Desiré Bouterse, de president van Suriname, blijkt het achterachterkleinkind te zijn van de Zeeuwse boerenzoon Kole Jan Bouterse. Dit werd onlangs opgetekend door het ‘Algemeen Dagblad’ (Nederland) . De in Kamperland geboren Bouterse trok in 1841 als soldaat met het koloniale leger naar Suriname en bleef daar wonen en werken tot zijn dood in 1869. De Zeeuwse wortels van de Surinaamse president, zijn blootgelegd door historicus Pepijn Reeser, van wiens hand volgende maand een biografie van Bouterse verschijnt. In ‘Desi Bouterse, een Surinaamse tragedie’ combineert Reeser een zoektocht naar de drijfveren van Bouterse met een onderzoek naar de geschiedenis van diens voorouders.  Dat levert verrassende resultaten op. Zo werd Kole Jan Bouterse na zijn ontslag uit militaire dienst, opzichter op plantages, van waaruit hij zich opwerkte tot directeur van Vredenburg, een suikerplantage met meer dan honderd slaven. Hij werd verliefd op een slavin, Frederika, die hem twee kinderen schonk. De oudste dochter van Kole Jan en Frederika, de in 1851 geboren Georgtina, kreeg kennis aan de Fransman Henri Lioret. Zij kregen samen vier kinderen die de achternaam van hun moeder behielden.  Het inheemse bloed waar president Bouterse prat op gaat, diende zich aan met de verbintenis tussen de naar zijn Franse vader vernoemde Henri Bouterse en Johanna Emelina, een tot de rooms-katholieke kerk bekeerd lid van de stam der Arowakken. Het vierde en jongste kind van Henri en Johanna, Desiré Juliaan, is de vader van de huidige president. Bouterse werd op 13 oktober 1945 in Domburg (in het district Suriname) geboren als de zoon van Desiré Juliaan Bouterse en Wilhelmina van Gemert. Het is nooit helemaal duidelijk geweest wat de precieze etniciteit is van Bouterse, maar zijn oma van vaders zijde was inheems en zijn oma van moeders zijde was creools. Als kleuter verhuisde Bouterse naar Paramaribo, waar hij werd opgevoed door zijn tante. Na de lagere school kwam hij terecht op het jongensinternaat St. Jozef, dat geleid werd door de fraters van Tilburg. Later kwam Bouterse terecht op de Middelbare Handelsschool in Paramaribo, die hij niet afmaakte.  In 1968 vertrok Bouterse naar Nederland waar hij in het Nederlandse leger diende. Nadat zijn dienst erop zat, meldde hij zich aan bij de Koninklijke Militaire School in Weert. In deze periode werd hij gekozen tot leider van het basketbalteam, werkte in Nederland als sportinstructeur en verdiende wat bij met de verkoop van pornoboeken. Bouterse had in Nederland op verschillende plaatsen gewoond, waaronder de Rotterdamse Kruiskade, Havelterberg en Steenwijk (bij het 47ste pantserinfanteriebataljon). In 1970 trouwde Bouterse met Ingrid Figueira die hij als tiener in Suriname al kende. Ze zouden twee kinderen krijgen: Peggy en Dino. In 1972 vertrok het echtpaar naar de militaire basis Seedorf in Duitsland. Bouterse is inmiddels gescheiden van Figueira en is in 1990 getrouwd met Ingrid Jolanda Waldring.