Waarom er in Suriname geen grote literatuur wordt geschreven

Obed Kanapé, de laatste der dichters

Ik hoorde enige tijd geleden parlementariër en dichter Obed Kanapé, een gedicht voordragen. Ik verstond er niets van.  Hij sprak Saramaccaans.  Zijn stijl was er een van luide kreten en heftige gebaren. Een krachtige performance.  Of een performance van kracht, als een krijgsdans. Onverstaanbare dichters.  Elke bevolkingsgroep heeft er minstens één voortgebracht.  Dat is het eindproduct van de verschillende etnisch-nationalistische stromingen in onze literatuur. De dichters stellen hun talent in dienst van de geestelijke en materiële verheffing van hun etnische groep en werken in een taal  die alleen door hun etnische groep begrepen wordt. In de jaren zestig en zeventig hadden deze dichters hun glorietijd. Een hoogtepunt van deze nationalistische dichtkunst is ‘Wan Bon’ van Dobru.

Achteruitgang van de kunst

Tegenwoordig zijn er weinig dichters actief en van de enkelen die er zijn, zijn een paar al op hoge leeftijd. Er zijn veel minder dan vroeger jongeren zoals Obed Kanapé die zich met het schrijven van gedichten en romans bezighouden.  De productie van gedichten en romans is drastisch verminderd. Toen ik in de jaren zeventig van de vorige eeuw op de middelbare school zat, zat er in elke klas een aankomend dichter.  Ik was er zelf een van.  Ik herinner me dat ik van mijn wiskundeleraar Ronald Venetiaan een keer mijn gedichten in de klas mocht voorlezen.  Het was in de tijd van de stakingen. De leraren waren in actie. Ik herinner me de schaterlach van Venetiaan toen ik de regel “…terwijl de Griekse drachme devalueerde…” uitsprak in een gedicht over mezelf. Moet je voorstellen, een kleine jongen van 12, in korte broek nog.

De productie van kunst is in het algemeen achteruit gegaan. Waarschijnlijk komt dit  deels doordat traditionele werkvormen zoals gedichten en romans zware concurrentie krijgen van sociale media.  Wie gaat vandaag nog gedichten schrijven als je je eigen filmpjes kan maken?

Eind jaren zestig had elke zijstraat van Lelydorp een band.  Een van ze heette The Ebonies, die stond onder leiding van de drummer Roy Ravales, een jongere broer van Dobru.  Het was de eerste beatgroep waarin ik speelde.  Vandaag zijn er nog maar een handjevol bands die live muziek maken.  Er wordt in studio’s met behulp van computers wel veel muziek geproduceerd die flink wordt afgedraaid op de radio , maar geschoolde musici zijn schaars geworden.  Iedereen kan met een computer muziek maken. En dat is ook kunst. Nieuwe technologieën openen nieuwe wegen, maar de saxofoon sound op een computer is niet hetzelfde als het geluid van een echte saxofoon.  Er gaat veel verloren bij digitalisering van de muziek, zoals jarenlange oefening in vaardigheid en samenspel.  Op zich zijn de nieuwe technologieën geen probleem, ze openen nieuwe mogelijkheden voor kunstproductie.  Jammer is dat traditionele technologieën verloren gaan.  Er zijn  geen mensen meer in Suriname die een piano kunnen stemmen of een trompet kunnen repareren.

 

Video killed the radio star

Jaren geleden, in de jaren negentig van de vorige eeuw, was er een liedje populair van een Duitse band waarin men zong ‘video killed the radio star’.   We zouden nu kunnen zeggen: social media killed literature, painting, sculpture and theatre.  Alleen muziek, dans en drama floreren op sociale media.  Performance art, dans, drama en muziek komen tot hun recht op social media.  De nieuwe kunstvormen in ICT dragen bij aan het huidige culturele klimaat van drama. Er is een verarming opgetreden in de diversiteit van de kunstproductie en het culturele landschap wordt overwoekerd door enkele ICT aangedreven visuele en auditieve kunstvormen. De muzikale videoclip is momenteel misschien wel de populairste kunstvorm.

De verarming is niet alleen kwantitatief.  Ook de kwaliteit van de geproduceerde kunst bereikt doorgaans niet het niveau van vorige generaties.  Dat is omdat schrijvers en dichters zich niet bezig houden met de mens zoals hij nu is, maar met hoe hij zou moeten zijn.  De dichters die in Suriname wonen en werken, breken hun hoofd over etnische identiteit en het Surinamer zijn.  De schrijvers die in Nederland wonen, worstelen met hun identiteit en het Nederlander zijn.

