Karg: ‘Voorgestelde kiesregelingssystemen stap in juiste richting’

De Studiegroep Aanpassing Kiesregeling, heeft in een rapport het voorstel gedaan voor de aanpassing van het huidige kiesstelsel tot een ideaal stelsel, waarin iedere stem gelijk is en iedere stem een gelijk gewicht heeft. Het voorstel beoogt een volksvertegenwoordiging op te leveren die een goede afspiegeling is van de politieke stromingen en meningen van het volk. “Het stelsel dat wordt voorgesteld, bewerkstelligd realisatie van gelijkheid als een regulatief ideaal en streeft ernaar een op legitimiteit stoelende toepassing van het ‘one-person-one-vote’ beginsel tot gelding te brengen. Daarom is de conclusie gerechtvaardigd dat dit voorstel dat beginsel, – zoals dat in ons rechtsbestel past en daarbij aansluit -, inderdaad tot gelding brengt”, aldus de studiegroep.

Advocaat Antoon Karg zegt desgevraagd, dat beide voorgestelde systemen een substantiële stap in de juiste richting zijn. “Het ontwikkeltraject voor decentralisatie ligt echter meer in de toekenning van bevoegdheden zoals belastingheffing, begroting en executief lokaal, aan de regionale organen al bij wet ingesteld. Aangevuld met serieuze capaciteitsverbreding kan deze sneller de doelstelling van affirmatieve actie teweegbrengen, dan een verzwaarde component op nationaal niveau.

Echter balanceert het verslag uitstekend de grondwet, de bestuurlijke realiteit en de wetenschappelijke onderbouwing. Wij zien uit naar de wetenschappelijke week en de agendering van een of beide voorstellen en een doortastend en breed ondersteund besluit van De Nationale Assemblee”, zegt Karg.

Aanpassing

In overeenstemming met de doelstelling van het Constitutioneel Hof heeft president Chandrikapersad Santokhi de Studiegroep gemandateerd om een aanpassing van de Kiesregeling voor te bereiden, waarin het ‘one-person-one-vote’ beginsel tot gelding komt, omdat dit kan bogen op algemene gelding als norm voor kiesrecht en kiesstelsels in democratieën. De stuurgroep stelt in haar rapport hierover: “Democratieën streven deze, door gelijkheid geïnspireerde norm, in het algemeen na, als ‘regulatief ideaal’: het beginsel is als zodanig normgevend, maar in werkelijkheid niet volkomen. Redenen daarvoor zijn de complexheid van de samenleving en vanwege de veelheid van historische en actuele maatschappelijke omstandigheden en de potentieel conflicterende belangen van functionaliteit en sociale representativiteit.”

Een tweede uitgangspunt dat de studiegroep bij de invulling van het ‘one-person-onevote’ beginsel heeft gehanteerd, is de notie dat kracht en reikwijdte ervan worden bepaald door de juridische en politieke legitimiteit waar het op stoelt. “Dit betekent in het licht van juridische legitimiteit dat de normen, regels en procedures die we in het kader van de rechtsstaat (de ‘rule of law’) belangrijk achten, voor inhoud en toepassing van het beginsel doorslaggevend zijn. Voor politieke legitimiteit betekent het dat beginselen die in de kern van democratie liggen zoals representativiteit, transparantie en maatschappelijk draagvlak, door het one-person-one-vote beginsel geïnspireerd kiesstelsel, als rechtvaardig moeten worden gezien.”

More
articles