‘HARD OPTREDEN’ OF HARDER INZETTEN VAN GEWELD?

(foto: Ivan Summerville)

Met een persconferentie geleid door Zijne Excellentie Ronnie Brunswijk, is door kabinetsfunctionarissen geprobeerd een signaal van rechtshandhaving en veiligheid af te geven. De inhoud van de spreekbeurten maakte pijnlijk kenbaar, dat een serieus begrip en een kans op verbetering van de veiligheidscrisis, ontbreken. De oplossingsmodellen, voor zover daarvan gesproken kan worden, waren naar onze mening simpel, voor de hand liggend en verkeerd. De succesvolle ondernemer, politicus en meervoudig veroordeelde waarnemend regeringsleider, heeft met zijn optreden niet meer kalmte op het gebied van veiligheid weten te brengen, dan zijn laatste persconferentie op financieel gebied wist te brengen. Zijn meertalig taalgebruik, gebaseerd op eenvoud, agressie en bravado, legden pijnlijk een onbegrip van de complexe materie bloot. Storender was dat de vakmensen die hem vergezelden en flankeerden, geen correctie brachten, maar de ingeslagen weg probeerden te verfraaien en betegelen met nadere onjuistheden en onuitvoerbare voorstellen. Zelfs een ervaringsdeskundige op het gebied van wetsovertredingen als de functionaris met bravoure weet, dat pakkans, strafmaat, bewijsvoering en uitvoeringscapaciteit van straffen, bepalend zijn voor de besluitvorming bij beroepscriminelen en draaideurcriminelen. Het feit dat een rechtsgeleerde als de minister van Financiën, een versie van de broken window theory uit de criminologie, die benadrukt dat handhaving op kleine overtredingen, zou leiden tot een terugloop in zware en gewelddadige misdrijven, kan propageren, is zorgwekkend. Niet alleen is de heersende leer in de criminologie in de afgelopen tien jaar, dat bewijs van de aanpak ontbreekt en dat het mensenlevens, gezinnen en justitiebudgetten kapotslaat. De handhavingscapaciteit, het gebrek aan kleding, materieel, brandstof en middelen voor brede handhaving en reactie op zware criminaliteit en opsporing, ontbreken. Wat een directe oorzaak en vergrotende factor is, op de veiligheidscrisis. Het is dus onmogelijk om aan te kondigen of de indruk te wekken, dat handhaving op overtredingen, mogelijk, uitvoerbaar of te financieren is, laat staan of het gewenste resultaat op zware misdrijven en geweldsdelicten zou volgen.

De algehele oproep tot ‘hard optreden’ is vrij vertaald een oproep tot het harder inzetten van geweld. Het verandert de risicoafweging van de dader. De dader die geweldloos een overtreding of misdrijf zou begaan, weet nu twee dingen: (1) op heterdaad betrapt worden, betekent een risico van letsel of dood; (2) het voorkomen daarvan, namelijk letsel of dood veroorzaken van een normaal beoogd slachtoffer van diefstal, roof of mishandeling, is de prijs van een criminele carrière. De vrijwillige crimineel, degene die uit sadisme of adrenaline, kiest voor een constant pad van vrijheidrisico’s en abrupt afscheid van familie en vrienden, voor een gevangenisstraf of het hiernamaals, is een verwaarloosbare minderheid in de misdaadfamilie. Verreweg de meeste professionele criminelen, zijn door uitzichtloos perspectief op de arbeidsmarkt of een inkomen dat levensonderhoud niet dekt, in een vicieuze cirkel van armoede, geweld en trauma beland.

Brunswijk is onoprecht in zijn verklaring, dat opsporing en oppakken ‘al waar ze zijn’ een beleidsdoel is waar hij achter staat. Dit is niet te rijmen met zijn gevoerde beleid, zijn toewijding aan traditioneel gezag en aan privaat ontzeggen van toegang op de eigen concessies en vergunningsgebieden, welke belangen hij en zijn naasten nog altijd strijdig met de grondwet en de Anti-corruptiewet, beheren en beheersen. Nog geen maand geleden, propageerde deze zelfde functionaris, inmenging en voorkomen van een voor levensdelicten voortvluchtige verdachte.

Het is nader een zorgelijke ontwikkeling, dat een functionaris van de plaats binnen het bestel, meent dat bij de handhavingstaak, voor militairen een kernfunctie weggelegd zou zijn. Het militariseren van politiekorpsen wordt juist wereldwijd tegengegaan. Evident zou moeten zijn, dat dit onderdeel van de gewapende macht, hooguit in ondersteunende capaciteit, inzetbaar is, maar dat het verkeerd toepassen van diens bevoegdheden, duidt op een zorgelijk onbegrip van de grondwet en diverse wettelijke kaders, van een hooggeplaatste functionaris duidt. De oproep tot vrijwillige inlevering betreffende illegale wapens, is een onmeetbaar sprookje, waarvan navolging en effectiviteit ten laste en ten oordeel van het functioneren zou moeten komen.

Zero tolerance verhoudt zich niet tot gemeenschapsrelaties. Het verhoudt zich niet tot opsporingscapaciteit, omdat het een afstand schept tussen de gemeenschap, die zowel informatie als bewijs, zou kunnen aandragen. Huiselijk geweld wordt door surveillance niet beïnvloed. Het tegelijkertijd tot nadere surveillance zonder wapens en inzet van gewapende machten, die niet tot de opsporing behoren, staat op rechtstreekse gespannen voet met elkaar.

Een helder begrip van het veiligheidsvraagstuk zou de werkelijke aandachtspunten aan het licht moeten brengen, namelijk:

  1. Opsporing gebaseerd op dossieropbouw, door breder scholen van basis personeel, op het gebied van bewijs en dossier samenstelling en werking van het strafproces.
  2. Een einde aan de cultuur van straffeloosheid, door het tijdig ten uitvoer leggen van straffen tegen hoog zichtbare verdachten en veroordeelden, waaronder politieke functionarissen.
  3. Betere informatie-uitwisseling met internationale veiligheidsdiensten.
  4. Betere surveillance van telecommunicatie, analyse van sociale media profielen, waaronder nadrukkelijk de opbrengsten van harde criminaliteit en de opzichtige banden met de bovenwereld.
  5. Het volgen van geldstromen van succesvolle criminelen en hun netwerk met financiële en zakelijke instellingen en leidinggevenden.
  6. Niet commerciële acquisitie en uitwisseling van alle logistieke en infrastructurele middelen, die handhaving en reactie capaciteit onmiddellijk vergroten.
  7. Het ontwikkelen van informatienetwerken en gemeenschapsbanden, door de voorbeeldfunctie, sociaal voelende en communicatievaardigheden van met opsporing en onderzoek belaste functionarissen. Laagdrempelig en benaderbaar menselijk verkeer, levert vroeg en snel informatie op en verhoogd het gevoel van veiligheid.
  8. Het bijhouden en publiceren van zuiver geregistreerde statistieken.
  9. De definitieve benoeming van een procureur-generaal, die daarmee ontslagbescherming en afstand van politieke willekeur, als garanties heeft om anti-corruptiebeleid toe te passen en politieke inmenging te voorkomen. Het enige harde aan het optreden was de theatervoorstelling, waarbij machismo blijvend de vervanging voor oplossingsgerichtheid moest voorstellen.

A.A.

More
articles