Niet opgeloste bevindingen geconstateerd in jaarverslag CBvS 2019

“De in de jaarrekening ter vergelijking opgenomen bedragen zijn ontleend aan de jaarrekening over het voorgaande boekjaar, waarbij een verklaring van oordeelonthouding is verstrekt, gelet op het belang van de volgende niet-opgeloste bevindingen”, aldus BDO-accountant Robin Ferrier in het jaarverslag over 2019. Onder de noemer ‘Vorderingen op de Staat Suriname – ‘Geconsolideerde Staatsschuld-III’, zegt de accountant van BDO, dat deze vordering op de Staat Suriname geen wettelijke basis heeft en niet door enige harde zekerheidsstelling gedekt is. De niet-gedekte overige vorderingen op de Staat Suriname, betreffen vorderingen op de staat die na balansdatum zijn ontstaan uit hoofde van de aanpassing van de rentevoet van de ‘Geconsolideerde Staatsschuld-III’ van 3,5% naar 9%, voorgeschoten betalingen van 2015 tot en met 2017 in het kader van de technische ondersteuning aan het ministerie van Financiën, de kapitaalaanpassingen voor het boekjaar 2016 en het cumulatief verlies over de boekjaren 2016 en 2017.

Verder stelt de accountant, dat gestort kapitaal van de Bank  niet conform artikel 4.1 van de Bankwet is bijgestort. “De fysieke opname van diverse voorraden en inventaris per ultimo boekjaar 2018 is niet bijgewoond door de onafhankelijke externe accountant. Hierdoor is er geen zekerheid over het bestaan van de hierna opgenomen activa per ultimo 2018. Voorraad goud grenailles ter waarde van SRD 14.747.142 (toelichting 6), voorraad industrie goud ter waarde van SRD 19.375.742 (toelichting 7), kasgelden ter waarde van SRD 103.228.393, kluisvoorraad bankbiljetten ter waarde van SRD 517.985.000, voorraden herdenkingsmunten en gemunt goud ter waarde van SRD 19.956.102.”

“Per ultimo 2018 is de aanvulling aan de pensioenvoorziening (inclusief other post-employment benefits) voor zowel gewezen presidenten van de Bank als voor het personeel niet actuarieel bepaald. Op basis van een schatting is een dotatie aan de pensioenvoorziening verantwoord in 2018 ter hoogte van SRD 11.911.279. Doordat de pensioenvoorzieningen per ultimo 2018 niet actuarieel zijn bepaald, is er geen zekerheid over de juistheid van de dotatie aan de pensioenvoorzieningen ten laste van het resultaat en de hoogte van de pensioenvoorzieningen per ultimo 2018”. Daarom stelt de accountant, dat aangezien de openingsbalans van invloed is op de resultaatbepaling, zij niet hebben kunnen vaststellen of er eventuele correcties nodig zouden zijn met betrekking tot de verantwoorde resultaten en de openingsbalans van de vordering op de Staat met betrekking tot het voorgaande jaar.

Bron: JAARVERSLAG 2019 CBvS

More
articles