COMMUNICATIE PERIKELEN

Het wordt steeds zichtbaarder dat er wordt gesoebat tussen zeker twee coalitiepartijen in de huidige regering Santokhi, over de manier waarop de overheidsvoorlichting gestalte moet krijgen en hoe ze dient te functioneren. We hebben in het verleden veel voorlichtingsdiensten bij de overheid gekend, enkele waren de Regerings Voorlichtings Dienst, RVDS, daarna de Regerings Publiciteits Dienst, RPD, gedurende de revolutie de Nationale Voorlichtings Dienst, NVD, en natuurlijk laatstelijk onder de NDP-regering, het Nationaal Informatie Instituut, NII. Zowel gedurende de revolutie als de regering Bouterse, werd de informatie centraal verzorgd en verstuurd en stond natuurlijk onder zeer nauwgezette controle van regeringsloyalisten, die er garant voor stonden dat het regeringsbeleid hoe wanstaltig het ook was, verdedigd en vergoelijkt werd. En dat kon allemaal, omdat onder de dictocratie van Bouterse met haar 26 parlementszetels, parlementaire aanhangsels niets in de melk te brokkelen hadden. Het Nationaal Informatie Instituut kon maken en breken en voortdurend subjectiviteit de ether in blazen. Was in de periode van de revolutie ook niet anders, want toen was er geen persvrijheid en functioneerde de zogeheten Nationale Voorlichtings Dienst, gewoon als doorgeefluik van de militaire machthebbers onder leiding van Bouterse. De jongeren onder ons hebben geen flauw idee wat de pers toen voor ellende heeft moeten doormaken. Het regelmatig op het matje roepen bij de NVD van journalisten, omdat een bepaald bericht aanstootgevend zou zijn geweest voor de militaire kliek, was zeker niet ongewoon. Maar ofschoon we in de 21ste eeuw leven en er sprake dient te zijn van een gezonde democratie, zijn er nog steeds lieden bij de overheid en in de regering, die denken dat ze de communicatie naar de gemeenschap op een aanstootgevende wijze moeten misbruiken en naar zich toe trekken. Men wenst niet eensgezind en in alle objectiviteit het volk voor te lichten. Men wenst wederom zaken binnen de hokjesstructuur aan te gaan pakken met de uiteindelijke bedoeling, etnische groepsbelangen te behartigen. Wanneer gaan we in dit land leren, dat we de belangen van de gehele bevolking dienen te behartigen en beschermen en niet die van een groep die toevallig een of meerdere personen in schakelfuncties heeft zitten? Als er wederom voorlichtingsafdelingen komen op alle ministeries en deze zich niet wensen te houden aan het beleid dat door de gehele coalitie is afgesproken en uitgewerkt, dan lopen wij de kans een ‘kakofonie’ toestand te krijgen waar geen touw aan vast te knopen is en die het regeringsbeleid schade kan berokkenen. Voor Keerpunt is het overduidelijk dat de regeringspartij Abop, in veel opzichten haar eigen richting denkt te kunnen gaan en zelfs bij de overheidsvoorlichting, dwars denkt te moeten gaan liggen in stede in harmonie met de overige regeringspartners te werken aan een goed uitgelijnd communicatieapparaat waar ze ook haar zegje kan en mag doen. Abop en haar leider schijnen nog steeds niet te begrijpen dat in een coalitieregering, het geven en nemen is en dat niet telkenmale de chantagetroef op tafel gelegd dient te worden. Blijf je dat doen en dat geldt natuurlijk ook in de kwestie van de overheidsvoorlichting, dan zullen de verhoudingen binnen de coalitie er niet beter op worden en zal het wantrouwen alleen maar toenemen. Van goed bestuur zal dan op den duur ook geen sprake meer kunnen zijn. We hebben geen behoefte meer aan een gecentraliseerd communicatie-instituut als de NVD of het NII, maar wel een die goede en eerlijke voorlichting naar de gemeenschap wenst te brengen. En om tot een dergelijk instituut te komen, dient er consensus en goede afstemming tussen de coalitiepartners te zijn. Zoals de zaak zich nu ontwikkelt, is er zeker sprake van een ongecoördineerdheid, waarbij de een de ander tracht te overtroeven en dat illustreert de verdeeldheid en het wantrouwen tussen de partners met meer dan normale nadruk. Men dient te beseffen dat de politieke tegenhangers, zaken voortdurend in de gaten houden en daar zeker op zullen willen inspelen.

More
articles