Centrale Bank van Suriname rapporteert miljardenverliezen

Kasreserves algemene banken als reddingsboei

De voortvluchtige ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, hield publicatie van de jaarverslagen van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) tegen, omdat daaruit zijn criminele activiteiten zouden blijken. Met grote vertraging wordt 30 oktober 2020 het verslag over 2015 openbaar gemaakt. De verliezen worden niet in mindering gebracht op het eigen vermogen maar opgenomen als vordering op de Staat Suriname. Het resultaat is kunstmatig opgepoetst door met terugwerkende kracht de rente die de Staat aan de CBvS betaalt te verhogen van 3,5% naar een ‘marktconforme’ 9%.

Pas na 15 maanden, op 1 februari 2022, publiceert de CBvS het eerstvolgende verslag over 2016. Het gerapporteerde verlies over 2016 bedraagt SRD 593 miljoen (de huidige koers van de euro is SRD 22,8). Aanvankelijk was dit SRD 729 miljoen, maar dit verlies is teruggebracht door met terugwerkende kracht de rente die de Staat aan de CBvS betaalt te verhogen. Het verlies is voor zover mogelijk in mindering gebracht op de reserves en voor het overige opgenomen als vordering op de Staat. De CBvS verwacht een verlies over 2017 en winst over 2018 en 2019. De resultaten over 2020 en 2021 zullen weer fors negatief zijn doordat onder valse voorwendselen de kasreserves van banken zijn overgeheveld naar de CBvS die deze heeft misbruikt voor oneigenlijke doelen.

De grote verliezen van de bank in 2015 en 2016 zijn voornamelijk te wijten aan de valutatermijncontracten met de algemene banken, waarbij de CBvS in haar eigen nadeel blunderde met de tarieven en geen benul had van rentepariteit. In 2016 bedragen de ‘gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde’ maar liefst SRD 678 miljoen negatief. Eind 2016 heeft de CBvS valutacontracten met een tegenwaarde van SRD 819 miljoen in de boeken die tegen volstrekt ridicule condities zijn aangegaan. De verkregen Amerikaanse dollars en euro’s worden bij afloop terug geleverd aan de contractpartij tegen storting van het equivalent in SRD tegen de oorspronkelijke transactiekoers per contractdatum. Dat kost heel veel geld door rentederving en leidt tot astronomische verliezen.

De CBvS presenteert een bedrag aan kapitaal en reserves van SRD 112 miljoen eind 2015 en SRD 28 miljoen eind 2016. Deze bedragen zijn geflatteerd omdat de verliezen over 2015 en 2016 niet geheel in mindering zijn gebracht op het eigen vermogen maar zijn opgenomen in de ‘Geconsolideerde Staatsschuld IV’ als onderdeel van de totale leensom. De CBvS schrijft dat de Bankwet niet voorziet in de verwerking van verlies over een boekjaar boven het saldo van het reservefonds. In dit geval wordt de realiteit daarom aangepast aan de wet. In artikel 1 lid 3 van de geldlening van 28 april 2020 is volgens de CBvS de bepaling opgenomen om de geprojecteerde (ongecontroleerde) verliezen en tekorten in het kapitaal betreffende de boekjaren 2016 tot en met 2019, per jaar aan de leensom toe te voegen als de Staat niet inkomt met afdrachten. Het (opgepoetste) resultaat over 2015 was SRD 256 miljoen negatief en over 2016 SRD 593 miljoen negatief. Kapitaal en reserves bedragen in werkelijkheid eind 2016 ca. SRD 740 miljoen negatief. De CBvS al jaren technisch failliet.

