In de strafzaak van Stefano Biervliet (activist tevens lid van de politieke partij Recht en Ontwikkeling, PRO) die op 17 februari van dit jaar op het Onafhankelijkheidsplein een protestdemonstratie tegen de regering had georganiseerd, werd zijn advocaat Antoon Karg opgeroepen. De rechter wilde weten, wat volgens mr. Karg met betrekking tot de afspraken in het bijzijn van de politie over de demonstratie op het plein was afgesproken. Pakittow zegt dat de rechter wilde weten wat de bedoeling was van de sound truck die zich op het plein bevond op die bewuste dag. Ook zei Pakittow dat de rechter het niet van belang achtte om Karg te ondervragen, omdat datgene door hem verklaard, voldoende zou zijn geweest. Volgens Pakittow was de kwestie van de sound truck op het plein, wѐl een afspraak met de politie. Volgens hem was de sound truck voor de demonstratie nodig, om in contact te kunnen blijven met de aanwezigen op het plein. Zo gaf Pakittow het voorbeeld van de begeleiding en door gebruik te maken van de sound truck hetgeen vlot werkt voor het publiek. Ook wanneer er zaken fout zouden gaan, is de sound truck bedoeld om de mensen te kunnen kalmeren.
Volgens Pakittow waren dat de afspraken onder meer. Hij voerde ook aan, dat een aanwezige truck die richting H. Arronstraat reed en nabij het plein linksaf moest gaan met toestemming van de politie dat niet deed maar dat hij volgens afspraak had gehandeld. Pakittow zei dat er miscommunicatie heeft plaatsvond op de dag van de demonstratie. Ook was hij van mening dat er ook sprake zou kunnen zijn geweest van politiek. Maar dat de waarheid altijd gaat winnen, aldus Pakittow. Volgens hem is ook aangegeven dat nabij de Palmentuin in de Grote Combѐweg er een dyugu dyugu zou zijn. Echter ontkende Pakittow dit gebeuren. Volgens hem is er gevraagd naar de camerabeelden die dat zouden kunnen bewijzen maar dat is niet gebeurd. Hij is van mening dat juist in die omgeving goed te zijn ontvangen door het aanwezige publiek. Pakittow verklaarde, dat hij tot nu toe elke maand voor de rechter moet verschijnen, in verband met deze zaak. Op 17 november moet hij weer verschijnen voor de rechter. Hij vraagt zich af wanneer dit voorbij zal zijn. Hoewel dit hem niet echt iets doet, meent hij dat het wѐl in zijn tijd gaat als ondernemer en nadelig is. Hij vraagt zich af, of dit een manier is hem monddood te maken. Pakittow is optimistisch over zijn vrijspraak en kijkt reikhalzend uit spoedig weer geheel op vrije voeten te zijn. Volgens hem zijn de beschuldigingen van medeplichtigheid poging tot moord, en brandstichting onterecht. Hij is van mening dat de gebeurtenissen waarschijnlijk door een organisatie, of politieke persoon tegen hem zijn opgezet. Hij ziet de gebeurtenissen als vrees voor de nieuwe politiek en dat tegenstanders bang zijn.