Weinig economische ruimte voor nog meer staatsschuld

Bijzonder hoogleraar economie en voormalig president van de Centrale Bank van Aruba, prof. dr. Anthony Caram, bevestigt tegenover De West dat de huidige staatsschuld vrij hoog is ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp). Uit recente geactualiseerde data van de Centrale Bank van Suriname en het Bureau voor de Staatsschuld, blijkt dat per ultimo oktober de stand van de buitenlandse schuld circa US$ 1067 miljoen, oftewel SRD 3,6 miljard is, terwijl de binnenlandse schuld is aangezwollen tot boven de SRD 2 miljard. De totale staatsschuld die ultimo september werd bepaald op SRD 5,4 miljard, is per ultimo oktober gestegen naar SRD 5,6 miljard. De totale overheidsschuld ligt rond 30% van het bbp, naar zeggen van Caram zou Suriname een staatsschuld van maximaal 45% van het bbp aankunnen. De hoogte van een staatsschuld zou feitelijk moeten afhangen van de individuele kracht van de economie, waarbij aan de hand van de ruggengraat, capaciteit en de prestaties van de bevolking bepaald zou moeten worden hoe groot de optimale schuld zou mogen zijn. In dit kader zou de overheid bij het aangaan van leningen niet alleen moeten kijken naar de juridische ruimte die er is en een staatsschuld van maximaal 60% van het bbp moeten aanhouden, maar ook de economische ruimte in ogenschouw moeten nemen. Er zou vooral niet uit consumptieve overwegingen geleend moeten worden of krediet aangevraagd moeten worden voor projecten die geringe opbrengsten zullen genereren. Caram werd ook zijn mening gevraagd over het veel besproken treinproject. Hij acht het idee van een dergelijk project in wezen niet slecht, maar vindt dat er erg veel onduidelijkheden zijn rond de financierings- en ex-ploitatiekosten. Er zijn te-vens nog veel vraagtekens op welke manier inkomsten zullen worden gegenereerd en in hoeverre de opbrengsten het project rendabel zullen maken. “Een eventuele lening van € 130 miljoen, zal op korte termijn overigens niet direct een negatief effect hebben op de begroting, maar op lange termijn zal de lening wel terugbetaald moeten worden”, vertelt Caram. Hij meent dat er ook veel onduidelijkheden zijn over de consequenties die de implementatie van de sociale wetten met betrekking tot pensioen, zorgverzekering en minimumloon teweeg zullen brengen en hoe de financiering zal geschieden. “Vanuit een sociaal oogpunt lijken de wetten prima, maar het is de vraag of ze vanuit een economisch punt verstandig zijn”, aldus Caram.

More
articles