Voorzitters van overkoepelende vakorganisaties hebben thans geen keus en moeten naar hun leden die het financieel erg moeilijk hebben gekregen , luisteren. Werknemers, zowel bij de overheid als in de private sector, hebben het door de devaluatie van de SRD ten opzichte van de US-dollar en de negatieve gevolgen van deze geldontwaarding op hun algehele koopkracht, thans heel moeilijk en kunnen het hoofd niet meer boven water houden. Het pinaren onder de werkers in dit land is nu heel duidelijk zichtbaar en niet meer te tolereren. De vakbonden sonderen regelmatig met de achterban en hebben thans van de werkers het signaal gekregen dat het mooi geweest is en dit ze het niet langer gaan pikken nog verder achteruit te gaan. Het zijn de leden die uiteindelijk bepalen of een voorzitter mag blijven aanzitten of dat hij het veld moet ruimen. Druk van het veld wordt nu opgevoerd en men verwacht dat de voorzitters actie gaan ondernemen om hun sociale positie te verbeteren. Geen enkele vakbondsleider mag de roep vanuit de achterban aanhoudend negeren of de mensen met loze beloften afpoeieren. Dat heeft enige tijd gewerkt, maar nu de salarissen niet meer voldoende zijn om normaal te kunnen eten of binnen een maatschappij op redelijke wijze functioneren, is men het duidelijk zat. En dat allemaal nog geen jaar na de gehouden algemene verkiezingen en de vele beloften, gedaan door de grootste coalitiepartij dat ze ons land naar grote hoogte zou stuwen en er helemaal geen financiële problemen waren. En juist die financiële problemen zijn thans torenhoog en hebben de meesten onder ons in de grootste ellende doen belanden. De Bond van Leraren heeft een signaal gegeven namens haar leden op de middelbare scholen dat het niet langer gepikt wordt dat mensen voor een salaris werken dat ze niet een behoorlijk leven garandeert. De Bond van Leraren rekent daarbij op solidariteit van overige bonden binnen het onderwijs en elders. De Bond van Leraren weet namelijk zeker dat ook anderen uit de werkende klasse het water tot aan de lippen staat en dat er een ommekeer dient te komen, willen we niet allemaal totaal ten onder gaan. Bij de CLO zal men zich uiteindelijk met of zonder de opportunistische voorzitter gaan roeren, want ook de lantimans hebben het moeilijk en zijn qua loon geen bevoorrechte groep. De regering Bouterse II heeft tot op dit moment niet getoond de werkende klasse een beter perspectief te kunnen bieden en dat is wat de zaak zo verontrustend maakt. Deze verontrusting heeft alles te maken met de alsmaar stijgende prijzen en het niet hebben van een vooruitzicht op loonsverhoging, omdat zowel in de private sector als bij de overheid thans de middelen ontbreken om deze looncorrecties naar tevredenheid door te voeren. De komende weken zullen uitwijzen welke richting we met dit land opgaan. Het ziet er in ieder geval niet bepaald rooskleurig uit.