‘SURINAME HEEFT GENOEG GEHAD’?

Suriname blijft in een samenwerkingsverband met de Caribische landen, pleiten voor herstelbetalingen. De Nederlandse regering heeft naast excuses, ook 200 miljoen euro voor ons land uitgetrokken. “Uiteraard hebben we nu een beetje voorsprong vanwege de fondsen die beschikbaar zijn. Het gaat om een helingsproces en een stukje herstelbetalingen. We hebben bijvoorbeeld versterking nodig om onze historie goed te onderzoeken”, aldus president Chandrikapersad Santokhi. “De 200 miljoen euro voor het fonds voor maatschappelijke initiatieven voor verwerking van het slavernijverleden in het hele Koninkrijk en Suriname, is niet het einde van het traject”, zei Santokhi kort voor zijn overleg met demissionair premier Mark Rutte in Brussel, België. Santokhi heeft duidelijk laten blijken, dat er veel meer van Nederland wordt verwacht na de excuses voor het slavernijverleden door koning Willem-Alexander. ‘’Dit is maar een onderdeel, straks komt ook nog het koloniale verleden, we hebben de inheemse bevolking en de nazaten van contractarbeiders.”

Armand Zunder, voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie, is van mening dat je een mensenleven en menselijk leed, niet in geld kan uitdrukken, en daarom vindt hij dat Nederland minimaal 20 miljard euro aan de nazaten van tot slaafgemaakten verschuldigd is. Zunder is van mening dat vooral jongeren, de meeste aandacht verdienen tijdens het proces van herstel van het slavernijverleden. Zunder wees erop, dat de beweging om te geraken tot herstel, nog een lang traject moet afleggen en benadrukte, dat Nederland niet bepaald goedkoop van dit proces van herstel zal afkomen. Hij wees erop dat Nederland intussen heeft bepaald dat er een herstelfonds zal komen van enkele honderden miljoenen, maar stelde dat reparatie een zaak is van miljarden, geen miljoenen. “Nederland is rijk geworden door de arbeid van inheemsen en slaven, die daarvoor nooit betaling hebben ontvangen. Een deel van het geld moet terugkeren. Daarna trekken we een streep onder het slavernijverleden.” Opmerkelijk is dat Zunder geen hoofdthema’s betreffende aanwending en ontwikkelingsdoelen voor de nazaten geïdentificeerd heeft. Een dergelijke aanpak zou de kring van betalers kunnen uitbreiden naar vrijwilligers, investeerders, andere soevereine partijen en zelfs andere groeperingen van benadeelden wereldwijd. De relatie tussen Nederland en Suriname is altijd complex geweest. In 1975 werd Suriname officieel onafhankelijk, maar in economische zin was het voor het land altijd moeilijk om op eigen benen te staan. Nederland keerde daarom eenmalig 3,5 miljard Nederlandse gulden uit. Sindsdien gaat de geldkraan open en dicht en dat heeft alles te maken met wie er op dat moment aan de macht is in Suriname. Wat sedert de aanvang van de ontwikkelingsmiddelen echter wél een consistent thema is geweest, is dat adviseurs, consultants en overige profiteurs van Nederlandse komaf, een gezond gedeelte van de toegekende middelen aan hun omzetkolom hebben weten toe te voegen, vaak genoeg met minder dan vrijwillige consensus van de zijde van de Surinaamse regering. De totale bevolking van Suriname bestaat uit ongeveer 1.000.000 mensen, verspreid over Frans-Guyana, België, Verenigde Staten en Aruba.

Daarnaast bevinden zich in ons land 350.000 mensen van Surinaamse afkomst, volgens Jan Muijs. Volgens een artikel uit 2019 in het Brabants Dagblad, schrijft hij dagelijks naar het Brabants Dagblad en De Telegraaf.  “Er zijn dagen waarop Jan Muijs te Tilburg wel drie brieven naar de krant schrijft. Eigen meningen heeft hij in overvloed”, staat in het artikel.  Wij zijn het niet helemaal oneens met Muijs. Hij stelde wederom in een recent artikel in De Telegraaf, dat toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd van Nederland, bepaald werd dat de financiële schuld van Suriname geheel zou vervallen en het land bovendien 3 miljard gulden zou ontvangen aan ontwikkelingshulp, uit te betalen in een termijn van 10 à 15 jaar. “Ondertussen zijn er door ons land ook excuses gemaakt voor het slavernijverleden. Maar als het aan het Surinaamse staatshoofd ligt, blijft het daar niet bij. Santokhi verwacht méér dan excuses voor het slavernijverleden. En te verwachten is dat daar in een later stadium ook nog eens het koloniale verleden wordt bijgehaald. Rutte heeft al te kennen gegeven, totaal geen voornemen te hebben, om nog meer geld uit te trekken. ‘’Terecht natuurlijk. We hebben al wel genoeg gedaan en het wordt tijd dat Suriname eens zijn eigen broek weet op te houden. Genoeg is genoeg!”, aldus Muijs.  Deze uitspraak is zeker na bijna 50 jaar, niet geheel onterecht, want Nederland heeft vaker Suriname bijgestaan en heeft ons niet totaal de rug toegekeerd. Ook tijdens de covid-pandemie heeft de Nederlandse regering van alles gedaan om ons bij te staan met medische hulp en vaccins. De vraag die wij moeten stellen, is of er inderdaad geld loskomt voor een fonds en of dat daadwerkelijk ingezet zal worden om de jeugd in Suriname te helpen. Wij weten wel dat heel veel jongeren niet in de gelegenheid worden gesteld om zich te ontwikkelen door de omgeving waar zij vandaan komen. Sommigen zijn ook opgegroeid in armoede. Wij vinden het daarom noodzakelijk om meer geld te stoppen in onderwijs, studiebeurzen en ontwikkeling van de jeugd. Dit zal ervoor zorgen dat het land Suriname zich verder ontwikkelt en niet stil staat. We moeten daadwerkelijk denken aan de toekomst en niet meer blijven leven in het verleden en in hokjes denken. Eenieder behoort gelijke kansen te hebben, ongeacht zijn etniciteit of geloofsovertuiging.

More
articles