De behandeling van de ontwerpwet houdende regels met betrekking tot het exploiteren van hazardspelen (Wet Hazardspelen) alsmede nadere wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet Casinobelasting 2002 en behandeling van de ontwerpwet houdende wijziging van de Wet Toezicht en Controle Kansspelen (S.B. 2009 no 78), zijn  tijdens de openbare vergadering  in De Nationale Assemblee behandeld.

Bij de behandeling waren zowel leden  van de coalitie als de oppositie  ontevreden over de beantwoording van vragen door minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie. Volgens de leden beperkte  de  bewindsman zich tot een technische beantwoording van de vragen, en diverse principiële voorstellen die gedaan waren, zijn niet meegenomen. De leden  vroegen de minister, of met de aanpassing van de wetten die te maken hebben met gokken, het maatschappelijke probleem wel wordt opgelost. Volgens hen raken diverse gezinnen ontwricht door de ruim 900 retailers waar gegokt kan worden. Bepaalde leden stellen voor, dat er geen gokhuizen mogen zijn binnen twee kilometer van scholen, gebedshuizen en sportaccommodaties. De minister heeft aangegeven, een afstand van één kilometer in acht te zullen nemen, maar de  assembleeleden zijn niet tevreden met dat besluit.

VHP-fractieleider Gajadien, heeft tijdens de openbare vergadering aangegeven, dat  de gestelde vragen betreffende de wetten,  te maken hebben met cijferonderbouwing. Toentertijd werd  in het parlement ook aangegeven, dat de vele gokhuizen, de oorzaak vormden van de koersstijging, en dat er jaarlijks of dagelijks ongeveer USD 1.4 miljoen werd omgezet. Volgens Gajadien wenst het parlement de juiste cijfers van de regering te hebben, terugkoppelend wat de minister zei dat aan de licentiehouders  er USD 25.000 per maand wordt gevraagd en slechts één provider protest heeft aangetekend, is bezijdens de waarheid. Het is realistisch dat licentiehouders USD 25.000 per jaar betalen, maar niet per maand.

Aan het begin  was er geen quorum voor de wijziging van de BTW-wet.  En de leden zijn het niet eens met verzwaring van de belastingdruk. Voor de aanvang  hadden 22 coalitieleden de presentielijst getekend. De oppositie heeft niet meegewerkt aan de openbare vergadering, waardoor deze door gebrek aan quorum, niet kon worden voortgezet.