‘’De minister van Financiën heeft in De Nationale Assemblee, vriend en vijand verrast met zijn uitspraak: “Kijk naar jezelf en kijk naar je salarissen en kijk of je recht hebt op die twee, drie en die vier salarissen.” Een verassende bolwassing van de minister naar DNA-leden toe. De samenleving weet echter allang dat DNA-leden, staatsraadsleden, RvC-leden van staatsbedrijven, adviseurs van de president, de vicepresident en van de ministers, meer dan één salaris ontvangen. Van de minister van Financiën verwachten wij echter dat hij precies aangeeft, hoeveel personen meerdere functies hebben ten laste van de staatsbegroting en dat hij komt met corrigerende maatregelen voor het tegengaan dat personen meer dan één salaris ontvangen. Immers, het is de regering die hiervoor verantwoordelijk is en maatregelen tegen misbruik van belastinggelden dient te treffen. Indien nodig, dient hij te komen met een goed onderbouwd voorstel aan DNA ter goedkeuring, in plaats van populistisch de zaak in DNA te benoemen en er verder geheel niks aan te doen. Nogmaals, de minister van Financiën moet handelen”, aldus de VES in de september-editie van het economistenblad ‘INZICHT’. Een aangename start zou bijvoorbeeld het bekendmaken van de eigen inkomsten betreffen. Een minister die tevens meervoudig en gepensioneerd oud-minister is, niet uitgezonderd is van enige verhoging door de tijden heen, zou een prima voorbeeld geval zijn voor betere transparantie. In een ontwikkelde democratie, misschien zelfs voor inleveren of teruggave. Maar misschien is dat voor onze jonge politieke cultuur nog een brug te ver? Dit medium publiceerde niet zo lang terug een reeks aan interviews met de minister van Financiën, en in een artikel ging de minister specifiek in op het feit dat “beter bestuur binnen parastatalen, de staat veel geld zal besparen”. De VES stelde op basis hiervan het helemaal eens te zijn met de minister. “Echter, het is de regering die de bestuurders en de RvC-leden bij de staatsbedrijven (heeft) benoemd. Staatsbedrijven worden door machthebbers gebruikt door politici om hun “friends, family & sponsoren” te accommoderen. Het wanbestuur binnen de meeste parastatalen is dus de verantwoordelijkheid van de regering alleen. De minister zou deze diepgewortelde negatieve politieke praktijk kunnen ombuigen. De minister is bij een aantal van de instellingen zelfs namens de staat bevoegd tot vertegenwoordiging en kan van de regering dus eisen stellen voor zijn medewerking. Daarenboven geldt hetgeen door de minister aangegeven, ook voor de overheid als geheel. Beter gezegd: ‘beter bestuur binnen de overheid, zal de staat veel geld besparen’”, aldus de VES. De minister had het in zijn interview erover, dat heel veel van de subsidies die het ministerie van Financiën moet betalen, naar betalingen van salarissen van staatsbedrijven gaan die deze niet zelf helemaal kunnen opbrengen, terwijl deze bedrijven bezig zijn zich op te bouwen. Kortom, volgens de minister moeten we beter besturen, want alleen zo kunnen we als overheid minder uitgeven. “Staatsolie is een goed voorbeeld, waar internationale normen gelden waar de statuten en de Raad van Commissarissen ervoor zorgen dat de financiën op orde zijn, waardoor er wordt gekeken wat wel en niet kan. Deze internationale regels zijn ook terug te vinden in het bankwezen, dat na de internationale crisis van 2008 ervoor heeft gezorgd dat over de gehele wereld er regels zijn gekomen voor financieel bestuur en beheer, die bedrijven dwingen om een bepaalde standaard te hanteren voor hun financiële administratie, vandaar het IFRS-systeem. Deze regels hebben ervoor gezorgd, dat de fouten die in het verleden werden gemaakt, nu in mindere mate voorkomen”, stelt de minister van Financiën. Daarmee de teneur van de president en de gehele VHP voortzettend, overgenomen van de NDP om Staatsolie als paradepaardje van stal te halen. Dit hangt samen met de afzet en omzet van het bedrijf en de proportie van resultaatcijfers. De kostenzijde, wezensvreemde activiteiten, jarenlange accommodatie van family & friends, allemaal in weerwil van good governance en het eigen bestuur en beheerprincipes, werden voor het gemak verzwegen. Evenals de doorlevering van energie aan een ‘geheime’ mining-farm te Paranam, die industriële hoeveelheden aan energie opslurpt. Natuurlijk zijn volgens de minister nog niet alle ondernemingen in staat zich aan deze internationale normen te houden, desondanks is het wel goed dat deze worden geïmplementeerd in ons financieel systeem. Waarom niet alle ondernemingen aan deze normen gehouden worden, is een raadsel. Het lijkt er bijna op alsof beheer en beleid een gevolg zouden zijn van positieve bedrijfsresultaten, terwijl deze juist vooraf moeten gaan daaraan. “Het gaat er nu niet alleen om hoe je je bedrijf bestuurt, maar: hoe bestuur je je land. Als je geen ethische en technische normen doorvoert, dan zitten we in een land dat rijk is aan grondstoffen, maar met een arme bevolking. Het sleutelbegrip hier is goed bestuur.” Niemand kan het met deze redenering oneens zijn.