Journalisten voelen zich niet helemaal vrij

De verkiezingen staan voor de deur: 25 mei mogen we weer naar de stembus. Tijd voor de media om politici met een kritische pen op de hielen te zitten. Uit onderzoek blijkt echter, dat journalisten zich door meerdere factoren beperkt voelen tijdens hun werk. Zo geeft 70,8 procent van de ondervraagde journalisten aan geen volledige persvrijheid te ervaren.
De regering-Bouterse oefent op een subtiele manier druk uit op de pers. Officieel is de persvrijheid goed geregeld, maar in de praktijk is dit zeker niet altijd het geval. Het wegkopen van kritische journalisten, invoeren van persstiltes, uitoefenen van intimidatie en het voeren van propaganda, is geen zeldzaamheid in de journalistiek. De overheid manipuleert daarnaast de mediahuizen, via het gunnen van advertenties en informatie, dit zorgt voor directe controle op de media. Journalist Pieter van Maele vertelt dat er propaganda wordt bedreven die is aangekleed als journalistiek. “Het is voor de burgers daardoor erg lastig om onderscheid te maken tussen propaganda en objectieve nieuwsgaring.” Volgens hem worden er veel positieve PR-berichten gepubliceerd, waardoor een artikel met een kritische noot al snel tussen de vele propaganda verdwijnt. Een dergelijk artikel wordt ook vaak gezien als onterechte kritiek.

Zelfcensuur
De fout ligt ook bij de pers. Journalisten zijn terughoudend en gaan het schrijven van een kritisch artikel graag uit de weg. Dit komt echter niet voort uit luiheid, integendeel. Er zijn verschillende factoren die hieraan bijdragen, waarin ook eigenbelang een grote rol speelt.
De beperkte economische vrijheid zorgt er bijvoorbeeld voor dat journalisten slecht tegen desbetreffende bedreigingen kunnen opboksen. Zo vindt 60 procent van de respondenten hun salaris te laag in vergelijking met de hoeveelheid werk die men verricht. Door onder andere de lage financiële zekerheid en de ons-kent-ons samenleving wordt de nodige zelfcensuur opgelegd: waarom dat kritische stuk publiceren als er mogelijke consequenties zijn? “Als je niet stevig in je schoenen staat als journalist, ben je sneller geneigd om iets niet te publiceren, omdat je bijvoorbeeld bang bent dat je geen informatie meer gaat krijgen van de overheid, het bedrijfsleven of andere bronnen”, legt journaliste Nita Ramcharan uit. Volgens haar komen veel journalisten en media er openlijk voor uit wel eens zelfcensuur toe te passen. Bijna 50 procent zegt ooit gevoelige informatie niet te hebben gepubliceerd, terwijl daar wel de mogelijkheid toe was. Dit is volgens hen een van de grootste problemen wat betreft de persvrijheid. Verder klussen veel journalisten bij door de lage salariëring. De opdrachtgevers waarvoor ze dan werken, moeten ze op andere werkdagen weer kritisch volgen. Dit werkt politieke gekleurdheid in de hand en maakt veel redacteuren ongeloofwaardig voor het publiek. Dit zijn slechts enkele van de vele factoren die de journalistiek beïnvloeden en een ongezond persklimaat veroorzaken.

Verandering
Omdat deze invloeden elkaar allemaal in stand houden, zijn ze moeilijk te doorbreken. Journalisten werken echter keihard, maar behalen door alle belemmeringen niet het hoge resultaat waar wel naar wordt gestreefd. Vanuit de media zelf kan al veel worden veranderd, maar dat wordt nog weinig gedaan. Zo zegt 97,9 procent een grote behoefte aan een actieve vereniging van journalisten te hebben. Een goed functionerende vakvereniging zou ervoor kunnen zorgen dat journalisten tijdens het werk meer houvast hebben en ergens op kunnen terugvallen. Daarnaast kan samenwerking tussen de media en de opleiding Journalistiek onderling veel verschil maken. Volgens Ramcharan, moeten redacteuren de journalistiek vooral met overtuiging uitoefenen. “Journalistiek is een passie. Als je je niet honderd procent kunt geven voor dit vak, zal het niet lukken om het goed te doen”, laat ze weten. Wilfred Leeuwin, voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, beaamt dat: “Journalisten moeten zich bundelen en gaan bekwamen in hun beroep om de kwaliteit en persvrijheid te verbeteren.” Gelukkig zijn er nog genoeg journalisten die het goede voorbeeld geven. De passie ontbreekt dan ook zeker niet altijd, en dat geeft hoop voor de toekomst.
* De informatie uit dit artikel is gebaseerd op de thesis over de Surinaamse journalistiek, geschreven door Sylvana van den Braak in opdracht van de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van literatuur, een survey-onderzoek (ingevuld door 48 journalisten werkzaam in Paramaribo) en verschillende diepte-interviews.

door Sylvana van den Braak

More
articles