Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het Hof van Justitie (HvJ) in overweging gegeven na te gaan of er geen consequenties moeten worden verbonden aan of maatregelen moeten worden genomen tegen het mediaoffensief van Robert van Trikt. De Ware Tijd publiceerde onlangs een artikel waarin strafrechtjuristen aangaven, dat zij het niet eens zijn met de vervolging en spreken van een ernstige schending van het recht op vrije meningsuiting.
Volgens jurist Antoon Karg, heeft het Openbaar Ministerie in zijn vervolging en handhavingsrol, de mogelijkheid en de technische opleiding om het publiek en de vrije pers tegemoet te treden, met de feiten en de rechtsopvattingen in ieder willekeurig strafdossier. “Het grondrecht komt aan zowel verdachte als veroordeelde toe, om hun eigen opvattingen en visie kenbaar te maken.
Daarin zijn zij niet beperkt tot schuld of onschuld en zijn noch de staande, noch de zittende magistratuur gevrijwaard van de opvattingen die leven bij de verdachte of veroordeelde. Het is geen rechtsstatelijk gezonde ontwikkeling, om via de strafrechter te proberen, daar beperkingen aan te brengen”, aldus Karg.
Integendeel is het volgens Karg passender dat in kwesties van publiek belang, de vervolging de discussie aangaat en de zaak staaft met feiten en toelichting(en) van het dossier of het bewijsmateriaal, tenzij dit nadrukkelijk verzegeld is.
“Er zijn tal van gevallen bekend, waarbinnen verdachten of veroordeelden complete literatuur en uiteenzettingen hebben ontwikkeld en gepubliceerd om hun zijde van het verhaal kenbaar te maken en voor anderen om lering te trekken uit hun ervaring. Denk daarbij aan bijvoorbeeld ‘De Ontvoering’ van Freddy Heineken, maar in Suriname en dicht bij huis, Cyriel Kargs ‘Te Gast bij de Politie-Recherche’”, aldus Karg.
Karg is van mening, dat in dit concrete geval, het niet eens zozeer de publieke aandacht is die genoten wordt door de veroordeelde, maar de algehele wijziging in perceptie, die hij met overtuigingskracht bij delen van dat publiek teweeg weet te brengen. “Het Openbaar Ministerie kan zich van de nodige tools van voorlichting doen voorzien en een actievere rol vervullen in meerdere strafdossiers, dan zich erover te beklagen dat innovatie in media en rechtsontwikkeling, de fase bereikt hebben waarbinnen het een dimensie van beleving wordt voor de deelnemers aan het strafprocesrecht”, benadrukt Karg.