Eigenaar trawlers verliest kort geding: Boten moeten vertrekken

In het kort geding dat tegen de staat was aangespannen door Ross National Fisheries N.V., heeft de rechter vandaag vonnis gewezen. Volgens de rechter voldoen de zes Chinese fabriekstrawlers niet aan de eisen van de Surinaamse viswetgeving, vandaar dat de vordering is afgewezen. Mark Lall, secretaris van het Visserscollectief, zegt desgevraagd, dat het standpunt van de rechter in dezen duidelijk is, en dat de boten zo snel mogelijk moeten vertrekken. Lall zegt dat het vonnis nog niet schriftelijk is overgedragen, maar dat de rechter al reeds een uitspraak heeft gedaan in deze kwestie. “De rechter is heel duidelijk geweest in zijn onderbouwing en heeft ook duidelijk aangegeven waarom er geen vonnis aan Ross Fisheries gewezen zou kunnen worden, en dat is ook wat wij vanaf het begin hebben aangehaald”, zegt Lall.
Hij geeft aan dat de vissers zich er wel van bewust zijn dat de eigenaar van de trawlers in hoger beroep zou kunnen gaan, en dat is ook waarom zij het verzoek aan de rechter hebben gedaan om na officiële ontvangst van het vonnis, de opdracht te geven aan het Openbare Ministerie, het vertrek van deze zes grote fabrieksschepen te versnellen. “Ook zullen wij een beroep doen op de instanties die belast zijn met het vertrek van deze schepen om er zo snel mogelijk werk van te maken”, stelt de secretaris. Volgens Lall wordt de het vissen bemoeilijkt door de aanwezigheid van deze schepen, omdat die zich volgens hem op een plek bevinden waar aan kustvisserij wordt gedaan.
De Chinese hektrawlers die zich vanaf november 2018 in onze wateren bevinden, kregen van minister Parmessar tot 22 mei de kans zich te verwijderen. Echter sleepte eigenaar Ross National Fisheries N.V. de staat voor de rechter, omdat hij in de veronderstelling was dat de trawlers wel over een geldige visvergunning beschikten. Echter bleek het niet te gaan om een vergunning, maar slechts om een bewijs van aanvraag.

-door Yves Kloppenburg-

More
articles