Volgens VHP-parlementariër, Asiskumar Gajadien, is het van belang dat terwijl De Nationale Assemblee(DNA) zich buigt over de in staat van beschuldiging stellen van de minister van Financiën, de president hem afzet en het Openbaar Ministerie(OM) de gelegenheid geeft om zijn werk te doen. Dit zegt de parlementariër naar aanleiding van het verzoek die de Procureur Generaal(PG), Roy Baidjanath, heeft gedaan aan de voorzitter van het parlement. Hij zou in zijn brief hebben gevraagd Gillmore Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen. De vordering zou zijn vergezeld met een opgave dat de feitelijke omschrijving van de misdrijven waarvan de minister wordt beschuldigd bevat.
Gajadien hoopt dat het parlement spoedig bij elkaar wordt geroepen, zodat het verzoek van de PG kan worden goedgekeurd. “De VHP is altijd voorstander geweest van de rechtstaatgedachte en zal op grond hiervan ook meewerken aan het verzoek van de PG”, zegt Gajadien. Hij geeft verder aan dat het niet de eerste keer is dat Hoefdraad de status van verdachte krijgt. “Eerder had hij het leningen plafond overschreden en was er ook al een rechtszaak aangespannen. De Coalitie zou toen beschermend hebben opgetreden door wetswijziging”, stelt de parlementariër. Volgens hem moet de bewindsman de eer aan zichzelf houden en zelf bedanken.
“In een normaal geciviliseerde rechtstaat had Hoefdraad zelf zijn ontslag moeten indienen”, aldus Gajadien.
Volgens de parlementariër maakt het niet uit als de coalitie zal trachten de minister in bescherming te nemen of hem offeren om wederom zielen te winnen, omdat het volgens hem reeds laat is. “Het is niet alleen Hoefdraad geweest die zich in de afgelopen tien jaar schuldig heeft gemaakt aan corruptieve handelingen, maar de gehele regering”, stelt Gajadien. Hij geeft verder aan dat vanaf dag één al duidelijk was dat de handelingen gepleegd door de ex-governor van de Centrale Bank van Suriname, Robert van Trikt, niet alleen zouden zijn gedaan, maar dat de minister van Financiën een even grote rol vervulde. Hij geeft aan dat om al deze redenen de Anticorruptie commissie nooit is ingesteld door de president. “Hij wist precies waarmee de mensen onder hem bezig waren, maar niets blijft lang geheim”, aldus Gajadien.