. Ook de moderne normen voor liquiditeit en financiering, die tot uitdrukking komen in de zogenoemde liquidity coverage ratio en de net stable funding ratio, worden in Suriname nog niet toegepast.
Suriname wordt al jaren geteisterd door geldontwaarding en hyperinflatie, maar het afgelopen halfjaar is de waarde van de Surinaamse dollar (SRD) gestabiliseerd en zelfs wat toegenomen. De instabiliteit van de SRD is van grote invloed op de cijfers van de banken, vooral omdat een groot deel van de balansposten niet in SRD, maar in Amerikaanse dollars en euro’s luidt. Deze ‘dollarisatie’ heeft effect op de balans en op de kapitalisatie. De CBvS had het onderscheid tussen valutakoersrisico door open valutaposities enerzijds en het risico van onderkapitalisatie door toename van de waarde van activa in vreemde valuta anderzijds, in het Financial Stability Report duidelijker kunnen belichten. Medio 2023 luidt circa driekwart van de activa van banken in vreemde valuta. Het primaire koersrisico is nihil, wanneer daar evenveel passiva in vreemde valuta tegenover staan. Een nauwelijks oplosbaar probleem is evenwel dat tegenover de risicovolle leningen in vreemde valuta, risicobuffers in SRD staan. Wanneer door koersverloop de tegenwaarde van deze leningen in SRD verdubbelt, halveert relatief de risicobuffer. Dit is alleen te verhelpen met eigen vermogen en risicobuffers in dezelfde valuta als de activa, een impliciete consequentie van het toestaan van dollarisatie.
Onder de voormalige Surinaamse toezichtregels en verslaggevingsstandaarden, werden vorderingen op de staat en op de CBvS altijd volwaardig geacht, maar keek de CBvS wel argwanend naar een prima belegging in een buitenlandse obligatie. De staat is de grootste kredietnemer van een aantal banken. Onder IFRS moeten banken bij het treffen van voorzieningen wel degelijk tegemoet komen aan de werkelijke kredietwaardigheid en het betaalgedrag, ook van deze partijen. De CBvS is technisch failliet en blijft op de been door de kasreserves van de algemene banken en de staat is al jaren een wanbetaler met junk-status. De CBvS schrijft in het Financial Stability Report dat banken volgens de International Financial Reporting Standards, zo nodig voorzieningen moeten treffen voor staatsleningen. Dat geldt ook voor vorderingen op de CBvS. Het is niet langer toegestaan om te doen of de Staat Suriname en de CBvS een prima kredietwaardigheid hebben, verre van dat. De banken hebben daarom de vorderingen op de staat en de CBvS fors moeten afwaarderen. Overigens zijn de CBvS en meeste banken veel te laat met het opmaken van hun jaarrekeningen volgens IFRS en daarmee verwijtbaar nalatig.
De CBvS schrijft dat de algemene banken in 2022 vanwege de hoge rente veel gebruik hebben gemaakt van de omo’s en daardoor minder krediet hebben verschaft. Daarnaast werd de winst van de banken positief beïnvloed door koerswinsten. Dat laatste vind ik zorgelijk, want dat betekent dat banken risicovolle open valutaposities hadden. De CBvS heeft de limieten voor toegestane open valutaposities aangescherpt. De risicobuffers van banken namen toe. De goede resultaten leidden tot een hoger rendement op de activa en het eigen vermogen. De gemiddelde ratio voor de kapitaaltoereikendheid steeg naar 16,8 procent eind 2022.
Buitenlandse banken willen steeds minder zaken doen met Surinaamse banken vanwege de slechte Surinaamse kredietwaardigheid en om mogelijke overtreding door Surinaamse banken van regels rond witwassen en crimineel geld uit de weg te gaan. Dat maakt het steeds lastiger om internationale betalingen te doen. De algemene banken zijn druk doende beleid en procedures te versterken om witwassen en transacties met crimineel geld tegen te gaan.
De CBvS concludeert dat het concentratierisico het grootste kapitaalverlies bij banken veroorzaakt, maar dat ook het valutarisico voor banken een groot risico is dat zich manifesteert. Dit risico zal blijven bestaan vanwege de hoge dollarisering van de balans. De risicobuffers voor kredietrisico zijn onvoldoende hoog als gevolg van de verminderde kwaliteit van de kredietportefeuilles. Uit de resultaten van stress tests voor de liquiditeit, bleek dat het banksysteem niet voldoende veerkrachtig is, aangezien banken binnen vijf dagen illiquide zouden worden. De banken en de CBvS hebben nog veel werk te verzetten.
Hans Moison