Vertegenwoordigers van de hogere opleidingen in Suriname, zijn vorige week woensdag geïnformeerd over het accreditatieproces van hun instellingen. Dat is gebeurd in opdracht van minister Ashwin Adhin van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. De bewindsman meent dat er nog veel vragen zijn over het proces en de manier van werken van het Nationaal Orgaan voor Accreditatie (NOVA). “Ik ben bijzonder blij dat de commissie gemeend heeft de mensen bij elkaar te brengen en zaken te bespreken. We gaan zoveel ontwikkelingen tegemoet, jammer genoeg is niet alles, hoewel het accreditatieproces reeds in 2014 is ingezet, duidelijk.” Het is volgens beleidsadviseuren projecttrekker Humphrey Bergraaf, cruciaal dat alle opleidingen in Suriname op korte termijn geaccrediteerd worden. “Het is immers belangrijk te weten waar onze plaats is in de wereld met betrekking tot onderwijs.” Hij vindt het jammer dat Suriname vanaf bezig 1985 is het onderwijsproces te vernieuwen en dat wij ondanks dat toch nergens een wetenschappelijk gezicht hebben in de wereld. “We hebben nog een lange weg te gaan, die nog langer zal zijn als we het snelle ontwikkelingstempo niet bijhouden.” NOVA heeft nieuwe kaders ingesteld voor de accreditatie. “We hebben de nieuwe kaders gestuurd naar diverse instellingen om te zien of die niet te hoog waren. Jammergenoeg kregen wij geen specifieke feedback. Er werd alleen gezegd dat de wet NOVA niet duidelijk en tegenstrijdig is”, liet Trevie Feurich, voorzitter van de Accreditatieraad tijdens de bijeenkomst weten. Ze verwacht dat de onderwijsinstellingen niet precies weten waar te beginnen, vandaar de vertraging in de uitvoering. Bij de instelling is er gekeken naar het buitenland en de regio. Het Caribisch gebied is geraadpleegd, ook in verband met de Caricom Single Market and Economy (CSME). Het is immers van belang te weten welke vaardigheden gevraagd worden. Er is verder gewerkt met richtlijnen van de Verenigde Naties Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO). Adhin gaf ook aan dat de Suriname National Training Authority (SNTA) niet beperkt zal blijven tot het beroepsonderwijs. De reguliere opleidingen zullen en ook aan te pas komen, aangezien ook in die sectoren moet worden nagegaan welke deskundigen gevraagd worden. Ook die opleidingen moeten weten wat er gevraagd wordt vanuit de maatschappij. Dit zal zeker bijdragen aan het accreditatieproces. Vertegenwoordigers van de instellingen wilden tijdens de bijeenkomst verder weten of het ministerie meent financieringsmogelijkheden te creëren. De minister beloofde te informeren of de subsidie of financiering van de opleidingen voor de accreditatie makkelijker kan verlopen. “We zijn nog bezig het subsidiebeleid grondig onder handen te nemen en te categoriseren. Als de opleiding niet voldoet aan de gestelde eisen, wordt de financiële ondersteuning afgekeurd of stopgezet.” Deze bijeenkomst is de tweede in een reeks. Het is de bedoeling periodiek verdere beraadslagingen te hebben over de accreditatie van de hogere opleidingen.