IMF-hulpprogramma enige uitweg voor Suriname

De verschillende protestacties en onrust in de samenleving doen de vraag rijzen: Hoe stuiten we het economisch verval waarmee we al geruime tijd geconfronteerd worden? Volgens Steven Coutinho, financieel specialist en ex-directeur van De Surinaamsche Bank (DSB), kampt onze economie met de houding van de gemiddelde Surinamer, namelijk ‘winti wai Lanti pai winti wai’. ‘’Met zo een 60 procent van onze bevolking dat direct of indirect werkt bij de overheid en geen waarde creëert, in de economie’’, aldus Coutinho. Volgens hem houdt waarde creëren in, dat er een toevoeging aan de economie plaatsvindt, waardoor meer geld verdiend kan worden.

Hij gaf het voorbeeld van goudwinning, ontginning van olie en de bananenexport, die ook al niet behoren tot waardetoevoeging aan de economie. Zowel het goud als de olie wordt uit onze bodem gehaald en meestal in die vorm verkocht aan buitenlandse ondernemingen.

Bijna hetzelfde kan gezegd worden van de bananen- export, die gepland wordt, geoogst en vervolgens verscheept naar ergens buiten onze grenzen.

De financieel deskundige Coutinho meent dat in onze economie diversificatie moet plaatsvinden, wat wil zeggen dat er tenminste drie sectoren erbij moeten komen met waarde-toevoeging aan de economie. Hiermee wordt bedoeld, dat in het geval van goud, er sieraden uit gemaakt zouden kunnen worden die meer geld kunnen opbrengen dan gewoon het edelmetaal exporteren. Hij verduidelijkt dat er nieuwe sectoren ontwikkeld moeten worden, die waarde toevoegen aan producten die we kunnen maken. Coutinho noemt de waarde die bijvoorbeeld een softwareprogramma toevoegt aan een dergelijk programma, waaraan iedereen iets heeft.

Deze meerwaarde moet worden toegevoegd aan onze economie, met het spreiden van risico’s door tegelijkertijd meerdere hulpbronnen in te schakelen. Met betrekking tot de financiële wereld en investering, betekent het dan ook het spreiden van risico’s door tegelijkertijd te investeren in verschillende aandelen of andere effecten.

De ex-bank directeur van DSB zegt dat er veel meer moet gebeuren aan waarde- toevoeging indien we onze economie willen diversifiëren. Volgens hem kunnen we zo alleen de ernstige economisch crisis in het land bezweren en haar weer op spoor brengen. De uitgaven van de overheid die eigenlijk gepland waren, teruggebracht te worden op de middellange of lange termijn moeten nu drastisch teruggedrongen worden. Hij concretiseert, dat wat over een periode van 10 jaar gepland was, thans in 2 jaar moet worden afgebouwd.

Ook blijft hij erop wijzen dat we als toeleverancier van onze input van de meest basale spullen (bananen en ertsen zoals goud en olie) naar de rest van de wereld worden geëxporteerd, en dan wordt er waarde aan toegevoegd, waarmee veel meer wordt verdiend, dan andere landen aan hebben uitgegeven, aldus Coutinho. Tevens is hij van mening dat de drie tot vierduizend mensen in ons land die het geld in goud en olie van ons land verdienen, nooit zouden kunnen opbrengen, wat we als totale samenleving nodig hebben om het land vooruit te brengen.

Coutinho zegt dat hij na die twee jaar bij DSB te hebben gewerkt kan stellen, dat Suriname een plantage-economie heeft, de economie niet gestructureerd is en er geen werkgelegenheid is voor veel mensen.

Volgens hem zou waarde-toevoeging ertoe moeten leiden, dat op die manier waarde wordt toegevoegd aan de economie. Voorts zou dat maken dat werkers hoge salarissen zouden kunnen verdienen en dat de oplossing zou zijn, omdat dan voldoende koopkracht in de economie te merken zou zijn.

More
articles