De president van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, heeft midden februari Suriname bezocht. Op 13 februari sprak hij als gast van de Centrale Bank van Suriname, genodigden toe in een lezing over het onderwerp ‘Centraal bankieren in maatschappelijke zin’. Knot en zijn delegatie brachten tijdens hun verblijf ook werkinhoudelijke bezoeken aan de Centrale Bank van Suriname met een technisch en uitwisselend karakter en ontmoetten President Santokhi. Het bezoek stond in het teken van samenwerking en van een kennismaking met de Surinaamse economie. De rol van de Nederlandsche Bank is sedert de invoering van de euro als betaalmiddel en de toenemende invloed van de Europese Centrale Bank, gaan afwijken van de rol die bijvoorbeeld de Centrale Bank van Suriname vervult. Na wat persoonlijke anekdotes als ijsbrekers, sneed Knot het onderwerp aan van samenwerking en diepere kennismaking, als reden voor zijn bezoek. De vraag over de rol van centrale banken bij duurzame ontwikkeling, bracht hij ter sprake.
Het is niet geheel duidelijk of hij daarmee weet met welke controverse hij flirtte. Een actieve en op duurzame ontwikkeling gerichte Centrale Bank, is namelijk waar Van Trikt, de vorige governor van de Centrale Bank van Suriname, reeds de aandacht voor vroeg en waar het IMF impliciet, met tevredenheid over de aanname van de Centrale Bankwet 2022, groen licht aan lijkt te geven. De robuustere Centrale Bank, met meer uitgebreid instrumentarium, meer rechtstreekse bemoeienis met markten en een verder uitgebreid toezicht, heeft Maurice Roemer een invloed toegekend die hem ten opzichte van zijn voorgangers Telting-en-Hildenberg-ineen kunnen maken, mits hem of zijn opvolgers, het vertrouwen daartoe toegekend wordt, vanuit politiek en bedrijfsleven. Beiden waren in groten getale en met herkenbare gezichten vertegenwoordigd in Knots publiek op de dinsdagavond. Knot noemde duurzame groei en (zelfs) welvaart de overtreffende trap van financiële stabiliteit. Een filosofie die Sigmnud Proeve, bij zijn aanloop naar centraal bankieren, in 2020, deed circuleren en in zijn carrière als bankier en monetair econoom, vaak als basis gelegd heeft aan beleid en besluitvorming. Maar eveneens haaks op de gedachte van matiging en anti-cyclisch reageren, die Telting jarenlang als hoofdlijn vasthield in Suriname.
De nadruk op een anti-witwasbeleid, was een stille wenk aan de aanwezige handhavers (en stille overtreders) in de zaal. Maar Knot schuwde niet om duurzaamheid niet tot de financiële sector te beperken, maar uit te breiden naar milieu als een beleidsdoel, dat de centrale bankiers en de overheid gezamenlijk en niet separaat van elkaar, moeten proberen op te lossen. Het voorbeeld van bosbouw, houtkap en ecologie, kan net zo goed als waarschuwing gelezen worden, met de actualiteiten rondom de bestemmingswijzigingen en gronduitgiften in het vizier, die Suriname zijn carbon negatieve status kunnen kosten. Door concreet de beschikbaarheid van ruim euro 100 miljard aan risico voor Nederlandse financiële instellingen in het kader van milieucontroversies te benoemen, wees de bankier op de eigen wasmand, om behendig als medestander in complexe materie over te komen en niet slechts vingerwijzend en veroordelend.
Het erkennen van de eigen beperkingen, zowel qua bevoegdheden in relatie tot de ECB en voor Suriname, inmiddels tot het IMF en CFATF, was een laatste thema, in het kader van de rol van de bankier als raadgever. Daar herkent Knot een plaats voor investeringen in kennis, kunde en integriteit. Een onderwerp dat Roemer benoemd heeft in publieke optredens, als een prioriteit voor versterking van het instituut. Een goed verstaander kan concrete aanwijzingen trekken uit de keurige houding, maar scherpe analyses, van een diplomatische bezoeker, met een grote institutionele en professionele schaduw van invloed, in zijn verschillende rollen bij zowel DNB, ECB als IMF. De regering kan de taakstelling oppakken met het definitief benoemen van de Raad van Commissarissen voor de Centrale Bank voor een volwaardige termijn van vijf jaar, met kandidaten die aan de juiste kwaliteiten daarvoor voldoen en het buiten beschouwing laten van partijpolitieke motieven.