De Suriname-Guyana Chamber of Commerce (SGCC), is van plan een haalbaarheidsstudie voor te leggen aan de regeringen van beide landen om het beheer en de activiteiten van de Canawaima Ferry Service over te nemen. Het doel is om meer dagelijkse overtochten over de Corantijnrivier te realiseren. Dit heeft SGCC-voorzitter dr. Vishnu Doerga dinsdag bekendgemaakt.
Dr. Doerga benadrukte dat de huidige reiskosten tussen de twee landen hoog zijn. Een retourticket voor een vlucht kost tussen de 400 en 600 dollar, wat aanzienlijk duurder is dan de veerboot die al sinds 1997 in gebruik is en 22 voertuigen per overtocht kan vervoeren. Daarnaast maken dagelijks 100 tot 200 personen gebruik van de onofficiële backtrack-routes vanwege het gemak en de flexibiliteit. “Mensen nemen onnodige risico’s, omdat de veerboot niet altijd aan hun behoeften voldoet. Dit probleem willen we aanpakken”, aldus Doerga in een interview met Demerara Waves Online News.
De Surinaamse regering heeft eerder aangekondigd, dat de Canawaima Ferry Service een van de 70 staatsbedrijven is die mogelijk worden geprivatiseerd. Volgens Doerga kan de SGCC of een consortium van aangesloten bedrijven, de dienst efficiënter beheren en uitbreiden. “Met de betrokkenheid van de particuliere sector kunnen we zorgen voor een optimale werking van de veerboot, inclusief een online boekingssysteem, zoals dat in Guyana al bestaat”, zei hij.
Doerga stelde voor dat de overheid douane- en immigratiediensten blijft leveren, terwijl de particuliere sector verantwoordelijk wordt voor het soepel laten verlopen van het transport. “We kunnen het aantal overtochten aanzienlijk verhogen en een betrouwbaardere dienst aanbieden door ervoor te zorgen dat de veerboot altijd operationeel is en volgens een strak schema vaart.”
De haalbaarheidsstudie, uitgevoerd door een SGCC-groep, bevindt zich in de afrondende fase. De eerste bevindingen wijzen erop dat de veerboot vijf tot tien keer per dag in één richting kan varen, afhankelijk van de vraag. “Veel mensen vertrekken ‘s nachts naar de terminals en slapen in hun auto’s, om vervolgens de boot te missen. Dat moet anders”, aldus Doerga. De studie omvat onder meer een marketing- en financiële analyse en wordt binnenkort aan de regeringen gepresenteerd.
Een overname door de SGCC zou volgens Doerga, ook voordelen bieden vanwege de expertise van leden in de scheepvaartindustrie. Zo beschikt een lidbedrijf in Guyana over de grootste scheepsreparatiefaciliteit van het land. “Op basis van de haalbaarheidsstudie zijn we ervan overtuigd dat dit project levensvatbaar is en zichzelf kan terugverdienen uit de inkomsten”, voegde Doerga eraan toe.
Hoewel er plannen zijn om een brug over de Corantijnrivier te bouwen, benadrukte Doerga dat de regio niet hoeft te wachten op de voltooiing daarvan, om het transport tussen de twee landen te verbeteren. Een efficiënte veerdienst kan nu al bijdragen aan het stimuleren van de handel en het arbeidstransport tussen Guyana en Suriname, die beide in opkomst zijn als belangrijke petrostaten. Doerga wees hierbij ook op de recente investeringsbeslissing van TotalEnergies, dat 10 miljard dollar investeert in olie-exploratie in Suriname.
De SGCC wacht nu op de reacties van de regeringen en haar eigen leden om het plan verder te concretiseren. Indien goedgekeurd, kan dit een belangrijke stap zijn in het verbeteren van de verbinding tussen beide landen en het bevorderen van economische groei in de regio.