Nadat bekend was dat de VHP de verkiezingen van 25 mei had gewonnen, maar niet genoeg zetels had om de regering te vormen, werd gelijk gedacht aan een samenwerking met de Abop. De ABOP heeft 8 zetels behaald, VHP 20. Al gauw werd er gesproken over een samenwerking tussen de VHP, ABOP, NPS en PL, en werden zelfs de ministersposten al vrijgegeven. Opvallend in het geheel waren de onderministeries op posten waar de Abop de scepter moet zwaaien. Onderministeries dienen als controlerend orgaan zodat er niet à la dol beslissingen worden genomen. Moeten wij hieruit concluderen, dat de ene partij de andere niet vertrouwt? Na kritiek vanuit de samenleving, maar nog meer vanuit het kamp van de Abop, werd snel besloten de onderministeries te laten vallen. Deze waren dus niet nodig? Een deel van de gemeenschap haalde aan, dat de VHP beloofd zou hebben te bezuinigen op het overheidsapparaat, echter was ze met het instellen van deze onderministeries op dezelfde manier begonnen als haar voorganger, die een geldverspillend beleid heeft gevoerd in de afgelopen jaren. Een ander deel van de samenleving was van mening dat de VHP, de Abop totaal niet vertrouwt en dus daarom de onderministeries nieuw leven in wilde blazen. Zou de VHP dit doen als ze genoeg zetels had om alleen de regering te vormen? Controle hoeft geen daad van vijandschap te zijn, maar hoeft niet plaats te vinden via onderministeries, het kan ook op een andere manier. Een transparant beleid bijvoorbeeld, dat scheelt al heel veel. In het verleden is er flink gestoeid met gemeenschapsgelden, denkt u maar aan het verjaardagsfeestje van voormalig minister Alice Amafo. Zoiets moet natuurlijk voorkomen worden.