Het IMF-bestuur heeft de voor deze maand geplande evaluatie uitgesteld tot juni, aangezien de Surinaamse regering de vereiste hervormingen niet naar voldoening heeft voltooid. EMFI Securities Limited heeft onlangs in een rapport gesteld, dat de regering Santokhi sinds eind vorig jaar probeerde de goedkeuring van een aantal lopende hervormingen te bespoedigen. Suriname ontving ook de tranches die overeengekomen waren met het IMF, hoewel de regering trachtte opnieuw te onderhandelen over het huidige programma met de IMF. “De toenemende sociale onrust en de meningsverschillen tussen de regerende coalitie over de uitvoering van de vereiste maatregelen zorgde ervoor, dat de overheid in de problemen raakte”, aldus EMFI. Het EMFI verwacht dat de regering de hervormingen van het IMF op tijd zou kunnen doorvoeren en dat het programma flexibeler zou kunnen worden, als de afgelopen maand meer vooruitgang was geboekt met de hervormingen. “Met uitzondering van de goedkeuring van de begroting 2023 en de wijziging van de Wet op de Overheidsschuld, zijn de meest impopulaire maatregelen nog niet doorgevoerd, zoals de vermindering van subsidies op elektriciteit en brandstof, en de volledige invoering van de BTW.

Tot overmaat van ramp voor de regering van Santokhi is de wisselkoers aan het stijgen en bereikte 35 USD/SRD, een stijging van 16 procent, terwijl de jaarlijkse invoer in januari steeg tot 55,6 procent”, aldus EMFI. Het is volgens EMFI, daarom niet verwachtbaar dat de regering de lopende grootschalige hervormingen kan doorvoeren, en het valt nog te bezien of het IMF flexibeler zal zijn en de herziening zal uitvoeren of uiteindelijk zal toegeven dat het programma niet doorgaat. “Voorheen gaven we de voorkeur aan de eerste optie, maar na deze nieuwe vertraging lijkt de laatste waarschijnlijker.”

Wat de toekomst van Santokhi’s regering betreft, handhaaft het IMFI het scenario dat het weerstand zal bieden zolang de samenwerking met vicepresident Brunswijk doorloopt. Het is het EMFI opgevallen, dat Santokhi er alles aan heeft gedaan om de vicepresident aan zijn zijde te houden, door ook niet te voldoen aan de vereisten van het IMF om de royalty’s te verhogen voor de kleinschalige mijnbouw, waarin de vicepresident grote belangen heeft. Ook het aanstellen van zijn broer als directeur van het landelijke elektriciteitsbedrijf EBS, is volgens EMFI een issue. EMFI stelt dat als Suriname op deze voet doorgaat, het land in een nog diepere crisis zal belanden tot de volgende verkiezingen in 2025. Het is het EMFI niet ontgaan, dat meerdere politieke partijen, waaronder de ABOP van vicepresident Brunswijk, zich ook voor de verkiezingen opmaken.