IN HET VIZIER

Suriname verwierf op 25 november 1975 zijn staatkundige onafhankelijkheid van Nederland. Wie had gedacht dat Den Haag en delen van de Nederlandse samenleving na die datum, geen belangstelling meer voor ons land zouden hebben, heeft het altijd bij het verkeerde eind gehad. De beide landen hebben tal van banden, die je niet zomaar in één dag opzij schuift; daarvoor zijn ze te lang met elkaar verbonden geweest. Nog geen vijf jaar na de onafhankelijkheid werd de democratie in Suriname om zeep geholpen, wel of niet met medeweten of betrokkenheid van Den Haag. We willen hier niet te diep ingaan op de rol die de militaire attaché op de Nederlandse ambassade, de kolonel Valk, hierbij gespeeld heeft. Door de honderdduizenden mensen van Surinaamse origine die na de onafhankelijkheid naar Nederland zijn geëmigreerd, is het logisch dat het doorsnijden van de banden met Nederland een onmogelijke opgave is, al heeft Desi Bouterse dat dolgraag gewild en ook herhaaldelijk getracht, zulks te verwezenlijken. Maar in de afgelopen ruim 46 jaar, is de belangstelling van Nederland voor Suriname er niet echt minder op geworden. We onderhouden nog steeds diplomatieke relaties die met het aantreden van de regering Santokhi, wederom zijn aangehaald, nadat ze zeker 10 jaar onder het NDP-regiem van Bouterse zwaar waren bekoeld. Het zou daarenboven volkomen naïef zijn te denken, dat men in Nederland niet of slecht geïnformeerd is over wat zich hier op dagbasis voltrekt. Ook is het niet verstandig te denken, dat de belangstelling van het voormalige moederland, niet meer aanwezig is voor Suriname. De olievondsten voor onze kust zullen zonder meer de belangstelling bij het zakenleven in Nederland hebben opgevijzeld. Het is zeker verwachtbaar dat men meer aandacht voor ons land zal krijgen en dan niet alleen in andere landen in de regio en daarbuiten, maar vooral bij Nederland. Men is heel goed op de hoogte van wat hier gebeurt en de sociale media leveren daar een heel belangrijke rol en bijdrage in. Zo is het in Nederland genoegzaam bekend, dat ook hier de georganiseerde en grensoverschrijdende misdaad in opmars is en dat veel leden van de gewapende machten, al onder zware invloed van drugscriminelen zitten en zelfs maandelijks op de betaalrol van hen staan. Dat de Nederlandse Politie Bond nu aan de bel trekt en de Nederlandse overheid erop wijst, dat ook het Korps Politie Suriname, KPS, voor een aanzienlijk deel door drugscriminelen is geïnfiltreerd en dat de rechtsstaat en democratie in groot gevaar verkeren, en totaal overgenomen kunnen worden door de drugsmaffia, geeft aan dat men precies en van dag op dag weet, wat zich hier afspeelt. Het zou ons niet verbazen indien leden van het KPS, die nog niet zijn ingepalmd en de organisatie wensen te redden, aan de Nederlandse Politie Bond hebben gevraagd hen de reddingsboei toe te werpen. De Nederlandse regering die ook heel goed op de hoogte is van wat er reilt en zeilt in Suriname, heeft nog niet afdoende gereageerd op de noodkreet van de politiebond, inzake de penibele situatie bij de politie in de voormalige kolonie. Als een voorzitter van de Surinaamse Politie Bond, Milando Atompai, verklaart dat het KPS failliet is en eigenlijk niet meer in staat is zijn taken naar behoren uit te voeren, dan wordt een dergelijk bericht ook in Nederland opgevangen en beoordeeld. Dat de Nederlandse Politie Bond nu aan de bel trekt, is iets waar we al jaren over schrijven en waar we de regeringen die veel te weinig geld hebben gestoken in het KPS, herhaaldelijk op hebben gewezen. Het is nu zeer zeker te hopen dat men de ernst van de zaak gaat inzien en snel en drastisch ingrijpt bij het KPS, willen we de nationale veiligheid niet helemaal uit handen geven aan lieden die daar niets mee van doen hebben. Dat men in Nederland Suriname voortdurend in het vizier heeft, is in ieder geval voor ons overduidelijk.

 

More
articles