LOCAL CONTENT WETGEVING LAAT OP ZICH WACHTEN

Suriname is een opkomend gebied voor de olie- en gasproductie en daardoor is de vraag met betrekking tot local content en wetgeving onvermijdelijk. Hoewel het nog steeds onduidelijk is wanneer Suriname een officieel beleid voor local content zal aannemen, is de situatie heel anders in Guyana, waar local content in 2022, goed voor 5 procent was van de economie van Guyana. Dit is natuurlijk een mijlpaal voor de inspanningen van het land voor economische diversificatie en de bestrijding van de gevreesde ‘Dutch Disease’. De Local Content Act van Guyana, die de inkoop van goederen en diensten van Guyanese leveranciers, de doorlopende opleiding van Guyanese arbeidskrachten en kennisdeling door buitenlandse partijen verplicht stelt, heeft in het eerste jaar van haar bestaan met succes contracten binnengehaald voor lokale bedrijven, goed voor een bedrag van USD 700 miljoen en de verbreding van het ontwikkelde arbeidsbestand gestimuleerd. Onlangs vertelde belastingconsulent Roy Shyamnarain op de SEOGS 2023, dat in artikel 17 van de Petroleumwet, wel staat dat contractors bij de tewerkstelling van personeel en de aanschaf van goederen en diensten, voorrang moeten geven aan Surinaamse werknemers en Surinaamse leveranciers, voor zover aanwezig. Volgens hem biedt de Petroleumwet voldoende houvast voor lokale bedrijven om aan de slag te gaan. Maar wij vragen ons af in hoeverre deze wetgeving voldoet aan de realiteit van de olie- en gassector die in aantocht is. Wij zijn van mening dat er wel degelijk     wet- en regelgeving moet komen die specifiek aangeeft, wat de vereisten zijn, wat de sancties zijn voor overtredingen en hoe handhaving gerealiseerd kan worden     Ook moet er beter worden gecommuniceerd met het bedrijfsleven in ons land, zodat het beter op de hoogte is wat van hen verwacht wordt en welke partners het nu reeds kan aantrekken om het wiel niet opnieuw uit te hoeven vinden. Dit      zal ervoor zorgen dat meer Surinaamse bedrijven bijvoorbeeld gecertificeerd zijn wanneer multinationals diensten/producten willen afnemen. Momenteel hebben wij niet de idee dat onze lokale ondernemers weten wat zij moeten doen om te voldoen. Hierdoor zullen zijn in een slechte startpositie verkeren wanneer het aankomt op dit soort zaken. De rechtsfiguur van coöperaties en het Nederlandse model van combinaties en gezamenlijke inschrijvingen, laat schaalvergroting toe, zonder de identiteit of autonomie als ondernemer op te geven.  Daarom kunnen wij leren uit het beleid van de regering van Guyana op het gebied van local content. Wij vragen ons daarom ook af, wat de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF), doen om deze zeer belangrijke kwestie aan te kaarten bij de regering en in het tripartiet overleg. Deze wetgeving moet wel snel op gang komen, want alleen zo zullen lokale bedrijven optimaal munt kunnen slaan uit de opkomende olie-hausse. Ook decentraal en qua soft law, zijn er ontwikkelingskansen.

Daarentegen zijn er dan ook weer bedrijven die niet zitten te wachten op de overheid en zelf informatie inwinnen om te kunnen participeren in de opkomende local content. Keerpunt weet dat er bedrijven zijn die zich al jaren voorbereiden op de komende ontwikkelingen in de offshore olie- en gassector. Er wordt namelijk drastisch geïnvesteerd binnen verschillende sectoren. Indien er een wet komt en de nodige informatie, kunnen andere bedrijven die kunnen inspelen op de behoefte, ook deelnemen. Het is daarom wel essentieel dat de overheid een raamwerk creëert waarin de controle en naleving van de regels zijn gegarandeerd. Een factor die moeilijker realiseerbaar is, wanneer know-how zich tegen opbod concentreert in handen van partijen die juist onder nauw toezicht behoren te vallen, naar de aard van hun activiteiten en strategische positie.

In de afgelopen twee jaar staan Guyana en Suriname in de schijnwerpers vanwege de opwindende olie- en gasontdekkingen die in beide offshore gebieden zijn gedaan. Tot op heden zijn de bewezen olie- en gasreserves van Guyana in het Stabroek-blok gestegen tot bijna 11 miljard vaten, terwijl Blok 58 in Suriname opeenvolgende olievondsten blijft produceren, waardoor het momenteel een van de meest gewilde olieprovincies ter wereld is. Zowel Suriname als Guyana staan aan de vooravond van een grote ontwikkeling die het gezicht van de Caribische natie zal veranderen. Deze nieuwe industrie in zowel Suriname als Guyana, kan een nieuwe kracht in de wereld worden. Daarom is het essentieel om de nodige wetgeving bij te werken, aan te passen en uit te voeren om het succes van beide olie-industrieën te verzekeren. Guyana loopt in dit opzicht voor op Suriname. Het land heeft een Local Content Act ingevoerd om ervoor te zorgen dat Guyanezen een deel van de taart krijgen, samen met een Natural Resource Fund (NRF) Act om het beheer van de olie-inkomsten te regelen. Om even een vergelijking te maken tussen Suriname en Guyana, kunnen wij voorop stellen dat de oliemaatschappijen niet zo een ‘sweet deal’ met Suriname hebben kunnen maken als de oliemaatschappij Exxon, met Guyana. Kortom, Suriname heeft een betere deal gemaakt met de maatschappijen die offshore naar olie zoeken en we hebben dat te danken aan Staatolie. Suriname heeft al jaren meer kennis en kunde met betrekking tot olie in huis en dat heeft ervoor gezorgd dat wij toch meer data hadden over wat de verwachtingen konden zijn van het Suriname- Guyana-bekken. Ondanks dat Guyana initieel niet zo een goede deal voor zichzelf had geregeld, is het nu wel de snelst groeiende economie in het Caribisch gebied en heeft het daardoor wel vijf jaar voorsprong op Suriname met een goedgevuld welvaartsfonds. De vraag is nu of Suriname en zijn regeerders harder (en slimmer) aan de weg zullen timmeren als het gaat om de nodige wetgeving om zaken gesmeerd te laten verlopen.

More
articles