De solidariteitsheffingen die de regering Bouterse II wenst door te drukken, zullen een behoorlijke inflatie over de gehele linie veroorzaken. De consument wordt ongetwijfeld keihard getroffen door deze tariefsaanpassingen op brandstof, water en licht. Neem nou bijvoorbeeld een taxichauffeur die meer voor benzine moet betalen, die vraagt gelijk meer voor een rit. Hij zal ook denken aan zijn servicebeurten en onderdelen voor zijn auto bij het opschroeven van zijn tarief. De truckchauffeur die een lading bouwmaterialen dient te vervoeren naar een bouwput, vraagt gelijk meer, omdat zijn diesel ook meer kost per liter. De mensen die een lening hebben aangevraagd voor het bouwen van hun woning, zullen met verhoogde kosten geconfronteerd worden en zullen wederom met de bank rond de tafel moeten gaan zitten om meer geld te bedingen. Doe je dat niet, dan wordt je huis niet of onvolledig door de aannemer afgeleverd. De supermarkt exploitant die meer voor elektriciteit en water moet neertellen, zal op elk product in zijn winkel een verhoging toepassen. Kortom, een ieder die een dienst bewijst of product levert, zal zijn calculator tevoorschijn halen om een nieuwe, verhoogde prijs door te berekenen. En wie moet dit betalen? De consument natuurlijk die al tijden in de eerste of tweede week van de maand skeer is. Een ieder die thans iets wenst te ondernemen, hoe klein of groot ook, zal dus aan een nieuwe begroting moeten werken. En als die begroting eenmaal af is , is het nog niet zeker dat het project doorgang zal kunnen vinden. Het verschijnsel van twee of meer baantjes keert terug, dat staat in ieder geval voor ons als een paal boven water . Dit was allemaal niet nodig geweest, indien de overheid niet zo een verkwistend populistisch beleid had gevoerd in de afgelopen 5 jaar. Als de regering Bouterse een goed gevuld noodfonds had ingesteld in een periode dat ze zeer veel inkomsten genereerde, dan zou ze thans op dat fonds kunnen terugvallen. Maar nee hoor, nak panya a moni, moro e doro, heeft men toen vermoedelijk gedacht en toen plotsklaps klapte de goudprijs en de aardolieprijs in elkaar. Ook het betalen van belachelijk hoge salarissen aan de president, vicepresident, leden van de Raad van Ministers en andere hooggeplaatsten, maakte dat de geldspeling bij de Staat steeds verder werd aangevreten. Duizenden ambtenaren extra in dienst nemen heeft erin geresulteerd dat de Staat eigenlijk failliet is. Men kan nu niet anders dan meer belastingen heffen en prijzen voor nutsvoorzieningen verhogen. Maar moet het volk thans bloeden voor gevoerd wanbeleid? Wij van Keerpunt vinden met nadruk van niet. Dat we thans op een punt beland zijn waarbij het volk in rap tempo zal verarmen, valt niet te ontkennen. Er is gewoon geen geld voorhanden om zaken te kunnen dekken. Ook is het zo dat de overheid denkt haar schulden te kunnen dekken door solidariteitsheffingen door te voeren.
Ze zal wel meer geld binnenkrijgen, maar is dat wel voldoende om meer dan 1 miljard SRD aan staatsschuld weg te werken? Wij hebben daar onze ernstige twijfels over. Wat wel een feit is, is dat de staatsschuld elke maand op verontrustende wijze verder toeneemt. De wanbetalingen van de Staat, daar komt ook maar geen einde aan. Geen reçu’s verlenen aan bedrijven die diensten hebben verleend en honderdduizenden en miljoenen SRD van Staat moeten ontvangen, is een fenomeen van de afgelopen twee à drie jaren. Brieven schrijven naar ministeries en die op wanbetaling wijzen, worden gewoon niet beantwoord. Zo gaat men met personen en ondernemingen in dit land om. Suriname wordt wederom tot een broko pranasi gemaakt, zoals we dat reeds meegemaakt hebben tussen 1980 en 1991. En we waren al zo mooi op weg toen we werden geleid door mensen als André Telting, governor op de Centrale Bank van Suriname en zijn minister Hildenberg op Financiën.