Nederland zou, kort nadat bekend geworden was dat Chan Santokhi de nieuwe president van ons geliefd land is geworden, hebben aangegeven, de banden met de voormalige kolonie te willen herstellen. Nederland zei ook, bereid te zijn Suriname te helpen op economisch gebied. Vervolgens zal ook de diaspora worden versterkt. Prachtig idee is dat, maar de vraag rijst, wat Nederland in ruil daarvoor verwacht. We weten uit ons verleden dat het voormalig moederland nooit iets zomaar doet. Meestal verwacht het iets ervoor terug. In het verleden was er sprake van politieke inmenging en wilde Nederland van alles op de hoogte zijn en meebepalen. We moeten niet teruggaan naar vroeger, toen men ervan uitging dat we geen kennis van zaken hebben en hulp nodig hebben op elk gebied. Nederland heeft kennis, Suriname heeft kennis, beide landen kunnen kennis uitwisselen, dan is er sprake van een win-winsituatie. Goed zou zijn als investeerders en professionals uit de Surinaamse diaspora in Nederland, bereid zouden zijn om hun krachten aan ons land te geven. Diverse sectoren kunnen dan weer op gang komen.
Echter zullen zaken dit keer anders aangepakt moeten worden. Er moet gedaan worden aan kennisoverdracht, want we mogen nooit meer in een situatie komen te zitten dat de sectoren stil komen te liggen. Wat de regering niet moet doen, is de banden met China verwaarlozen. Daarbij moet de regering wel bedenken, dat China niet alleen voor ontwikkeling in de vorm van een aantal projecten heeft gezorgd (o.a. asfaltering van wegen en huizenbouw), maar ook voor enorme schade, denk maar aan de kaalkap die in ons bos plaatsvindt. De nieuwe regering zal ook moeten toetreden tot de Europese markt en Suriname de waardering laten krijgen die het verdient. Nu de belangrijkste vraag: wanneer mogen wij visumvrij naar Nederland reizen, zoals eerder is beloofd?