De Wet Management Instituut GLIS is aangenomen, om de onafhankelijkheid en deskundigheid van het management van de registers, voornamelijk die betrekking hebben op onroerende zaken en rechten daartoe, te beheren. Het scheiden van de functie van directeur, belast met bestuursverantwoordelijkheid en de bewaarder(s) wiens taken op het inhoudelijk vlak van registratie, deskundigheid en individuele besluiten ligt, is juist ingebouwd om partijpolitieke inmenging of bestuurlijke gezagsstructuren te doorbreken.
De Raad van Toezicht heeft volgens die wet een verregaande verantwoordelijkheid. En is er, mede om verder een rechtstreekse opdracht van wat ‘hogerhand’ genoemd wordt, te onderbreken en kritische besluitvorming te waarborgen.
Een rechtstreeks bericht tot voorlopig inactief zijn, past niet binnen de structuur zoals die wettelijk is ingericht. Het is overigens de president, die een dergelijk besluit, hoogstens, naar zich toe zou kunnen trekken, hoewel de wet naar bewoording en naar systematiek, zelfs daartoe weinig ruimte laat. Was het een werkelijk inzicht zijdens de regering, dan zou de Raad van Ministers, kenbaar moeten maken aan de Raad van Toezicht, dat het de beleidsrichting was die vervolgens conform hun bevoegdheid zou kunnen besluiten, de directeur of andere functionaris, tijdelijk non-actief zijn aan te zeggen. Hieruit kan Keerpunt halen, dat de brief die op dinsdag 30 januari 2024 door de minister van Grondbeleid en Bosbeheer, Dinotha Vorstwijk, per deurwaardersexploot is gestuurd aan de directeur van het MI-GLIS, mr. Glenda Heikerk, waarin aan haar wordt medegedeeld dat ze haar werkzaamheden per direct dient stop te zetten, geen rechtskracht heeft, want de minister is niet daartoe bevoegd in haar functie.
Naar wij vernemen, wilde Heikerk niet meewerken aan handelingen die tegen wet- en regelgeving indruisen. Heikerk die in 2019 de vacante functie van bewaarder invulde, is samen met oud-directeur en ex-minister Tjon-A-Hing een kruistocht gestart tegen corruptie binnen het Management Instituut GLIS, welke ook geslaagd is mede door de verdere digitale ontwikkeling, het niet doen inschrijven van juridisch incorrecte akten dan wel het tegengaan van belastingontwijking en -ontduiking. Voorts verneemt Keerpunt, dat Heikerk hierdoor heel veel tegenwerking kreeg van verschillende actoren, met name een deel van het notariaat. Deze laatste groep heeft er alles aan gedaan om Heikerk daar weg te krijgen. Naar wat wij voorts vernemen, stelde de VHP bij de regeringsovername in 2020 als eis dat de positie van bewaarder door haar diende te worden ingevuld, ongeacht of er een integer of deskundig persoon al in die functie was aangesteld. Naar aanleiding daarvan is aan Heikerk door NPS-voorzitter Gregory Rusland, die toen nog deel uitmaakte van de coalitie, gevraagd door te schuiven naar de toen vacante functie van directeur. Echter bleek Heikerk ook in deze positie dezelfde no-nonsense houding te hebben, waardoor de weerstand bij diverse actoren verder toenam.
Raad van Toezicht
Volgens ingewijden is er thans bij het instituut sprake van een overliquiditeit, maar houdt Heikerk haar vingers stevig op de knip. Dit zet kwaad bloed bij de Raad van Toezicht. Van de president van de Republiek Suriname tot aan de Raad van Toezicht, is er getracht mevrouw Heikerk uit de functie te krijgen, hetgeen tot aan deze brief niet gelukt was, omdat er geen gegronde reden aanwezig was. Het zou interessant zijn te vernemen wat de exacte reden is waarom de minister van GBB, er thans wél toe over is gegaan de GLIS-directeur buiten functie te stellen. De vraag dringt zich ook op of de buitenfunctiestelling van Heikerk op een juridisch correcte wijze heeft plaatsgehad. Vaak is het juist het gebrek aan onderbouwing en strijdigheid met het motiveringsbeginsel, dat gezaghebbers terughoudend maakt, iets op schrift te stellen. Het Hof van Justitie kan dan toetsen en zelfs terecht wijzen en dat heeft gevolgen voor het politieke imago van alle betrokkenen, die liever hun wil opleggen, onder het mom van ‘wederzijds goedvinden’. Heikerk was nog de enige strohalm waaraan wij als samenleving konden vasthouden, gelet op de probleemkwesties met grond. Keerpunt blijft de verdere ontwikkelingen hieromtrent aanhoudend volgen.