Het leven wordt wekelijks en soms zelfs dagelijks duurder. Het duurder worden van goederen en diensten heeft een wurgende werking op elke loontrekker. Het is dan zeker niet vreemd, dat de onvrede onder de bevolking toeneemt. We weten allemaal dat onze nationale munt, de SRD, in de afgelopen 12 jaar behoorlijk in waarde is gedaald van SRD2.80,- in 2010 naar meer dan SRD 20,- voor een Amerikaanse dollar. We weten ook dat gedurende de twee regeringen van de NDP onder leiding van Bouterse en Hoefdraad op Financiën er een enorm wanbeleid is gevoerd, waarbij de monetaire reserves van dit land zijn verdampt en daardoor ook de waarde van de Surinaamse dollar. Reeds na vijf jaar Hoefdraad op de Centrale Bank van Suriname, waren de monetaire reserves die de dekking van de SRD moesten garanderen, zo gedecimeerd dat de wisselkoers van Telting SRD2.80,- niet meer kon worden vastgehouden.
De devaluaties van de SRD waren reeds enkele jaren een feit. Eerst ging ons geld achteruit van SRD2.80,- naar SRD 3.35,- om niet lang daarna boven de SRD 4,- te belanden, om vervolgens geheel losgelaten te worden. Het laatste omdat de dekking ook toen niet meer voldoende was om die koers te behouden. Vervolgens werd de koers losgelaten en aan het mechanisme van vraag en aanbod overgelaten. De ene na de andere koersstijging volgde, omdat we geen capabele monetaire autoriteit meer hadden op zowel de Centrale Bank als later op Financiën. Hoefdraad was en is een monetaire beunhaas gebleken en heeft dit land financieel de afgrond in geleid. Wat André Telting in 10 jaar tijd had weten te herstellen vanaf het jaar 2000, werd door Hoefdraad en zijn paarse metgezellen volkomen vernietigd. Het land werd ook nog opgezadeld met een miljarden interne schuld, niet betaalde rekeningen en een buitenlandse schuld die in de honderden miljoenen is opgetekend. Waar men in dit land niet bij stil staat, is dat al deze schulden die gewoon een enorm schuldenvraagstuk opleveren, allemaal terugbetaald zullen moeten worden met de nodige boeterente. Ook beseffen zeer weinigen dat Suriname in de boeken van de ratingbureaus, vastgenageld zit met een junkstatus voor wat zijn kredietwaardigheid betreft. Verder geld lenen in het buitenland voor een redelijke rentevoet en aflossingstermijn, is door deze slechte ratings van Moody’s, Fitch en Standard & Poors, niet langer mogelijk. Men heeft een vreselijke financiële ravage in dit land gepleegd en vervolgens snel overgedragen aan de nieuwe regering, die maar moet zien hoe ze het land verder bestuurd en zorgen dat er geen sociale onrust ontstaat. Een taak die zeker niet eenvoudig is, gezien de hoge wisselkoersen voor buitenlandse harde valuta, die steevast moeten worden neergeteld om binnen een importeconomie toch nog de supermarkten en andere winkels van voldoende goederen te voorzien. We hadden het voor de Covid-19-pandemie al moeilijk.
Covid heeft de economie van dit land een nog grotere en vernietigende klap bezorgd. Veel bedrijven gingen failliet en die overgebleven zijn, hebben het tot op heden heel moeilijk te overleven. Gelukkig is de covid-situatie minder ernstig dan in 2020 en 2021, maar toch is de dreiging van deze ziekte niet voorbij. Maar de misère is voor Suriname nog lang niet voorbij. Er heerst vooral bij de overheid en de gewone burger, nog een groot geldgebrek dat niet zomaar kan worden weggepoetst. Waar we nog zeker op moeten wijzen, is de diefstal door het vorige regiem van de valutakasreserves in de Centrale Bank en behorende tot de hier gevestigde commerciële banken. Geld van de burger dat dwangmatig was gebracht naar de Centrale Bank, werd gewoon gestolen door de gasten van paars. Er werd maar liefst 197 miljoen dollar aan valutakasreserves en termijndeposito’s, niet lang voor het houden van de algemene verkiezingen van mei 2020, door de NDP-kliek uit de Centrale Bank gestolen. Laat dat gezegd zijn en deze roof heeft ook gemaakt, dat we nog verder financieel zijn gezakt. Ook werd de financiële positie van de hier gevestigde banken zwaar ondermijnd.
