‘Uitspraken Bouterse president onwaardig’

foto: Johan de Randamie

Bestuurskundige August Boldewijn, noemt de uitspraken van president Desiré Bouterse in de richting van procureur-generaal (PG) Roy Baidjnath Panday, een president onwaardig. De president zou op een eergisteren gehouden persconferentie gezegd hebben, dat de PG hem zou hebben geadviseerd om artikel 148 van de grondwet in te zetten om het 8 Decemberstrafproces stop te zetten. De PG zou vervolgens een week daarna toch zijn meegegaan met de eis van de auditeur-militair om de zaak voort te zetten. De president zei dat hij om deze reden geen respect heeft voor de PG.
Volgens Boldewijn heeft de president de uitspraken gedaan om de bevolking ervan te overtuigen dat niet hij, maar de PG, het proces stop wilde zetten. De president moet volgens Boldewijn, toegeven dat het 8 Decemberstrafproces hem zwaar op de maag ligt en dat hij om af te komen van de zenuwen, de PG op een onjuiste manier heeft bejegend. Boldewijn geeft aan dat de president zijn verontschuldigingen zou moeten aanbieden aan de PG, maar dat hij gezien de gelegenheid waarbij de president de uitspraak heeft gedaan, niet de indruk heeft dat dat zal gebeuren.
Ten aanzien van artikel 148 van de grondwet, zegt de bestuurskundige dat de ex-minister van Justitie en Politie, Jennifer van Dijk-Silos, in een schrijven aan de president gesteld heeft dat de staat in een onveilige situatie zou zijn en dat daarom het 8 Decemberstrafproces volgens artikel 14, stopgezet zou moeten worden. Boldewijn legt uit dat het vervolgingsbeleid bij de regering ligt en dat de regering het Openbaar Ministerie kan opdragen om zaken stop te zetten als het land in een noodtoestand verkeert, waarmee bedoeld worden een oorlog, overstromingen en andere rampsituaties. “De regering heeft niet kunnen aantonen dat de staat in een onveilige situatie verkeert. Het artikel kon ook niet uitgevoerd worden”, zegt Boldewijn.
Daarnaast was het proces al gestart toen de Amnestiewet werd goedgekeurd. “De justitiële apparaten waren al begonnen met het onderzoek. Het is moeilijk om dan aan te geven dat het proces gestopt moet worden. Anders treed je in de bevoegdheid van de rechterlijke macht. Het proces moest daarom met of zonder Amnestiewet voortgezet worden”, verduidelijkt Boldewijn.
Boldewijn heeft vele malen gewezen op het feit dat Suriname niet geïsoleerd is van de wereld en dat de president de PG niet op zo een wijze publiekelijk kan bespreken. Overigens zou een dergelijke handeling waarvan de PG beschuldigd wordt, betekenen dat hij medeschuldig is aan de moorden en zijn daad zou hem onkundig en ongeschikt voor de functie van PG maken. “Het moet duidelijk zijn dat Bouterse niet als president wordt vervolgd, maar als persoon”, stelt Boldewijn. Overigens moet er een onderzoek gedaan worden als mensen vermoord zijn. “We moeten weten op welke manier en waarom. Als de president zegt: ‘’Stoppen’’, dan moet hij duidelijk aangeven waarom hij dat wil”, aldus Boldewijn.

 

-door Priscilla Kia-

More
articles