Rabindre Parmessar, fractieleider van de NDP in De Nationale Assemblee, heeft gisteren tijdens de openbare vergadering van het college onthuld, dat Guyanese vissers bij hun regering, hun ontevredenheid hebben betoogd over het niet verstrekken van visvergunningen door de Surinaamse regering en dat ze zelfs enorme problemen ondervinden bij hun werkzaamheden in Surinaamse wateren. Zij zouden zelfs door Surinaamse ambtenaren belast met de controle op zee en in andere wateren, worden afgeperst. De Guyanese regering zou tijdens het bezoek van president Santokhi aan dat land, deze kwestie hoog op de agenda hebben willen plaatsen en een toezegging van ons staatshoofd willen afdwingen. Parmessar vroeg in de jongste assembleevergadering, duidelijkheid over deze kwestie. Volgens Parmessar, willen de Guyanezen maar liefst 150 nieuwe visvergunnignen van onze autoriteiten. Het is niet duidelijk of president Santokhi toezeggingen aan de Guyanezen heeft gedaan. We nemen aan dat Parmessar geen zaken uit de duim zuigt en dus goed op de hoogte is van de wensen van de Guyanezen, die erop gericht zijn onze visgronden nog intensiever te komen plunderen. Een dergelijke en eventuele toezegging van ons staatshoofd, zal een enorme schade aan onze visgronden veroorzaken en zeker geen win-winsituatie voor Suriname opleveren.
Gedurende het kabinet Bouterse II, hebben lieden van de voormalige politieke oppositie, moord en brand geschreeuwd, toen Chinese hecktrawlers hier onze visgronden wilden komen plunderen en het kabinet van Bouterse van plan was, wel een vergunning aan deze visroofpraktijk te verlenen. Ook deze krant was fel tegenstander van deze eventuele vergunningverlening en ook de lokale vissers tekenden groot protest aan. De hecktrawlers vergunningen verlenen zou betekenen, dat onze visgronden totaal zouden worden vernield en onze eigen vissers brodeloos gemaakt. Gelukkig zag het kabinet Bouterse in dat het totale waanzin betrof, de Chinezen toestemming te verlenen hier de zaak te komen vernielen en Suriname er alleen maar nadeel bij kon ondervinden. En juist omdat we onze visgronden wensen te beschermen en voorkomen dat er straks niets meer te halen is, is het van het allergrootste belang niet meer visvergunningen aan Guyanezen te verlenen. De visgronden van Venezuela en Guyana zijn grotendeels leeg en daarom wenst men verder oostwaarts te trekken om verder te plunderen. Volgens onze informatie hebben Surinaamse vissers gedurende het kabinet Bouterse gevraagd om vergunningen, maar die niet gekregen, omdat ze niet politiek gelieerd waren aan de NDP. Ook is het zo dat er voldoende Guyanezen hier vissen, en meerdere vergunningen verstrekken zal tot een grote schade leiden. Het is al decennialang bekend dat Guyanezen met of zonder vergunning, in onze wateren tekeergaan en vrijwel al hun vangst richting Guyana brengen. Ze vissen niet alleen buitengaats, maar varen de Corantijn-, Saramacca- Coppename-, Marowijne- en Surinamerivier op om naar hartenlust te vissen en worden daarbij nauwelijks gehinderd vanwege onze slecht fungerende controlemechanismen.
Ook is het bekend dat onder de Guyanese vissers de grootste criminelen zitten, die elkaar regelmatig beroven en zelfs vermoorden. Zijn we de grootschalige moordpartij voor de Wia Wiabank en Kwerimanbank van enkele jaren geleden, vergeten? Is het ons niet bekend dat vrij regelmatig deze lui elkaar op zee beroven en vermoorden? Daarbij worden de visvangst, visnetten en buitenboordmotoren gestolen en de opvarenden vermoord. Moesten wij deze lui in grote getalen binnenhalen? Wij denken dat het de meest ondoordachte beslissing van het staatshoofd zou zijn, overstag te gaan voor de Guyanese wens. Kan ons staatshoofd ons misschien aangeven, wat voor voordeel we tot op heden van de Guyanezen hebben gehad? In de afgelopen decennia hebben deze lui slechts van ons geprofiteerd en we mogen er dan ook geen moment vanuit gaan, dat ze ons heel erg veel voordeel zullen opleveren. We bevinden ons in een crisis en hebben vanaf 1980 meerdere crises meegemaakt en altijd de veerkracht getoond, die te overwinnen. Maar al maken we nu de zwaarste crisis door sinds onze staatkundige onafhankelijkheid, mag het nimmer zo zijn, dat wij uitverkoop houden, omdat een buurland vermeent zich momenteel in een betere economische positie te bevinden en daarom ons tal van zaken denkt te kunnen aftroggelen. De president moet heel goed nagaan, wat de voordelen voor Suriname zijn, wanneer hij eventuele toezeggingen doet aan de Guyanezen, omdat die toevallig nu wat meer verdienen aan de aardolie-export. Vier jaren zijn zo voorbij, dan zitten wij met godswil financieel en economisch ook in de lift, als er niet wederom op grote schaal wordt gestolen en het volk benadeeld. Ons staathoofd dient zijn beeld te verbreden en ook te kijken naar andere landen die goede betrekkingen met ons onderhouden en ook heel veel te bieden hebben. Guyana is zeker niet het land, waar we ons al te intensief op moeten concentreren en tal van zaken toezeggen, waar we naderhand best wel veel spijt van kunnen hebben. We denken dat de president meer dan gewone affiniteit met dat land heeft, maar we moeten nuchter blijven en kijken wat voor ons land goed is en vooruitgang zal opleveren. En als we die vooruitgang daadwerkelijk beogen, dan is Guyana niet bepaald het heiland dat ons tot enorme hoogte zal kunnen brengen. Voor wat betreft de visvergunningen aan Guyanezen, willen we het staatshoofd vragen, een toezegging die in de Guyanese pers zou zijn gemeld, in heroverweging te nemen en pas na een heel goede afstamming met tal van zogeheten eigen stakeholders, een slechts voor Suriname voordelige stap te ondernemen.