Het IMF en Chandrikapersad Santokhi vogels van gelijke veren

Terwijl het IMF sinds zijn oprichting beweert te streven naar monetaire stabiliteit en economische groei in de wereld, kunnen de schaduwzijden van het beleid van deze machtige westerse instantie niet worden genegeerd. Het is belangrijk dat de internationale gemeenschap kritisch blijft kijken naar de impact van het IMF op ontwikkelingslanden en streeft naar meer transparantie, democratische verantwoording en een meer evenwichtige aanpak van economische ontwikkeling.

Achter de schijnbaar nobele façade van internationale financiële expertise schuilt een duistere schaduwkant die maar al te vaak wordt vergeten. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft herhaaldelijk naties in een wurggreep van schuld geduwd. Onder het mom van financiële hulp biedt het IMF leningen aan landen in financiële nood. Maar deze leningen zijn verre van genereus. Ze komen met draconische voorwaarden, zoals het verminderen van overheidsuitgaven en het beëindigen van sociale programma’s. Dit leidt tot langdurig economische malaise en een sociale lijdensweg voor de bevolking van deze landen.

In het geval van Suriname lijkt de Surinaamse regering, onder leiding van president Chandrikapersad Santokhi, zich ook te laten vangen door de afhankelijkheidsstrategie van het IMF. Het IMF houdt Suriname namelijk een lokaas van leningstranches voor, die met gejuich en triomfantelijke kreten worden ontvangen als die worden uitgekeerd. Maar tot nu toe heeft deze samenwerking met het IMF alleen maar geleid tot grotere ongelijkheid en economische instabiliteit.

Sociale Impact

De bezuinigingsmaatregelen die vaak worden opgelegd als voorwaarde voor IMF-leningen, hebben tot nu toe alleen maar voor verwoestende effecten gezorgd in de sociale infrastructuur van Suriname. Gezondheidszorg, onderwijs en het sociaal-maatschappelijk leven zijn zwaar getroffen en dat heeft tot een verslechtering van de levensomstandigheden van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen geleidt. Maar Chan en het IMF willen het volk van Suriname doen geloven dat het goed gaat en dat het alleen maar beter zal worden. Het lijkt maar niet tot de Surinaamse regering en het IMF door te dringen dat er totaal andere parameters gelden voor reële duurzame economische ontwikkeling. Net Als het IMF heeft Chan Suriname ook veel voorspoed en ontwikkeling beloofd. Na drie jaar regeren zien we echter grote armoede, een uittocht van talent en een toenemende golf van criminaliteit. De prijzen in de winkels blijven stijgen, brandstofprijzen zijn onbeheersbaar en bezuinigingen op nutsvoorzieningen gaan onverminderd door, wat de geldontwaarding in de komende jaren zal blijven verergeren.

Het is ronduit beschamend dat het IMF, dat beter zou moeten weten, Chan in een roes houdt en hem niet wakker schudt. Van duurzame economische groei is er alleen sprake als de werkgelegenheid groeiende is, consumptieprijzen dalen, er een bloeiende productiesector ontstaat en toenemende koopkracht en een toename van de export zich manifesteren. Diversificatie van de inkomsten naast de inkomsten uit de traditionele natuurlijke hulpbronnen zouden ook een teken moeten zijn dat het goed gaat in het land. Waarom overtuigt het IMF Chan er niet van dat diversificatie van de economie en een efficiënt werkende Belastingdienst essentieel is voor duurzame financiële stabiliteit?

De staatsschuld is met 50% gestegen, tot maar liefst 200% van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is het bittere resultaat van economisch wanbeleid en een epidemie van corruptie, een kunst die de regering Santokhi-Brunswijk tot in de perfectie heeft verheven. Het beoordelingsvermogen van onze president blijkt een lege huls te zijn wanneer we alle rampzalig geprojecteerde investeringen onder de loep nemen. Surfin, HPSG, diasporakapitaal, leningen verkrijgen via duistere Italiaanse postbusfirma’s, de hallucinante diepzeehaven bij Nickerie. Zelfs het benoemen van zijn bedenkelijke zoon tot zaakgelastigde in Miami, waar hij duidelijk niet thuishoort, onthult pijnlijk dat we niet de juiste leiders aan het roer hebben in Suriname.

Oliedollars

De enige gedachte die de huidige Surinaamse regering lijkt te koesteren, is het binnenstromen van oliedollars, maar zelfs dat is verre van zeker. De wereld ondergaat een enorme energietransitie, weg van fossiele brandstoffen, wat de toekomstige olieprijzen onvoorspelbaar maakt. Bovendien ontbeert Suriname de middelen om als een gelijkwaardige partner te onderhandelen over olie-inkomsten. Alle investeringen van grote oliemaatschappijen moeten uiteindelijk worden terugbetaald, evenals de schulden die zijn aangegaan om partnerschappen met deze oliereuzen aan te gaan.

President Santokhi en het IMF blijven het Surinaamse volk misleiden over hun financiële toekomst. Wanneer zullen de leugens over de financiële gezondheid van de Surinaamse economie eindelijk stoppen? De verdraaiing van de feiten over de werkelijke economische situatie is nu duidelijk geworden door de financiële malaise in het land. Het lijkt erop dat Chan en het IMF elkaar hebben besmet met deze tragische misleidende tactieken. De gevolgen van het IMF-beleid zullen uiteindelijk de doodsteek blijken voor deze zo teleurstellende president.

Peter M. Wolff

petermartinwolff@outlook.com

More
articles