Een snoepje door een winkelier toegestopt krijgen, terwijl je als klant na het doen van jouw inkopen, wacht op kleingeld, schijnt een gewone zaak te zijn geworden. Op de vraag, waar jouw kleingeld blijft, krijg je te horen, dat er geen kleingeld is. Sinds wanneer is een snoepje een wettig betaalmiddel? De burgerij zou dit op geen enkele manier moeten accepteren, gezien je met dezelfde verkregen snoepjes niet kunt stappen naar de winkel om inkopen te doen.
Dit fenomeen kan leiden tot escalaties tussen partijen. Wij van Keerpunt zijn natuurlijk op de hoogte van het wisselgeldprobleem dat al een tijdje speelt, maar we merken ook dat winkeliers een gat in de markt hebben gezien en zo misbruik maken van de gelegenheid. Als winkelier dien je kleingeld te hebben. Het is nu ook mogelijk om bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), coupures van bijvoorbeeld SRD 1 te bemachtigen. Er zijn ook winkeliers die kleingeld proberen te innen door middel van het verschaffen van rente op ingeleverde munten. Met een kleine moeite heb je dus wel kleingeld.
Winkeliers zijn intussen ook op zeer listige wijze bezig winst te maken op een gemeenschap die zich laat misbruiken door haar ‘tye poti’ mentaliteit. Reken maar uit: als 100 klanten per dag 1 SRD achterlaten, heeft de winkelier per dag een winst van SRD 100. Dit lijkt niet veel, maar op weekbasis is het SRD 700. Met het simpele smoesje dat er geen kleingeld is, heeft hij aan het eind van de maand SRD 2800. Genoeg om een deel van de vaste lasten te dekken, zonder daar iets voor verkocht te hebben. Je krijgt dan wel een snoepje, maar snoepjes zijn niet zo duur en daardoor boekt de winkelier zijn zogenaamde ‘kleine zoete winst’. Dus terwijl de gemeenschap lijdt onder de hoge winkelprijzen, wordt op zeer listige wijze geld uit haar zak geklopt.