Ex-vicepresident, Ashwin Adhin, heeft de afgelopen week bezwaar aangetekend tegen zijn dagvaarding. Adhin werd door het Openbaar Ministerie (OM) opgeroepen, ter verschijning in verband met strafbare feiten waarvan hij wordt verdacht. Adhin wordt verdacht van het vernietigen van apparaturen op het kabinet waar hij destijds leiding aan gaf. Eerder werd de ex-vicepresident, met twee medewerkers aangehouden in dezelfde kwestie.
Vanwege zijn hoge functie als politieke ambtsdrager werd Adhin in vrijheid gesteld. Volgens de voormelde medewerkers kregen zij de opdracht van de ex-vicepresident over te gaan tot vernietiging van de apparaten. Het laatste wordt ontkend door Adhin. Het Hof van Justitie (in eerste aanleg) zal het bezwaarschrift in behandeling nemen vervolgens de verdachte en het Openbaar Ministerie horen. Hierna neemt het Hof een beslissing. Indien het bezwaar steekhoudend genoeg wordt bevonden wordt de verdachte niet verder vervolgd. Indien het bezwaar ongegrond wordt beoordeeld, dan bepaalt het Hof wanneer de zaak verder op de zitting behandeld zal worden. Tegen de beslissing van het Hof (in eerste aanleg) kan hoger beroep aangetekend worden, zowel door het Openbaar Ministerie als de verdachte.
Op 26 augustus stond de zaak van Adhin reeds op de rol en zou het bezwaarschrift worden behandeld. Echter kon de zaak geen voortgang vinden door afwezigheid van één der rechters, die wegens ziekte was verhinderd. De zaak is verschoven naar 14 oktober aanstaande.