SML IN BENARDE FINANCIËLE SITUATIE

In 2018 wilde de VHP samen met andere oppositionele partijen op een zo kort mogelijke termijn, dat de toenmalige regering meer informatie zou verschaffen over de door haar genomen en uitgevoerde besluiten in de kwestie van de uitgifte van bezittingen aan de Stichting Machinale landbouw (SML) aan de Westland Sama Group N.V. en daartoe alle bestaande documenten beschikbaar stelde aan De Nationale Assemblee. Zij deden dit beroep op basis van artikel 85 van het Reglement van Orde. De VHP legde een interpellatievoorstel voor aan

De Nationale Assemblee ter goedkeuring, waarbij zij van de regering informatie wilde hebben over de garantie die gegeven werd om de productie en productiviteit van de bevolkingslandbouw in de rijstsector te verzekeren en over de compensatie van de zware verliezen van de agrariërs als gevolg van het gevoerde wanbeleid. Toen al was de VHP ervan op de hoogte dat er in werkelijkheid geen sprake was van een doorstart van de SML, aangezien zowel het productieproces als het eindproduct niet gedemonstreerd kon worden. Dit kwam vanwege het gevoerde wanbeleid van de regering Bouterse- Adhin, in het bijzonder ex-minister Soeresh Algoe.

De toenmalige regering had de landbouwers valselijk geïnformeerd over de bestemming van SML. Uit een hypothecair uittreksel blijkt dat al het onroerend goed behorende bij SML, voor de duur van 40 jaar in grondhuur is uitgegeven aan de Westland Sama Group N.V. Ook had de regering Bouterse te kennen gegeven, dat de Sama Group N.V. eveneens de schulden had overgenomen. Over de hoogte van de schulden alsook de oorzaak en wanneer die waren ontstaan, was  volgens de regering Bouterse, meer duidelijkheid vereist. Thans is er bij beschikking van de huidige minister van LVV in januari 2021 een nieuw bestuur van de SML aangesteld. Het bestuur heeft in de afgelopen vier maanden veel werk verzet, om inzage te krijgen van de situatie bij SML. Bij de overdracht heeft het bestuur documenten met betrekking tot de financiële administratie ontvangen, die grondig bestudeerd moesten worden. Er zijn daarover geen accountantsverslagen over de afgelopen jaren. Door de administratieve procedure is het bestuur niet erin geslaagd, om tot op heden inzicht te krijgen in de financiële administratie bij de Harkrinbank N.V. en de VCB Bank. Keerpunt heeft naar aanleiding van het tussentijds rapport van de SML deze informatie verkregen, waarin duidelijk staat, dat het laatste verslag van de SML dateert over het derde kwartaal van 2010. De stand van zaken van SML omvat verschillende kwesties, waaronder een schuld van USD 1 miljoen die is overgenomen door lokale investeerders. Bij de overdracht van bezittingen van SML in 2017, worden uitgezonderd het terrein waar de EBS is gevestigd. De investeerders die meerdere malen in het rapport worden genoemd, zijn de Westland Sama Group N.V. en Rice Processing Company N.V. Hierbij wordt vermeld, dat Westland Sama alle roerende en onroerende goederen en schulden van SML overnam in 2017.

De Rice Processing Company heeft toen afgesproken, dat zij zou investeren in de Parboiled productie. Dit verzoek werd toen gedaan door de toenmalige minister van LVV, Soersesh Algoe, om de overdracht aanvraag te willen bespoedigen en afhandelen. Op de eerste pagina’s van het rapport werd de kwestie van de pelmolen Biswamitre-weg aangehaald. De voormelde pelmolen werd op 19 september 2007 via een openbare verkoop verkocht aan de hoogste bieder voor SRD 1.740.000,-. Op 22 mei 2015 kocht de SML dezelfde pelmolen voor een bedrag van USD1.800.000,-, waarbij de regering moest inkomen met een bedrag van USD 600.000,-.

Deze pelmolen werd aangeschaft door SML, zodat padie opgekocht kon worden die bestemd zou zijn voor de exportmogelijkheden naar Venezuela, Haïti, Columbia en Iran. Vervolgens werd dezelfde pelmolen op 6 september 2017 verkocht aan Westland Sama Group N.V. De pelmolen werd toen op 3 augustus 2017 bezwaard met een hypotheek van USD 975.000,-,  te behoeve van de Hakrinbank. De conclusie die uit dit rapport wordt getrokken, is dat de pelmolen voor SRD1.740.000,- werd gekocht en voor USD1.800.000,- doorverkocht aan SML. Uit de reeds verzamelde documenten door het nieuwe bestuur van de SML, is niet gebleken dat de exporten daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, waardoor er sprake is van een miskoop. De SML heeft door deze transactie grote financiële schade geleden.

Uit de notariële akte blijkt dat de pelmolen is gekocht vrij van hypotheken, hypothecaire inschrijvingen en beslagen, terwijl uit het hypothecaire uittreksel is gebleken dat er een hypotheek rust van USD 975.000, -. Ondanks de gedane toezegging, is de hypotheek nog steeds niet geroyeerd.  Als koopsom is in de notariële akte genoemd een bedrag van SRD 400.000, -. De vraag is hoe het kan dat  een onroerend goed dat op 22 mei 2012 gekocht is voor een bedrag van USD 1.800.000, –  op  6 september 2017 is doorverkocht voor SRD 400.000,-, waarop een hypotheek is gevestigd van USD 975.000,- ten behoeve van de Hakrinbank N.V. Uit stukken blijkt wel dat een schuld van USD 1.000.000,- bij de Hakrinbank is opgenomen door de koper. Er bestaat onduidelijkheid over de koopovereenkomst. De feiten geven aanleiding voor een diepgaand onderzoek naar deze transacties.

More
articles