C-47 teleurgesteld in regering vanwege afwijken van geadviseerd minimumuurloon

Dayanand Dwarka, lid van Vakcentrale C-47, zei gisteren op de Assemblee van de Arbeid in het hoofdkwartier van C-47, dat de vakbeweging teleurgesteld is in de regering vanwege het afzien van het geadviseerde minimumuurloon van SRD 38, 50. De Nationale Loonraad, waarin Dwarka namens Ravaksur zitting heeft, had geadviseerd om het minimumuurloon van SRD 20 op te trekken naar SRD 38,50. Na kritiek van onder anderen ondernemers die stelden het bedrag te hoog te vinden, werd het minimumuurloon vanwege de regering gesteld op SRD 30. Dit bedrag geldt voor de periode 1 maart t/m 30 juni 2023. De regering c.q. het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, stelde dat het minimumuurloon in fasen zal worden verhoogd. De tweede verhoging ad SRD 35 gaat in per 1 juli en geldt tot eind van dit jaar.

Hoewel de regering hierover in overleg is getreden met de vakbond, zegt Dwarka, dat de vakbeweging het niet eens is met het huidige minimumuurloon. Volgens Dwarka heeft de regering tegen de wil van de vakbeweging, een besluit genomen over het minimumuurloon. Dwaka benadrukt dat de loonraad verschillende berekeningsmodellen heeft gepresenteerd aan de regering. Er zijn volgens Dwarka, internationale standaarden en berekeningsmodellen om te komen een minimumuurloon. Bij het berekenen van het minimumuurloon wordt gekeken naar de armoedegrens per gezin en of per persoon. Dwarka gaf aan dat toen hij in 2022 zijn intrede deed bij de loonraad, er weinig tijd was om vóór eind november 2022 een advies uit te brengen over een nieuw minimumuurloon. De loonraad bracht pas in januari een advies uit. Dat was het advies om het minimumuurloon van SRD 20 op te trekken naar SRD 38,50.

Het lag in de planning om het nieuwe minimumuurloon, nadat het aangekondigd was door de AWJ-minister, in te laten gaan per 1 januari 2023. Echter verklaarde het bedrijfsleven verrast te zijn over de hoogte van het minimumuurloon en stelde, dat veel ondernemers niet in staat zijn het nieuwe minimumuurloon te betalen aan hun werknemers.

Ook sociale organisaties die subsidiebehoeftig zijn, konden zich niet vinden in de verhoging. Dwarka vindt deze houding van het bedrijfsleven niet kunnen, vooral niet omdat het bedrijfsleven twee vertegenwoordigers heeft in de loonraad. Daarnaast heeft er ook een stakeholdersmeeting plaatsgevonden waar het advies is voorgelegd. Vervolgens werden de vakbond en het bedrijfsleven volgens Dwarka, door de regering uitgenodigd. Pas daarna is het voorstel gedaan door de vakbeweging om het minimumuurloon in fasen door te voeren.

Volgens Dwarka snijdt het mes aan twee kanten en moeten de belangen van beide kanten bekeken worden. Er moet volgens hem altijd worden gekeken of een bedrijf de verhoging kan dragen voordat deze wordt doorgevoerd. Dit om scheefgroei van de loonstructuur te voorkomen. Het minimumuurloon is volgens Dwarka, een instrument om werknemers rechtvaardig en redelijk te belonen.

More
articles