Monetaire reserves Suriname op precair punt

De monetaire reserves van Suriname, die dit jaar in een extra diepe vrije val waren beland, en in april bijna weer in de veilige zone waren terechtgekomen, zijn in mei en juni weer met miljoenen gekelderd. In mei bedroegen deze reserves US$ 514,5 miljoen, hetgeen ver onder het kritieke punt van US$ 600 miljoen was. Uit de gisteren geactualiseerde data op de website van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), komt evenwel naar voren dat de monetaire reserves per medio juni zijn gedaald op US$ 503,9 miljoen.

Er heeft met name een enorme inkrimping plaatsgevonden in de deviezenreserves, te weten van US$ 421 miljoen in april naar US$ 342 miljoen in mei en US$ 331 miljoen in juni. De ruim US$ 504 miljoen aan huidige monetaire reserves is blijkens CBvS-data opgebouwd uit: US$ 331 miljoen Foreign currency reserves, US$ 9 miljoen IMF reserve position, US$ 114 miljoen aan SRD’s, en US$ 51 miljoen Gold (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped).

In mei daalden de internationale reserves voor de 25e opeenvolgende maand, nota bene een neergang van 30,7% ten opzichte van een jaar eerder, en bewerkstelligde deze recorddaling dat onze importdekking naar schatting slechts 2,6 maanden bedroeg. In april ging het om een importdekking van 2,95 maanden. Het is internationaal gangbaar om voldoende monetaire reserves te hebben om drie maanden importen te kunnen dekken.

Deskundigen hebben eerder de moederbank met betrekking tot de gewenste omvang van deze monetaire spaarpot, zelfs geadviseerd de norm van voormalig CBvS-governor André Telting, inhoudende een importdekking van zes maanden, in plaats van drie maanden, te hanteren. Met name politici uit oppositionele kringen toonden hierover hun bezorgdheid, vooral ook omdat de CBvS-governor Gilmore Hoefdraad, eerder zelf had aangeven, dat als de internationale reserves van Suriname onder de US$ 600 miljoen zouden duiken, er bij de moederbank reden zou zijn tot ernstige bezorgdheid. Uit de eerder verschenen Financiële Nota 2015 van het ministerie van Financiën blijkt dat in eerdere perioden een tekort op de lopende rekening zijn weerslag had op de internationale reserves, waardoor die met tientallen miljoenen afnamen. De oorzaak was tevens gelegen in waarderingsverschillen, voornamelijk door de lagere goudprijs.

More
articles