‘BTW hoeft niet omhoog als alle bedrijven afdragen’

Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) zou per 1 januari 2023 in eerste instantie vastgesteld worden op een percentage van 15  procent. Later maakte de regering bekend, dat er allereerst een tarief van 10 procent zal ingaan, waarna rond juli dit jaar, het bedrag zou worden verhoogd naar 15 procent. Volgens Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), hoeft de BTW niet omhoog als alle bedrijven meedoen. De VES-voorzitter zegt, dat het gemiddelde tarief niet zal wijzigen dit jaar, maar er zijn wel calculaties voor een hoger tarief. “Er zijn zoveel negatieve schokken in de economie en je wilt als regering dit niet laten verergeren door mensen meer te laten betalen voor van alles. De implementatie is belangrijk, want we hebben tot nu toe geen beeld hoeveel bedrijven BTW betalen.

Ik heb niet de idee, dat het aantal bedrijven schrikbarend is toegenomen sinds januari, maar als de BTW goed wordt doorgevoerd en iedereen betaalt BTW, hoeft het tarief niet omhoog”, zegt Debipersad.

De implementatie van en verwachtingen over de BTW, zijn volgens hem nog steeds niet goed gecommuniceerd vanuit de overheid. “De BTW zou miljarden moeten opleveren, maar ik weet niet of dat gehaald wordt. Feit is dat de overheid niet in staat is om de middelen te incasseren die zijn beloofd op papier”, aldus Debipersad.

Hij vraagt zich nu af wat het traject is van de BTW, vanaf het uittreden van de manager. “We weten namelijk nu niet hoe vlot dat zal gaan, want de overheid ziet BTW als een behoorlijke inkomstenbron, maar als de inning niet wordt verbeterd, zal dat niet lukken. Mijn grootste scepsis bij de BTW is, dat gokkantoren dagelijks vollopen met mensen, maar juist daarop is er geen BTW-heffing. Dat zou de makkelijkste bron zijn om inkomsten van de overheid te innen, maar juist de gokkantoren laat zij op een nultarief”, zegt Debipersad.

Importeconomie hoeft niet negatief te zijn

Een klein land als Suriname met een importeconomie, wordt vaak als negatief gezien, maar volgens Debipersad hoeft dat helemaal niet, want hier is de wisselkoers wel de belangrijkste parameter bij de import van grondstoffen/hulpmaterialen. “Onze economie is heel erg afhankelijk van geïmporteerde goederen en dat betekent, dat de wisselkoers de allereerste parameter is waarmee de rest wordt berekend. Wanneer je wisselkoers wordt ingezet in de productiesector als te zijn productief in plaats van consumptief, dan heft dat elkaar op. We kunnen dan voldoende exporteren. Er is momenteel een gebrek aan vertrouwen binnen en buiten Suriname, waardoor het geld dat verdiend wordt, weer het land verlaat via multinationals en andere grote organisaties. In principe als dat wat geïmporteerd wordt niet alleen voor consumptie wordt gebruikt, maar ook voor productie, heeft dat ook wel een positief effect op de economie”, benadrukt de VES- voorzitter.

More
articles