 

Wat is kunst?

De belangrijkste schrijvers van Suriname wonen en werken in Nederland.  Zij schrijven over Suriname als over een mythisch droomland van heldhaftige voorouders, niet over een land waar mensen leven zoals er overal mensen leven.  De etnisch-nationalistische dichters in Suriname en de Surinaamse schrijvers in de diaspora schrijven mooie dingen, maar Grote Kunst zullen ze nooit voortbrengen. Grote Kunst?  Grote kunst verheldert, verdiept, verbaast, zegt iets over waarneming, over leven en dood, over de menselijke conditie. Grote Kunst produceert een versterking van waarnemingen, gevoelens en ideeën en gedragingen en resulteert in een verhoogd besef van wat het betekent om mens te zijn. Grote Surinaamse kunst vormt een Surinaamse samenleving en mensen die daarin kunnen leven. Niet alle kunst is groots.  De versiering van gebouwen of meubels of het ontwerpen van industriële producten, zoals tassen en schoenen en patronen voor textiel, wordt ook als kunst beschouwd.

Kunst en ambacht zijn niet scherp van elkaar te onderscheiden.  Van een meubelstuk verwachten we zitgemak, maar geen dieper inzicht in de menselijke conditie.  Toch kan een antiek meubelstuk dat oorspronkelijk niet als ‘kunst’ werd geproduceerd, voor een volgende generatie wel kunst zijn doordat het inzicht geeft in de mentaliteit van vorige generatie en waarom wij nu anders zijn.

Het is de vraag of dingen als totempalen en tembeh-versieringen op boten en pagaaien beschouwd kunnen worden als kunst.  Een houten beeld dat een voorouder moet voorstellen en dat tijdens bepaalde ceremonieën tot leven wordt gebracht, is niet te vergelijken met de beelden van Jagernath Lachmon en Johan Adolf Pengel op Het Plein en ook niet met de keramische beeldjes van cherubijntjes naast de reclameglazen in de pronkkast bij oma in de voorkamer.  Maar de grens tussen kitsch en kunst is vaag en wordt in de huidige tijd steeds vager.

Kunst als zelfstandige activiteit of in dienst van een zaak

Kunst als op zichzelf staande activiteit van mensen, los van economische, religieuze en politieke activiteiten, is iets van de laatste paar honderd jaar.  Vroeger stond ambachtelijke vaardigheid en creativiteit in dienst van godsdienst of politiek. Van ‘kunst’ zoals we die vandaag kennen, was nog geen sprake.

Kunst is een soort taal.  En net als bij elke taal moeten de ontvangers van de boodschap van de kunstenaar de taal kunnen verstaan.  Kunst wordt daarom gemaakt in een herkenbare stijl.  De gebruikers en beschouwers van een kunstproduct moeten de stijl herkennen voordat het product gewaardeerd kan worden.

Niemand weet wat kunst is en wat geen kunst is.  Kunst is een uiting van menselijke creativiteit, maar niet alles wat mensen maken is kunst.  De creativiteit die in Grote Kunst tot uiting komt, verschilt van de creativiteit die te zien is in ambachten, wetenschap en technologie.  Kunst richt zich op het opwekken van een geestelijke reactie bij de beschouwer of gebruiker van het kunstproduct.  Ambachten en technologie staan in dienst van zaken zoals de productie van gemak, winst, macht.

Kunst stelt zich vaak op als dienstvrouw van politiek en religie. Dat komt de kwaliteit van het werk meestal niet ten goede.  Maar toch zijn veel van de prachtigste kunstwerken uit de geschiedenis gemaakt in dienst van religieuze en politieke machten.  De muurschilderingen van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel zijn een prachtig voorbeeld van religieuze kunst.

Wat is kunst?

Het sociaal realisme in de schilderkunst van de Sovjet Unie wordt tegenwoordig niet meer gezien als Grote Kunst. De beeldende kunstwerken die in nazi Duitsland werden geproduceerd, worden niet meer gewaardeerd.  Hetzelfde geldt voor de kunst die in de Confederale Staten van Amerika werd gemaakt om de plantocratie te ondersteunen.  Standbeelden van Generaal Lee, de held van het Zuiden, worden tegenwoordig verwijderd van de pleinen van steden in het Zuiden.  Wij verwijderden het standbeeld van Wilhelmina van ons Plein. Dat zal echte grote kunst niet overkomen.

