Sprake van mensenrechtenschending in strafzaak Van Trikt

Al langer dan twintig maanden zit ex-governor Robert-Gray van Trikt, in detentie. Zijn strafzaak die betrekking heeft op ernstige benadeling van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), is reeds een paar keer voorgegaan bij rechter Maytrie Kuldipsingh en de officier van het Hof van Justitie, Cynthia Klein. De moeder van Van Trikt, Lilian Ferrier, beroept zich op relevante artikelen uit de mensenrechtenverdragen. Zij heeft tevens vorig jaar december een artikel geschreven in het kader van deze strafzaak. “We zijn inmiddels tien maanden verder en tot nu toe zijn er geen harde bewijzen naar voren gekomen die rechtvaardigen, waarom Robert wordt behandeld als een zware crimineel”, aldus Ferrier.

Anti- corruptiewet

“De rechter beroept zich op de Anti-corruptiewet van 2017 en ook op het Anti-corruptieverdrag van 2003, echter heeft Suriname dit verdrag noch getekend, noch geratificeerd. Met betrekking tot de Anti-corruptiewet, behoort er een Anti-corruptiecommissie te zijn met duidelijk omschreven taken die het Openbaar Ministerie (OM) adviseert. Echter is deze commissie ook nog niet ingesteld.

In augustus 2020 is de AG door de president benoemd als voorzitter van een commissie om de Anti-corruptiecommissie samen te stellen. Hiervoor zijn zes maanden uitgetrokken. De vraag is dan: Waarop beroept de rechter zich als ze de indicatoren van de Anti-corruptiewet toetst? Door wie zijn deze geformuleerd en zijn ze ooit gepubliceerd teneinde wettig van kracht te zijn?”, aldus Ferrier in december 2020.

Op welke wijze zijn de mensenrechten van toepassing geweest c.q. geschonden bij de aanhouding en vervolging van Robert-Gray van Trikt, ex- governor CBvS?

Ferrier: “Op 6 februari 2020 geeft de ex-governor gehoor aan de oproep om zich aan te melden voor verhoor als getuige/verdachte door de politie, afdeling Fraude. Dit nadat de CBvS middels een aangifte van het advocatenkantoor Naarendorp, een verzoek had ingediend bij het OM tot het vervolgen van de ex-governor. Op die morgen mocht zijn advocaat geen contact met hem hebben en werd hij zonder opgaaf van reden ingesloten. Niemand wist waar hij naartoe werd gebracht. Het OM beval een totaal contactverbod aanvankelijk voor acht dagen, dat werd vervolgens nog eens verlengd met acht dagen. De familie en de advocaten bleven in grote onzekerheid met betrekking tot zijn veiligheid, gezondheid en psychische gesteldheid. De advocaten gingen in beroep bij het hof tegen deze beslissing van het OM en dat werd teruggefloten, waardoor het contactverbod werd opgeheven.”

BUPO-verdrag

Volgens Ferrier zijn de rechten van een arrestant, beklaagde en gevangene, het belangrijkste het recht op een eerlijke rechtszaak. “Het verdrag verbiedt willekeurige arrestatie. Ze verplicht tot onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak en het recht voor onschuldig te worden gehouden tot schuld is bewezen.  Het Verdrag Inzake Burger en Politieke Rechten van de Mens (IVBPR) ofwel het BUPO-verdrag, wordt naast het verloop van deze zaak gelegd”, zegt Ferrier. Hierbij zijn vooral van belang de volgende artikelen:

  • Artikel 2 lid 3: het verzekeren van de rechten en vrijheden zoals in dit verdrag erkend
  • Artikel 9 lid 2: iedere gearresteerde dient bij zijn arrestatie op de hoogte te worden gebracht van de redenen van zijn arrestatie en dient onverwijld op de hoogte te worden gebracht van de beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht.
  • Artikel 9 lid 3: een ieder die op beschuldiging van een strafbaar feit wordt gearresteerd of gevangen wordt gehouden dient onverwijld voor de rechter te worden geleid of voor een andere autoriteit die door de wet bevoegd is verklaard rechterlijke macht uit te oefenen en heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of op vrije voeten te worden gesteld. Het mag geen regel zijn dat personen die op hun berechting wachten in voorarrest worden gehouden, doch aan hun invrijheidsstelling kunnen voorwaarden worden verbonden om te waarborgen dat de betrokkenen verschijnt ter terechtzitting, in andere stadia van de gerechtelijke procedure dan wel, zo het geval zich voordoet, voor de ten uitvoering van het vonnis.
  • Artikel 9 lid 4: een ieder wie door arrestatie of gevangenhouding zijn vrijheid is ontnomen, heeft het recht voorziening te vragen bij de rechter, opdat die rechter binnen korte termijn beslist over de wettigheid van zijn gevangenhouding en zijn invrijheidsstelling beveelt, indien zijn gevangenhouding onrechtmatig is.
  • Artikel 9 lid 5: een ieder die het slachtoffer is geweest van een onwettige arrestatie of gevangenhouding heeft het recht op schadeloosstelling.
  • Artikel 10 lid 2a: Verdachten dienen, uitzonderlijke omstandigheden buiten beschouwing gelaten, gescheiden te worden gehouden van veroordeelden en dienen aanspraak te kunnen maken op een afzonderlijke behandeling overeenkomend met in staat van niet veroordeelde persoon.
  • Artikel 14 lid 1: Allen zijn gelijk voor de rechter en de rechterlijke instanties.Bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging, heeft een ieder recht op eerlijke en openbare behandeling door een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige bij de wet ingestelde rechterlijke instantie.
  • Artikel 14 lid 2: Ieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor ONSCHULDIG gehouden, totdat zijn schuld volgens de wet is bewezen.
  • Artikel 14 lid 3: Bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging heeft een ieder recht op de volgende minimumgaranties: zonder onredelijke vertraging te worden berecht.
  • Artikel 17 lid 1: niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privé leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en geode naam.
  • Artikel 17 lid 2: Een ieder heeft het recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.

More
articles