SLACHTOFFERS VAN DE PLUNDERGEEST

Vrijwel een ieder in dit land wordt momenteel getroffen door de verergerde economische  crisis, die reeds in 2016 goed tot uiting kwam door de tweede devaluatie van de SRD ten opzichte van de dollar, nadat de monetaire reserves van de Centrale Bank al grotendeels waren geplunderd door de eerste paarse regering van Bouterse en de ‘monetaire’ charlatan Hoefdraad als governor op de moederbank.

Reeds aan het eind van 2015, maakte Bouterse zelf bekend op een persconferentie, dat het financieel zeer slecht gesteld was met de Surinaamse economie en dat er een chronisch gebrek was ontstaan aan vreemde valuta.

Dat zou te maken hebben gehad met de crisis in het buitenland en de negatieve effecten van deze crisis op ons land.

Natuurlijk was dat de zoveelste aperte leugen en verdraaiing van de ware financiële en economische gegevens van dat moment, en waar zijn kabinet en de statisticus op de moederbank, ons in hadden  gesluisd.

De internationale c.q. wereldcrisis waar Bouterse dit land aan trachtte te verbinden, was  in 2015 en begin 2016 allang achter de rug en de financieel-economische ellende waarin we toen waren beland, was geheel en al aan zijn verspillende regering en de corrupte beunhaas op de Centrale Bank te wijten.

Reeds in 2016 was het vooral binnen onze bankinstellingen geen geheim meer, dat Hoefdraad er in vijf jaar tijd een geweldige puinhoop van had gemaakt en mede door de enorme spilzucht van de paarse partij, de monetaire reserves tot een verontrustend niveau waren gereduceerd. Ook was het in bancaire kringen toen bekend, dat Hoefdraad enorme koersverliezen had geleden en dat  dit verlies meer dan 1 miljard SRD bedroeg.

Keerpunt heeft zich altijd afgevraagd, of de mensen die zich bij de NDP hadden aangesloten en bereid waren voor de kabinetten van Bouterse te werken, zich nimmer hebben verdiept in de Surinaamse geschiedenis vanaf 1980 en  het gevoerde beleid op momenten dat de militairen aan de macht waren en ook de periode waarin we te maken hadden met de paarse regering onder leiding van Wijdenbosch.

Beschikken deze personen niet over een gezond denk- en of analytisch vermogen, om te weten dat geen enkele monetaire voorraad in de Centrale Bank van Suriname veilig is onder het beheer van de paarse bende? Wisten deze mensen niet dat tegen het einde van de zogeheten revolutie, de staatskas totaal was geplunderd en dat bij het aftreden van Wijdenbosch in 2000, ook toen alles was  leeggeroofd en verkwist. Weten deze mensen bijvoorbeeld niet dat tijdens Wijdenbosch, erop een gegeven moment geld moest worden geleend bij de Islamitische Ontwikkelingsbank om de olierekening te kunnen voldoen. Suriname had toen ook al geen geld om gasoline en diesel te kopen om zo de industrie draaiende te houden en het wagenpark rijdende?

Schulden en nog eens schulden werden achtergelaten voor de tweede regering van Runaldo Venetiaan.

En deze plundermentaliteit is nooit verdwenen, het zijn namelijk dezelfde mensen uit de militaire dictatuur van Bouterse 1980-1987 en de regering Wijdenbosch 1996-2000, die in de afgelopen tien jaar weer alles leeg zijn komen stelen en er zelfs niet voor hebben geschroomd toen er niets meer was in de Centrale Bank, om via de aangestelde pion Van Trikt, ook een groot deel van de valutakasreserves en termijndeposito’s, groot 197 miljoen dollar, te stelen. Laten ze niemand iets wijs maken, dat het geld gebruikt is.

Het geld was van het Surinaamse volk en daar moesten ze met hun smerige grijpgrage vingers vanaf blijven.

Het verbaast Keerpunt dan ook, dat de mensen die zo ‘haira’ waren om op diplomatieke posten (geschoold of niet) te gaan zitten, er geen rekening mee hielden dat op een gegeven moment, de betalingen in valuta niet meer zouden kunnen plaatsvinden, omdat er teveel en op onverantwoordelijke wijze was geplunderd uit de reserves van de moederbank.

Telting,  de zeer integere governor van de Centrale Bank onder de regeringen van Venetiaan, maakte tijdens de regering Venetiaan II aan een vertrouweling duidelijk, dat de staat elke maand ruim 1 miljoen US dollar kwijt was aan de diplomatieke missies.

Het zijn deze diplomatieke vertegenwoordigingen van Suriname in het buitenland die nu minstens dit bedrag of meer per maand moeten ontvangen en die al enige tijd niet betaald zijn, omdat de huidige regering dat zeer vermoedelijk niet kan en omdat de financiële vernietiging van dit land door de regering Bouterse, nog steeds en diepgaand doorwerkt.

Het zijn allemaal financiële naweeën waar het kabinet Santokhi nu mee geconfronteerd wordt.

Er is gewoon geen geld. We vinden het vreselijk voor de carrièrediplomaten die al decennialang hun krachten namens de Repu-bliek Suriname in het buitenland geven, dat ze hun maandelijkse gelden niet kunnen ontvangen.

Echter hadden de mensen die niet in diplomatieke dienst waren in 2015 en 2016 en door nepotisme op posten zijn beland, beter kunnen weten.

Ze hadden kunnen bevroeden dat op een bepaald moment,  de overmakingen zouden stagneren als gevolg van  een financieel-economisch en monetair wanbeleid, dat op zijn zachtst gezegd op gewetenloze wijze werd uitgevoerd.

Deze mensen zijn nu het slachtoffer van wanbeleid uit 2010-2020  en zullen maar moeten zien hoe ze zich redden.

Velen zullen moeten terugkeren en het is ook niet duidelijk, wie de kosten voor repatriëring zal ophoesten. De staat heeft nu eenmaal geen geld. Deze echte en pseudo-diplomaten zijn door dieftigheid, het slachtoffer geworden van een regiem dat niet voor het land en volk werkte, maar voor het vullen van de zakken van een kleine selecte groep.

More
articles