Grote kunst verschaft beleving van betekenis

Soms wordt kunst pas groot in een volgende generatie.  Grote Kunst wordt soms verguisd omdat het oncomfortabele beelden oproept. Het kan ook gebeuren dat kunstproducten die in een bepaalde tijd hoog stonden aangeschreven, in een andere tijd worden beschouwd als iets van een lagere orde.

Kunst, in de moderne betekenis van het woord, gedeit niet als het in dienst wordt gesteld van een beperkt politiek, ideologisch of religieus doel.   Kunst is niet belerend, is er niet op uit om leefregels  of politieke doelen te propageren.  Echte kunst raakt de toeschouwer of lezer in zijn gemoed, stimuleert de zintuigen en geeft inzicht in de menselijke conditie

Kunst laat de mensen iets beleven.  De kunstenaar en zijn gebruikers/klanten worden door het kunstproduct getransformeerd tot actoren in een wereld van betekenissen, waardoor zij uitstijgen boven de onbegrijpelijke, niet te bevatten zinloosheid van het mens-zijn.  Kunst behoedt de mens voor de vervreemding die de mens overvalt zodra hij zich vragen stelt over de zin van het leven, vragen die prangender worden naarmate de menselijke samenleving zich meer in een technologische bubbel terugtrekt uit de natuur.  Kunst biedt zicht op de onbegrijpelijke angstaanjagende zinloze wereld buiten onze technologische bubbel. Daardoor helpt kunst ons de vervreemding te overwinnen, vervreemding van de natuur, van onszelf en van andere mensen, welke gepaard gaat met het leven in de steeds groeiende en complexer wordende technologische en culturele bubbels geïsoleerd van de natuur.

Kunst voor menswording in tijden van oorlog

Kunst is transformatie van materialen (steen, textiel, verf, papier, inkt, metaal, hout, woorden, maar ook mensen en andere levende wezens) tot dragers van betekenis.  We leven in een tijd van conflict en onzekerheid over alle betekenissen (van het mens zijn, van de wereld).  Deze conditie weerspiegelt zich in de kunst van deze tijd.  De kunstproducten van deze tijd worden gekenmerkt door dramatische effecten,  sterke contrasten, grootse taferelen en grootse gebaren.  Het gaat over activisme en verandering.  De beweeglijkheid, veranderlijkheid, onbestemdheid van het leven staat centraal.  De grote gebaren en de dramatische effecten moeten de onzekerheden overstemmen.  De luide stem van de voordrachtskunstenaar is belangrijker dan de inhoudelijke details van de dichterlijke tekst.  Dat brengt me  terug bij Dobru en Obed Kanapé.  Hun dichtkunst is vooral voordrachtskunst.  Geen kunst voor reflectie en bezinning, maar voor politieke en culturele mobilisatie.  De dramatische voordracht is belangrijker dan de tekst.  Dat is de kunst van deze tijd.

Dobru (Robin Ravales) 1935-1983

De vernietiging van traditionele culturen door de mondiale technologische ‘beschaving’, door ICT en sociale media, heeft een tijdgeest opgeroepen waarin er weinig plaats is voor literatuur.  Er wordt in Suriname daarom geen grote literatuur meer geschreven, literatuur die relevant blijft voor alle tijden.  Onze kunstenaars leven in een postkoloniale wereld in een multinationale samenleving.  Nog niet in staat zijnde in hun kunst de geestelijke en sociale implicaties van deze conditie inzichtelijk te maken, moeten ze het zoeken in de actie van de performance,  de voordracht, het drama.  Stel geen vragen. Laat je overdonderen door het verbale geweld en acrobatiek.  Het tekort aan inzicht moet worden goedgemaakt door het spektakel van de voordracht.

Zonder kunst en kunstenaars is het niet mogelijk de Surinaamse samenleving te vormen tot iets wat de naam samenleving verdient.  Jammer genoeg zijn onze kunstenaars nog vooral bezig te staren naar hun etnische navel en moeten ze hun gebrek aan talent en vaardigheid overschreeuwen met extreme woorden.  “Dertien galgen op het Oranjeplein…”, dat soort dingen.  Hopelijk ontwikkelen zich spoedig kunstenaars die inzicht hebben in de geestelijke en sociale conditie van Suriname en die weten te werken met de nieuwe mogelijkheden van ICT om ons te laten zien hoe wij mens kunnen zijn in deze tijd van racisme, armoede, oorlog en klimaatverandering.

Paramaribo, 2 februari 2024  wjbakker53@gmail.com

More
articles