TAPU SKREKI

We waren er in de jaren tachtig van de vorige eeuw, tijdens de militaire dictatuur van Bouterse die naderhand als ‘revo’ aan ons werd gepresenteerd en niets anders was dan het vervolgtraject van een ordinaire staatsgreep, wel aan gewend geraakt: de provocaties, de verschillende vormen van intimidatie en waar de regelrechte bedreigingen onderdeel van vormden. Velen in deze gemeenschap leefden toen in grote angst, gezien de vele mensenrechtenschendingen die zich in die tijd voordeden, waar er geen recht meer gold en je elk moment van de dag kon worden opgepakt, mishandeld en in het ergste geval vermoord. Maar die tijd is allang vervlogen, al is het zo, dat bepaalde lieden zijn vastgeroest in hun denkbeelden over hoe ze bepaalde voor hen onverkwikkelijke zaken moeten oplossen en nog steeds denken, dat absurde en niet langer toepasbare methoden van intimidatie en bedreigingen, sterk achterhaald zijn en achterwege gelaten moeten worden. En toch zijn er lieden die denken met regelrechte of verkapte bedreigingen, weg te kunnen komen anno 2019. De afgelopen dagen werd er informatie gedeeld  waar bepaalde delen van media eveneens de beschikking over kregen en wel die betrekking had op een vermeend vergrijpen door een minister van een bij hem op kantoor te werk gestelde secretaresse. Verschillende journalisten beijverden zich om wat meer informatie te bemachtigen over deze vermeende beschuldigingen aan het adres van een bewindsman, maar bemerkten al spoedig, dat de toegangen tot informatie bij de betrokken instanties, gestadig dichtslibden. Openbaarheid van bestuur, vermoedelijk door politieke inmenging, was wederom volledig zoek geraakt. Leden van de vrije en onafhankelijke media, werden wederom in hun hemd gezet. Vreemd genoeg kon bij de benaderde en bevoegde instanties, nergens gelijk ontkenning van de vermeende beschuldigingen tegen de bewindsman verkregen worden. Er werd wederom flink gedokt en bevoegden bleven onvindbaar. Ondertussen gingen bepaalde gegevens deze zaak betreffende, ook via sociale media naar het grote publiek. Respectabele en onafhankelijke vrije media gingen niet verder in op deze zaak. De desbetreffende bewindsman reageerde wel furieus op de aantijgingen en ontkende in alle toonaarden. Op audio waren de minister en de secretaresse waar het eigenlijk om gaat, te beluisteren via sociale media. De bewindsman ontkende en ook de secretaresse, wel of niet geïntimideerd, deed geen verwijten de minister regarderende. Maar waarom zo een zeer nadrukkelijk verweer van de bewindsman? Als je daadwerkelijk van mening bent totaal onschuldig te zijn en van de prins geen kwaad weet, is een dergelijke reactie natuurlijk zwaar overbodig. Maar waarom werd naderhand een Facebook klant die informatie over deze zaak op dit sociale media forum had gedeeld, nadrukkelijk bedreigd door een voorlichtingsfiguur op het departement van de meergenoemde bewindsman? Was dat om puur witte voetjes te maken bij de bewindsman, of is er toch achteraf veel meer aan de hand dan bekend is gemaakt in deze kwestie? Een Amerikaanse president ontkende ook maanden achtereen, een onzedelijke relatie te hebben gehad met een medewerkster, maar moest later toch toegeven, dat hij zich had vergallopeerd. Maar in Suriname is er geen openbaarheid van bestuur en worden hoge pietjes die nog niet tot de afvalligen behoren, goed ingedekt c.q. beschermd. Waar we als Surinamers wel zeer alert over moeten blijven, is dat het niet meer getolereerd kan worden dat elke nietsnutter maar kan overgaan tot bedreiging van een ander en daar straffeloos over kan blijven.

More
articles