De CBvS recapituleert de verliezen over de periode 2015 tot en met 2021 bij de beoordeling van haar eigen bedrijfscontinuïteit. In 2019 werd de kasreserveregeling aangescherpt, waardoor banken een groot deel van hun tegoeden in vreemde valuta moesten overhevelen naar de CBvS. Ik waarschuwde medio 2019 al dat deze middelen zouden worden misbruikt door de toenmalige machthebbers, maar de bankiers en zogenaamde ‘deskundigen’ stemden – al dan niet schoorvoetend – met de nieuwe regeling in. Begin 2020 werden de kasreserves, zoals verwacht, grootschalig misbruikt door de regering om ‘basisgoederen’ aan te schaffen en aan andere verplichtingen van de Staat te voldoen. Omdat daardoor de tegoeden in vreemde valuta van de balans van de CBvS verdwenen, resteerde een schuld in vreemde valuta aan de banken uit hoofde van de kasreserve.

In 2020 en 2021 daalde de SRD fors in waarde. De tegenwaarde van de schuld in vreemde valuta van de CBvS nam explosief toe. Volgens de ongecontroleerde interne cijfers van de CBvS bedraagt het verlies over 2020 SRD 1,5 miljard en over 2021 SRD 2,8 miljard. Dat betekent dat de CBvS over de periode 2015 tot en met 2021 een verlies lijdt van ongeveer SRD 5 miljard! Het werkelijke eigen vermogen zou nu ongeveer SRD 5 miljard negatief zijn. Laat dat even op u inwerken. De CBvS schrijft eufemistisch ‘Het resultaat van de Bank is vanwege de depreciatie van de SRD in 2020 en 2021 negatief beïnvloed.’ en dat deze negatieve resultaten aanleiding geven ‘tot een wezenlijke onzekerheid omtrent de continuïteit van de Bank.’

Bij de gebeurtenissen na balansdatum doet de CBvS uit de doeken welke bijzonderheden zich na het boekjaar hebben voorgedaan. Hier komen ook de discutabele aankopen van onroerend goed aan de orde, die nooit hadden mogen plaatsvinden omdat de CBvS geen onroerend goed mag aankopen anders dan voor eigen gebruik. Het gaat onder meer over de aankoop van een terrein van DAVG ter waarde van USD 20 miljoen, en objecten ‘van de Staat’ ter waarde van euro 105 miljoen. Niet in alle gevallen is de waardering of koopsom per project bekend, noch een taxatie. Een aantal objecten ‘van de Staat’ staat op naam van stichtingen, naamloze vennootschappen of natuurlijke personen, maar niet de Staat.

Het IMF vond begin 2016 ‘roulatie’ van de lang zittende accountant BDO wenselijk. In 2017 werd een nieuwe buitenlandse accountant Deloitte & Touche aangesteld. De toenmalige governor Van Trikt heeft er in 2019 van afgezien om van de diensten van Deloitte & Touche gebruik te maken omdat protectionistische maatregelen vereisen dat de accountant in Suriname is gevestigd. Medio juni 2019 is EY als accountant aangesteld voor een review over de boekjaren 2016 en 2017 en een controle over het boekjaar 2018. De relatie met EY is om niet toegelichte redenen voortijdig beëindigd. Een andere accountant van BDO, het kantoor dat al langer bij de CBvS was betrokken, heeft de controle over de boekjaren 2015 en 2016 uitgevoerd.

De accountant onthoudt zich om begrijpelijke redenen van een oordeel onder meer vanwege de grote ongedekte vorderingen op de Staat zonder wettelijke grondslag, het niet volledig volgestorte kapitaal, en de onzekerheden over de continuïteit van de bedrijfsvoering. De CBvS liep in deze jaren aan de leiband van de toenmalig minister van Financiën. De vorderingen op de Staat lopen op van SRD 3,5 miljard eind 2015 naar SRD 3,9 miljard eind 2016. In de jaren erna lopen deze vorderingen nog aanzienlijk op tot een geconsolideerde vlottende Staatsschuld van ca. SRD 8,5 miljard volgens de meest recente weekstaat.

De personen die verantwoordelijk waren voor de malversaties bij de CBvS gedurende de vorige regeerperiode waren dom of crimineel, maar waarschijnlijk beide. Wanneer marionetten van de vorige regering betogen dat er ook veel goeds is gedaan, moeten zij proberen om de jaarverslagen van de CBvS te lezen en te doorgronden. Dan komen zij van een koude kermis thuis.

Hans Moison

More
articles