ME NO WANI YERE NOTI MORO

`Voorie, je moet me geen poppenkast meer komen uitleggen, ik wil weten wanneer ik mijn geld zal kunnen ontvangen en wanneer je betere arbeidsvoorwaarden voor mij kunt afdwingen, want ik kan het niet meer uithouden met die devaluatie en al die gestegen prijzen in de winkels en de verhoogde tarieven voor water en licht. En zolang ik dat niet van je kan vernemen, kom ik niet meer werken. En als het nog langer zo doorgaat, zullen de leden alles in het werk stellen om een bestuur aan te stellen dat wel in staat is meer voor mij en de andere wrokomans te bereiken.’ Woorden van gelijke strekking krijgen vakbondsleiders momenteel naar het hoofd geslingerd. Leden van bonden die het water aan de lippen staat, worden ongeduldig, omdat ze thans te maken hebben met een situatie waarbij ze na enkele dagen geen geld meer hebben en overgeleverd zijn aan de willekeur vanwege de regering die beslissingen neemt die het leven van alle dag alleen maar ondraaglijker maken. Devaluatie op devaluatie en daarop volgende inflatoire werking binnen de economie heeft gemaakt dat velen zich thans geen raad meer weten en dat weer anderen thans pinaren. Wat moet je doen als je al twee maanden geen geld hebt ontvangen en het tweede baantje, dat doodvermoeiend is, niet voldoende oplevert om een normaal bestaan van driemaals daags eten te garanderen? Radeloos kan je ervan worden en dan stap je, indien mogelijk, naar je voorzitter van de vakvereniging in de verwachting dat deze iets voor je zou kunnen doen. En dan blijkt dat Voorie niet bij machte is met de vuist op tafel te slaan, omdat hij politiek gelieerd is of omdat hij gewoon niet krachtig genoeg is om wat af te dwingen. Ook kan het zijn dat het bedrijf waar de bond bij aangesloten is, in dusdanig groot financieel gevaar verkeert door niet-betaalde rekeningen vanwege de overheid dat er gewoon geen geld is om de werknemer beter te belonen. Voorie is aan handen en voeten gebonden en kan niet veel doen. In dit specifieke geval zou een nieuw bestuur ook weinig kunnen uitrichten, omdat de werkgever alleen meer kan geven als hij ook zijn geld van Lanti krijgt. En dan zijn er ook nog vakbondsbonzen die zich hebben aangesloten bij de regering en er alles aan doen om hun eigen eng belang veilig te stellen en dan ook de overige vakcentrales in de kou laten staan en op vreselijke wijze het belang van de achterban verwaarlozen en in een geval zelfs tegenwerken. Het zijn deze mensen die de werkende klasse in de steek laten en denken aan de consolidering van de eigen positie en het verbeteren en in stand houden van de verworven positie. Dit soort vakbondsvoorzitters zijn de verraders van de werkende klasse en huldigen het opportunisme. Een verstandig lezer en bekend met de huidige Surinaamse situatie en arbeidsverhoudingen, weet precies over wie wij het hebben. De Surinaamse overheid heeft door haar slecht financieel en macro-economisch beleid, dat gekenmerkt werd en wordt door verspilling, dit land en de gehele gemeenschap in de grootste problemen gebracht. Ze heeft de monetaire reserves geplunderd en is al vele maanden in een situatie beland waarin ze haar rekeningen niet meer kan betalen. Schulden zowel lokaal als internationaal heeft ze op grote schaal lopen en betalen komt er maar niet van. Door dit wanbeleid heeft ze de SRD verschillende malen moeten devalueren en zijn de kosten voor de gehele samenleving met raketsnelheden de lucht in geschoten. Zo gingen de tarieven voor nutsvoorzieningen drastisch de lucht in en is de jongste verhoging voor elektrische energie totaal onaanvaardbaar voor de gehele gemeenschap. Niet te dragen zijn de verhoogde tarieven voor een ieder die aangesloten is op het elektriciteitsnet van de EBS. De toestand is thans zo erg dat bedrijfsleven en vakbeweging zich hebben gebundeld en bereid zijn tot actie over te gaan als de recentste verhoging niet wordt teruggedraaid. Zowel de `kleine man’ als de grootverbruiker kunnen niet overweg met deze nieuwe tarieven. De `kleine man’ kan het nieuwe tarief niet meer opbrengen en de grootverbruiker zal de duidelijke negatieve gevolgen van de verhoging in zijn omzet merken. Een omzet die eerder zal dalen dan stijgen. De `kleine man’ die al nauwelijks uitkomt met zijn huidige salaris en geen zicht heeft op correcties in zijn loon op de korte termijn, is dan ook radeloos en wordt ook agressiever. De bereidheid om te werken onder deze omstandigheden neemt dan ook af. Vandaar dat vakbondsvoorzitters door de leden zullen worden aangezet om hardere standpunten in te nemen en desnoods over te gaan tot massale stakingsacties om de overheid op andere gedachten te brengen. Ook bij de lantimans zal men uiteindelijk niet meer naar de verhaaltjes van een omgekochte leider luisteren en zoeken naar andere leiders die wel een vuist durven maken tegen beleid dat alleen maar verpaupering en zware armoede tot gevolg heeft. Het IMF kan eisen wat het wil , een volk laten pinaren is een totaal andere kwestie en volledig onacceptabel, vooral als dat volk weet dat dit helemaal niet nodig zou zijn geweest bij goed en prudent macro-economisch beleid, zoals we dat hebben gekend onder leiding van governor Telting en minister Hildenberg. De regering is met het IMF in zee gegaan, omdat ze financieel aan de grond zit en er geen andere strohalmen waren om zich aan vast te grijpen, zoals de minister van Financiën onlangs verklaarde. Wat de regering niet van dit volk kan vragen, is dat het bereid is door dik en dun haar te blijven volgen en ondersteunen, terwijl de keerzijde van medaille niets anders is dan zware katibo die misschien nog enkele jaren zal moeten worden gedragen. Het is dan ook geen wonder dat velen zich thans roeren en niet van plan zijn deel te worden van zware achteruitgang in het dagelijkse bestaan. Of het mogelijk is de energieverhogingen terug te draaien, weten we niet. Wel is het zo dat terugdraaiing in strijd zal zijn met de IMF-afspraken die gewoon aan deze bevolking worden opgedrongen.

More
articles