Dus wanneer we vandaag met een financiële misère zitten die nauwelijks te beschrijven is, moeten we wel kijken naar de oorzaak en in mindere mate naar de gevolgen. Vanaf het begin van dit jaar heeft de wereld ook te maken met de gevolgen van een oorlog in Oekraïne, waarbij de crimineel Vladimir Putin heeft besloten, een soeverein land militair aan te pakken, onder het mom van het bestrijden van nazi-elementen in het Oekraïense Donbas gebied. Maar het moet duidelijk zijn: Putin wenst geheel Oekraïne te bezetten. Wat heeft deze oorlog voor Suriname en de wereld voor gevolgen? Nou, dat is heel eenvoudig: de strijd in Oekraïne heeft de stijging van de internationale prijs voor een barrel ruwe olie van rond de 70 dollar, opgevoerd naar wel 120 dollar en meer.
Dit betekent dat wereldwijd de prijs voor benzine en diesel per liter aan de pomp enorm is toegenomen en dat in alle landen. Stijgende brandstofprijzen hebben dan ook onmiddellijk tot gevolg dat alle goederen en diensten duurder worden. Dat merken we nu ook in Suriname en dat heeft niets te maken met financieel wanbeheer van onze monetaire autoriteiten, maar met een externe inflatie. De oorlog in Oekraïne heeft ook tot gevolg, dat de prijs voor alle tarweproducten de lucht in is geschoten.
Oekraïne is een van de grootste tarweproducenten ter wereld. Vooral in Afrika dreigt er nu hongersnood, omdat Oekraïne zijn tarwe en graan niet kan exporteren. Door de gestegen prijzen voor brandstoffen, worden alle landen en vooral de arme, zwaar getroffen en krijgen de samenlevingen in deze naties het nog zwaarder.
Dat men nu zwaar ontevreden is door de gestegen brandstofprijzen is begrijpelijk, maar dit is echt niet te wijten aan slechte beslissingen van onze overheid, maar hoofdzakelijk aan externe negatieve prijsontwikkelingen. Wie de prijs van onze benzine en diesel vergelijkt met het buitenland en verstand heeft van valutawisselverhoudingen, komt onmiddellijk tot de conclusie, dat de benzine en diesel hier veel goedkoper zijn dan in omliggende landen.
De overheid is overgegaan tot een deelsubsidie, omdat ze beseft dat de doorsnee burger echt niet veel meer zal kunnen betalen voor brandstof.
Tussen 2010 en 2020 heeft men onze munt doodgewoon in zijn waarde geruïneerd door te graaien in de monetaire reserves in de Centrale Bank.
Dat we nu te maken hebben met torenhoge prijzen en een absurd hoge wisselkoers van de SRD ten opzichte van de dollar en de euro, is het gevolg van wanbeleid, gevoerd door de gevluchte statisticus die overigens door het Openbaar Ministerie wordt gezocht voor zijn gepleegde misdrijven tegen land en volk. De onvrede en armoede in dit land vallen niet te onderschatten, maar men moet wel eerlijk blijven en willen inzien, dat er een oorzaak is voor deze ellende en dat we momenteel te maken hebben met het nare gevolg. We moeten blijven hopen en bidden dat de huidige machthebbers erin slagen wat totaal is vernietigd, wederom te herstellen, hoeveel pijn dat nog enige tijd aan velen zal doen.