De Guyanese zakenlieden Nazar Mohamed en zijn zoon, Azruddin, partners in een miljoenenbusiness om met ExxonMobil een kustbasis in Guyana te bouwen, hebben de beschuldigingen van witwassen, drugshandel en goudsmokkel weersproken. In een rapport van Reuters van 14 juli, wordt beweerd dat het duo strafrechtelijk wordt onderzocht en mogelijk te maken krijgt met Amerikaanse sancties. De beschuldigingen komen terwijl de Mohameds, gericht op goudwinning, zich hebben toegelegd op de oliehandel. Deze onderneming omvat een kustbasis van USD 300 miljoen die wordt gebouwd voor Exxon, een project geleid door een consortium dat de Mohameds omvat, samen met Guyanese zakenlieden Andron Alphonso en Nicholas Deygoo-Boyer. Het consortium heet NRG Holdings en werkt samen met de Europeaan Jan De Nul.

Reuters beweert dat ExxonMobil het advies van Amerikaanse overheidsfunctionarissen om zaken met de Mohameds te weigeren, had genegeerd. In een verklaring aan Reuters zei Exxon: “We houden ons aan alle toepasselijke wetten waar we actief zijn en zaken doen.”

Volgens Reuters worden de Mohameds onderzocht door verschillende Amerikaanse instanties, waaronder de Drug Enforcement Administration (DEA), het Federal Bureau of Investigation (FBI) en het Department of Homeland Security. Nazar Mohamed verklaarde tegenover Reuters, dat de beschuldigingen tegen hen “vals en lasterlijk” waren.

In een persverklaring na de publicatie van het artikel op vrijdag, daagden de Mohameds het nieuwsmedium uit om bewijs te leveren dat de aantijgingen in hun rapport ondersteunt. De Mohameds ontkenden categorisch dat ze onderwerp waren van enig onderzoek door de Amerikaanse autoriteiten en zeiden dat ze “verrast en verbaasd” waren dat een gerenommeerd persbureau dergelijke beschuldigingen zou publiceren zonder substantieel bewijs. De verklaring eindigde met een herbevestiging van hun inzet om de wet te handhaven en hun zakelijke activiteiten uit te voeren met de hoogste normen van legitimiteit en integriteit.